• Aanschaf en verzorging hond
  • Castratie hond en nazorg
  • Chemische castratie
  • Chippen hond
  • Gebitsproblemen hond
  • Gebitsverzorging hond
  • Gedrag
  • Gevaren van grasaren bij de hond
  • Gevonden of Vermist
  • Gewrichten hond
  • Hersenwerk voor honden
  • Het oudere dier - de hond
  • Ontwormen hond
  • Pijn bij honden
  • Sterilisatie hond
  • Vaccinaties hond
  • Welzijn

Aanschaf en verzorging hond

Aanschaf en verzorging hond

Welk huisdier past bij mij?

Dierenkliniek Benschop-Oudewater vindt goede voorlichting over het houden van huisdieren belangrijk. We kunnen u op die manier helpen met het maken van een weloverwogen keuze welk huisdier bij u of uw gezinssituatie past. Met heldere informatie over het dier bent u beter voorbereid op de komst van een nieuw huisdier, en is de kans kleiner dat het achteraf toch tegen valt en het dier herplaatst moet worden. 
Het LICG (Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren) speelt in op deze behoefte en heeft een aantal informatieve folders over verschillende diersoorten ontwikkeld. In de folders vindt u belangrijke informatie waaronder: de aanschaf, huisvesting, verzorging en het hanteren van de verschillende diersoorten.
Door op de folder te klikken wordt het PDF-bestand geopend. Heeft u nog vragen of wilt u meer weten over een andere diersoort, dan kunt u ons bellen of op de site van het LICG, de rashondenwijzer of de hondenwijzer kijken.

Indien u dieren beroepsmatig houdt en verkoopt bent u sinds 1 juli 2014 verplicht om de nieuwe eigenaar schriftelijk informatie mee te geven. De folders van het LICG bevatten voldoende informatie om aan de wettelijke eisen te voldoen. Meer informatie is te vinden in het

Besluit houders van dieren.

Het aanschaffen van een huisdier

Welk huisdier past bij kinderen

De aanschaf van een hond

Puppy checklist

Hond algemeen

Castratie hond en nazorg

Castratie Hond

Castratie kan vanaf zes tot acht maanden leeftijd. Er wordt een kleine snede voor het scrotum gemaakt, waarna de testikels verwijderd worden. Uw hond kan dezelfde dag weer naar huis. Wij geven pijnstillers mee voor de dagen na de operatie. Door de kleine snede en de onderhuidse hechtingen is een kap meestal niet nodig. Na tien dagen wordt de wond door ons gecontroleerd.

Voor u uw hond laat castreren is het verstandig een afweging te maken van de voor en nadelen van castratie. We zetten ze voor u op een rij.

Beter voor de gezondheid?

Daar waar bij teefjes in verband met de gezondheid geadviseerd wordt voor de eerste loopsheid te steriliseren, is er medisch gezien geen reden om een hond te castreren. Bij het op jonge leeftijd castreren kan de kans op kwaadaardige tumoren van bijvoorbeeld de prostaat licht toenemen. Op latere leeftijd castreren kan om medische redenen juist wél geindiceerd zijn. Denk hierbij aan prostaatproblemen, testikeltumoren en bepaalde tumoren aan de anus waarbij castratie noodzakelijk is voor de behandeling.

Voordelen castratie

Meer rust

Sommige honden kunnen erg last hebben en onrustig worden van hun hormonen. Ze willen soms zelfs niet meer eten en gaan kwijlen als ze een loopse teef ruiken. Zonder deze opspelende hormonen kan uw hond een aangenamer huisdier worden. Minder weglopen en geen ongewenste serenades meer. De gecastreerde reu produceert minder pussige uitvloeiing uit de penis en heeft minder neiging in en om het huis een territorium af te bakenen.

Niet meer vruchtbaar

Een voordeel van castratie is dat uw hond niet meer vruchtbaar is. Komt uw hond veel in aanraking met niet gesteriliseerde teven? Dan kan castratie er voor zorgen dat er niet zomaar ongelukjes ontstaan.

Nadelen castratie

Overgewicht

Sommige honden kunnen wat aankomen na sterilisatie of castratie. Na de ingreep wordt de stofwisseling vertraagd. Honden die na de operatie hetzelfde blijven eten houden meer energie over, wat kan worden opgeslagen als vet. Dit betekent dat een hond na sterilisatie of castratie gewoonweg minder voer of een voeder met een lager energiegehalte nodig heeft. Dagelijks 15% minder voeren dan u gewend was is voldoende om uw hond op gewicht te houden.

Operatie risico

Castratie is een standaardingreep die onder algehele narcose plaatsvindt. Uw hond wordt daarom voor de operatie altijd grondig gecontroleerd op gezondheid. Enkel gezonde dieren worden geopereerd. Er worden moderne en veilige middelen gebruikt voor zowel de injectie narcose als de gasnarcose. Daarnaast is altijd een operatie assistente aanwezig die de lichaamsfucnties van de hond gedurdende de operatie monitort. Al met al maakt dit de kans op complicaties tijdens de castratie zeer klein.

Verergeren probleemgedrag

Bij sommige honden (met name honden waarbij het ongewenste gedrag ontstaat uit angst) kan castratie ervoor zorgen dat het probleemgedrag juist verergerd door verandering in zijn hormonen. Wilt u weten of castratie u en uw hond kan helpen? Overleg dan met een deskundige over de situatie met uw hond. Zo kan een plan op maat gemaakt worden voor uw hond.

Nazorg castratie hond

Uw hond is bij ons geopereerd. Hier volgen een aantal adviezen voor de eerste paar dagen. Heeft u toch nog vragen dan mag u natuurlijk altijd bellen.

Uitlaten

De dag dat u uw hond ophaalt, kan hij nog wat suf zijn van de anesthesie. hierdoor kan zijn reactie vertraagd zijn. Laat hem daarom de eerste uren even kort uit, maak geen lange wandelingen. Na de operatie adviseren wij u uw hond de eerste tien dagen  aangelijnd uit te laten.

Beweging

Om te zorgen dat de hechtingen niet onder druk komen te staan, mag de hond de eerste tien dagen niet springen (bijvoorbeeld naar een bal of op de bank), geen trappen lopen en niet zwemmen.

Vruchtbaarheid

Een reu is na castratie nog zes tot acht weken vruchtbaar.

Eten en drinken

De hond mag bij thuiskomst alles weer eten en drinken. Het geeft niet als  uw hond de dag van de operatie nog niet wil eten. Het kan namelijk zijn dat uw hond nog wat misselijk is van de narcose. De volgende dag moet ze wel weer gaan eten. Het kan zijn dat uw hond wat in gewicht aankomt. Dit komt doordat de stofwisseling op een lager niveau is komen te liggen. U kunt dit voorkomen door ongeveer 15-20% minder te voeren dan voorheen.

De wond en hechtingen

De hechtingen lossen vanzelf op en dit duurt ongeveer een maand. De wond wordt onderhuids gehecht zodat zo min mogelijk hechtmateriaal aan de buitenkant zichtbaar is. Hierdoor geneest de wond mooier en heeft uw dier minder de neiging de hechtingen eruit te likken. Uw hond mag de wond schoonlikken, maar ze mag er niet continue aan knagen of bijten. In dat geval kunt u een kraag ophalen of uw hond een T-shirt aantrekken. U hoeft niets aan de wond te doen, juist door zalf op de wond te smeren, wordt de drang om dit er af te likken groter. Als de huid rondom de wond erg geïrriteerd is (door  het scheren en wassen) kunt  u daar wat vette zalf zoals purol of vaseline opsmeren.

Controle

We willen na tien dagen graag de wond controleren om te zien of alles goed is gegaan. Hier zijn geen extra kosten aan verbonden.

Wanneer u ons moet bellen

Zodra u denkt dat er iets niet goed gaat of u het niet vertrouwt.
Bij bloedverlies.
Als uw hond voortdurend aan de wond zit.
Bij herhaaldelijk braken.
Niet willen drinken.
Bij algeheel ziek zijn.

Bij twijfel altijd bellen!

Chemische castratie

Wel of niet castreren?

Uw hond wel of niet castreren? Deze keuze is niet altijd even gemakkelijk gemaakt. Vanuit de praktijk adviseren we over het algemeen om reuen niet te castreren. Van dit advies wijken we in sommige gevallen af, bij bepaalde medische of gedragsmatige problematiek.

Reuen kunnen onder invloed van testosteron - een mannelijk geslachtshormoon - ongewenst gedrag gaan vertonen, zoals overdreven interesse in loopse teven, overmatig markeergedrag of veel onrust en slechte bereikbaarheid bij wandelen. Vertoont uw hond zogenaamd ‘reuengedrag’? Dan is de optie castratie vast al door uw hoofd heen geschoten. Castratie is echter niet altijd de oplossing voor deze gedragingen. Daarnaast kan castratie ook nadelige gevolgen met zich meebrengen en is castratie door middel van chirurgie onomkeerbaar. Chemische castratie kan in dit geval uitkomst bieden.

Wat doet suprelorin?

Chemische castratie vindt plaats door de toediening van het implantaat Suprelorin®. Dit implantaat wordt door middel van een holle naald onder de huid tussen de schouderbladen van uw hond ingebracht. Suprelorin® is in twee doseringen beschikbaar. Afhankelijk van de toegediende dosis, remt het de productie van testosteron gedurende ongeveer 6-12 maanden. In deze periode is uw hond dan ook onvruchtbaar.¹ Het voordeel van Suprelorin® is dat er bij deze vorm van castratie geen narcose nodig is en het is omkeerbaar. Het effect van Suprelorin® verdwijnt wanneer de toediening niet herhaald wordt. Hierdoor is dit middel o.a. uitermate geschikt om erachter te komen of castratie zinvol is indien uw hond ongewenst ‘reuengedrag’ vertoont.²

Hoe helpt suprelorin mij de keuze maken?

Heeft Suprelorin® het gewenste effect gehad op het gedrag van uw hond? Dan kunt u ervoor kiezen de behandeling te herhalen of uw reu chirurgisch te laten castreren.

Heeft Suprelorin® onvoldoende effect gehad? Dan zal chirurgische castratie waarschijnlijk ook niet de oplossing zijn voor het gedrag dat uw hond laat zien. Indien dit het geval blijkt te zijn, dan adviseren wij u graag op maat verder.

Suprelorin® is natuurlijk ook geschikt wanneer u uw hond simpelweg niet chirurgisch wilt laten castreren, maar waarbij (tijdelijke) onvruchtbaarheid wel gewenst is.

¹ Onvruchtbaarheid treedt 6 weken na toediening op. Houdt u reu gedurende deze periode weg bij loopse teven.

² Er bestaat een kans dat de eerste paar weken na toediening een toename van het ‘reuengedrag’ bij uw hond optreedt, alvorens een afname gezien wordt.


Tekst geschreven door Tessa Voogt

 

Chippen hond

Chippen van honden is verplicht

Alle hondenpups moeten verplicht worden gechipt. Deze maatregel is per 1 april 2013 ingegaan. De ministerraad heeft ingestemd met dit voorstel van staatssecretaris Bleker om misstanden in de fokkerij en handel met honden tegen te gaan en het welzijn van honden te verbeteren. Op dit moment is circa 70% van de honden door de eigenaren op vrijwillige basis van een chip voorzien.

Het is nu verplicht een hond binnen zeven weken na geboorte te laten chippen. De eigenaar moet onder meer zijn naam, adres en woonplaats registreren. De gegevens van de eigenaar worden opslagen in een databank. Met deze gegevens kunnen toezichthouders mogelijke illegale handel of fokkerij opsporen of nagaan of iemand bedrijfsmatig handelt in honden. Bij een mishandelde, verwaarloosde of achtergelaten hond is met de chip de eigenaar op te sporen. Het kabinet geeft met de maatregel gehoor aan het verzoek van veel partijen om verschillende problemen in de handel en fokkerij met honden te bestrijden. Ook is er wettelijk besloten, dat de overheid de geregistreerde gegevens niet mag gebruiken om te hondenbelasting te innen.

Hoe werkt het?

Met behulp van een chip - die ook wel transponder wordt genoemd- is een dier makkelijk te identificeren. Andere vormen van identificatie van dieren zijn bijvoorbeeld de tatoeage en oormerken. Het tatoeëren van honden en katten in Nederland is niet meer toegestaan en ook over oormerken bij vee en hobbydieren is veel discussie gaande. De verwachting is dat ook deze te zijner tijd zullen worden verdrongen door de chip.

Elektronische identificatie bestaat uit drie onderdelen:

De chip (transponder)
Een afleesapparaat (reader)
Koppeling tussen het nummer en de gegevens van het dier en zijn eigenaar in een databank (registratie)

De chip

De zogenoemde  ‘chip' is een buisje van onbreekbaar materiaal (BioTec) waarin de chip zich bevindt. Op de chip is het wereldwijd unieke nummer van het dier vastgelegd. De chip wordt door middel van een injectiepen geïmplanteerd. Dit is niet meer dan een "prikje", dat bovendien slechts eenmaal in het hele leven behoeft te worden toegediend. Na het inbrengen merkt het huisdier niet dat hij of zij een chip draagt.

Het afleesapparaat

Om een in een dier aangebrachte chip te kunnen aflezen is een speciaal afleesapparaat nodig. Zo'n afleesapparaat stuurt als het ware een berichtje naar de chip, die daardoor wordt geactiveerd en een antwoord terugstuurt. Dat antwoord bestaat uit een nummer dat op het afleesapparaat zichtbaar wordt.

Registratie

Het chipnummer hoort gekoppeld te worden aan de gegevens van het dier en zijn eigenaar. Deze koppeling oftewel ‘registratie' van de gegevens vindt bij ons plaats in de databank van de Back Home Club.

Indien registratie van het chipnummer heeft plaatsgevonden is het dier dus te koppelen aan zijn eigenaar en staat de identiteit van het dier onomstotelijk vast. Hier kunnen echter alleen chips geregistreerd worden van de back home club zelf. Andere chips kunnen bij verschillende andere databanken worden geregistreerd, zoals bijvoorbeeld Petlook.

Gebitsproblemen hond

Gebitsproblemen bij honden

Veel honden hebben in meer of mindere mate gebitsproblemen. Dit komt onder andere omdat veel honden geen gebitsverzorging krijgen (bijv. poetsen). Als wij onze tanden niet dagelijks zouden poetsen, zou ons gebit er net zo uitzien als dat van veel honden en katten.

Een slecht gebit kan zeer pijnlijk zijn voor uw hond, maar ze laten vaak niet merken. Eigenaren van honden die een gebitsbehandeling hebben ondergaan merken vaak pas achteraf het verschil! Vaak wordt er gedacht dat het dier ‘gewoon oud is’; tot na de behandeling: dan zijn ze ineens speels en levendig. Ook het feit dat uw dier goed eet, zegt niets over het wel of geen pijn heeft. Ze eten vaak door totdat het zeer ernstig is.

Verschijnselen

Aanwijzingen die kunnen duiden op een gebitsprobleem bij uw hond zijn onder andere een slechte adem, anders kauwen (op één kant, brokjes laten vallen), slecht eten, kwijlen, niet bij de kop willen worden aangeraakt, wrijven aan de snuit, veel tandsteen en rood tandvlees.

Daarnaast is een slecht gebit vaak een bron van infectie. Dit kan zeker bij oudere dieren of dieren met een verzwakte afweer leiden tot ontstekingen van belangrijke organen, zoals het hart, de alvleesklier of de nieren.

Gebitsproblemen puppy’s

Bij jonge dieren kunnen sommige (melk- of volwassen) tanden of kiezen missen. Dit kan zijn omdat ze nooit zijn gemaakt. In andere gevallen zijn ze wel gemaakt, maar blijven ze verstopt zitten onder het tandvlees. Door middel van een behandeling kunnen ze soms toch nog doorkomen.

Ook kunnen de melk- of volwassen tanden of kiezen een afwijkende stand hebben. Wat regelmatig gezien wordt is dat de onderste hoektand(en) te ver naar binnen staat en in het gehemelte prikt (linguoversie). Dit is erg pijnlijk en geeft een continue ontsteking van het gehemelte. Het is belangrijk om hier op jonge leeftijd (rond drie tot vier maanden leeftijd) al aandacht aan te besteden, omdat het anders een levenslang probleem kan worden.

Naast een afwijkende stand van de tanden, kan ook de stand van de kaken afwijkend zijn, bijvoorbeeld bij een onder- of een overbeet. Dit komt vaker voor bij honden en ‘hoort’ bij sommige rassen. Uw dier heeft dan meer kans op het ontwikkelen van gebitsproblemen (met name tandsteen en parodontitis) en gebitsverzorging is dan erg belangrijk.

Vanaf ongeveer drie maanden leeftijd begint het wisselen. Rond zes tot zeven maanden leeftijd is het wisselen klaar. Soms gaat het wisselen niet goed en blijft er een melktand of -kies zitten (‘dubbele’ of persisterende melktanden of -kiezen). Ook hier is een behandeling noodzakelijk. Meer informatie over dubbele hoektanden vindt u op deze pagina.

Tijdens de puppy vaccinaties wordt het gebit gecontroleerd. Vervolgens komen ze pas rond één jaar leeftijd weer bij de dierenarts. Houdt daarom zelf rond zes tot zeven maanden leeftijd in de gaten of het wisselen goed is gegaan of kom bij twijfel langs.

Gebitsproblemen hond

Gebitsproblemen bij de hond kunnen onder andere bestaan uit tandsteen & parodontitis, afgebroken tanden of kiezen, wortelpunt-/kanaalontsteking en cariës.

Parodontitis

De meest voorkomende aandoening bij honden is tandsteen en ontstoken tandvlees (parodontitis). Dit kan variëren van een beetje tandsteen of wat rood tandvlees tot zeer veel tandsteen met pus en heftig ontstoken tandvlees. Uiteindelijk komen de tanden en kiezen los te zitten of kan er een wortelpuntabces ontstaan. Dit alles is uiteraard zeer pijnlijk. Deze aandoening komt vaker voor bij kleinere hondenrassen dan bij grotere hondenrassen.

Op de foto rechts is het gebit van een hond te zien met vergevorderde parodontitis. Er is sprake van zeer veel tandsteen. Het tandvlees is ver teruggetrokken, rood en gezwollen (dus ontstoken). Ook is pus te zien. Deze hond stinkt enorm uit zijn mond. Diverse tanden en kiezen zitten los. Indien het tandsteen verwijderd is, zullen de wortelspleten van diverse kiezen te zien zijn (die horen onder het tandvlees te liggen). Dit soort tanden en kiezen kunnen niet meer gered worden en moeten worden getrokken.

Afgebroken tanden of kiezen

Bij honden die op harde dingen kauwen kan er soms een tand of kies afbreken. Het wortelkanaal ligt dan meestal bloot, waardoor er behalve pijn, ook een wortelkanaalontsteking ontstaat.

Cariës

Tot slot kunnen honden soms ook gaatjes (cariës) hebben.

Veel van deze aandoeningen kunnen worden voorkomen of verminderd door gebitsverzorging (zie Gebitsverzorging hond). Als dat niet voldoende of mogelijk is, hebben veel honden en katten op den duur een gebitsreiniging of –behandeling (tanden of kiezen verwijderen) nodig.Om een indruk te krijgen hoe dit in zijn werk gaat kunt u onderstaand filpmje bekijken.

Wilt u weten hoe het gesteld is met het gebit van uw hond, dan kunt u een afspraak voor een gebitscontrole maken.

Heeft u nog vragen, dan helpen wij u graag verder.

Gebitsverzorging hond

Door middel van gebitsverzorging wordt de vorming van tandplaque en tandsteen voorkomen. Ook blijft het tandvlees gezond.

Is uw hond binnenkort aan de beurt voor een behandeling? Begin dan alvast met de verzorging; dan is uw hond er al aan gewend en kunt u na de behandeling direct doorgaan. Al na één dag zit er tandplaque op het pas schoongemaakte gebit en binnen een paar weken wordt er alweer tandsteen gevormd! Heeft uw hond net een gebitsbehandeling ondergaan? Ook dan is het belangrijk direct te beginnen met de gebitsverzorging. Hieronder staan diverse mogelijkheden om het gebit gezond te houden.

Poetsen

Net als bij mensen, is elke dag tanden poetsen bij honden de beste manier om tandplaque en tandsteen te voorkomen. Het meeste tandplaque en tandsteen zit aan de buitenkant van de tanden en kiezen. Als het niet lukt om de binnenkant te poetsen is dat niet heel erg. U kunt bij ons een tandenpoets set aanschaffen. Hierin zit een speciale tandenborstel en een tube tandpasta voor de hond. Het is belangrijk uw dier rustig te laten wennen aan het tandenpoetsen. De speciale hondentandpasta is hierbij erg handig. Deze tandpasta heeft een lekker smaakje en maakt het poetsen op deze manier leuker. Gebruik GEEN tandpasta voor mensen; deze bevat fluor en dat is giftig voor honden. Maak een 'feestje' van het tandenpoetsen, door erna iets leuks te doen. Zo blijft het leuk en is het vol te houden.

Tijdens het wisselen of na een gebitsbehandeling waarbij tanden of kiezen zijn getrokken, moet u extra voorzichtig zijn met het poetsen. De mond is dan erg gevoelig en het poetsen kan dan pijnlijk zijn. Als er tanden of kiezen zijn getrokken, kunt u na circa drie tot vier dagen weer met het poetsen op de niet pijnlijke plekken. Na zeven tot tien dagen kunt u voorzichtig aan weer overal poetsen.

Via deze link kunt u een filmpje bekijken over het poetsen. Mocht het niet lukken dan kunt natuurlijk ook een afspraak maken voor een poetsinstructie; wij doen het u graag voor.

Dentisept

Als poetsen geen optie is, is Dentisept een goed alternatief. Dit is een kleefpasta die u aan de binnenkant van de wangen kunt spuiten. Doordat de pasta kleeft gaat uw hond als het ware smakken en de pasta proberen weg te krijgen. Op die manier poetst uw hond zelf zijn of haar tanden en krijgt gezond tandvlees.

Gebitsvoeding, kauwstaven en flos touw

U kunt bij ons speciale gebitsvoeding krijgen. Deze brokken zijn groter en harder dan normale brokken en verminderen de vorming van tandplaque. Het tandvlees wordt zichtbaar gezonder. Kauwstaven/botten en flos touw schrapen de tanden als het ware schoon en zijn dus een goede aanvulling. De vorming van tandplaque wordt echter niet verminderd. Daarnaast krijgt de hond vaak normaal voer, waardoor ook meer tandplaque gevormd wordt. Let op dat de kauwstaaf of het bot niet te hard is, want dan kunnen de tanden of kiezen afbreken!

Gedrag

Communicatie

Hoe communiceren honden

Honden communiceren door hun lichaamshouding en gedragingen. De houding van de hond, de stand van de mondhoeken, oren en staart, en allerlei specifieke gedragingen kunnen ons veel vertellen over de gemoedstoestand van de hond. Hoe beter je de hondentaal leert begrijpen, hoe beter je ernaar kan handelen. Een hond is daarom altijd 100% eerlijk. Hoe een hond zich voelt is te zien aan de stand van zijn staart en oren, oftewel zijn lichaamshouding. Elk hondenras heeft zijn eigen neutrale lichaamshouding. Dit is de houding die de hond laat zien als de hond nergens mee bezig is. Hieronder ziet u drie voorbeelden van de verschillende neutraalhoudingen.

Stress

Honden hebben verschillende manieren (gedrag) om aan te geven dat ze stress ervaren. Stress is normaal bij een leerproces maar mag niet overheersend zijn en het is goed om het te herkennen. Stress kan zich uiten in onder andere:

Gapen
Tongelen (het lijkt net of de hond zijn bovenlip aflikt)
Bek aflikken
Hijgen (kan bij inspanning en bij warmte natuurlijk normaal gedrag zijn).
Uitschudden

Agressie

Naast stress kunnen honden ook agressie laten zien. Vaak zijn hieraan vooraf al verschillende stress signalen geweest. Agressie kan op verschillende manieren worden geuit:

Het ontbloten van de tanden.
Borstelen (het opzetten van de haren)
Fixeren (het strak aankijken)
Verstarren (een soort verstijven)
Grommen (als het geen spel is)
Bijten (als het geen spel is)

Sociaal

Honden zijn erg sociale dieren. Ze hebben dan ook een aantal gedragingen om affectie te tonen en toenadering te zoeken.

Aandacht vragen
Uitnodigen tot spel
Verzorging (likken van handen, gezicht enz.)
Tegen je aan willen zitten/liggen

De beagle heeft een neutraalstand waarbij de staart recht omhoog staat. De oren hangen in neutraalstand plat tegen de kop. Bron foto: dogpedia

De golden retriever heeft een neutraalstand waarbij zijn staart recht naar achter staat. De oren staan in neutraalstand langs de kop. Bron foto: k9s

De duitse herder heeft een neutraalstand waarbij de staart recht naar beneden hangt. De oren staan in neutraalstand recht naar voren. Bron foto: streekradio

Als de oren of staart lager zijn dan de neutrale stand, geeft de hond aan dat hij bang is (ook wel onderdaning genoemd) in de situatie. Zijn de oren en staart hoger dan in de neutraalstand dan geeft de hond aan dat hij zich zelfverzekerd voelt in een situatie. Bijvoorbeeld: een golden retriever ziet de postbode lopen. Hij heeft een hoge staart en zijn oren naar voren. Dit geeft aan dat hij zelfverzekerd is tegenover de postbode. Dit heeft dus nog niets met agressie te maken. Als de hond zijn oren naar buiten heeft gedraaid (zodat je er een beetje in kan kijken), dan geeft de hond aan dat hij graag wil spelen. Hierbij zie je vaak de zogenoemde "spelboog". De hond buigt daarbij door zijn voorpoten en heeft zijn kont omhoog. Op deze manier nodigt de hond uit tot spelen.

Leerprincipes

Leren

Over het algemeen geldt bij honden dat gedrag wat iets oplevert zal toenemen en gedrag dat niets oplevert zal afnemen. Dit betekent dat als uw pup tegen u opspringt en u geeft hierop aandacht (een knuffel, praten of zelfs wegduwen) zal het opspringen steeds meer worden, het levert namelijk iets op. Springt de pup tegen u aan en gebeurt er niets (negeren) dan levert dit niets op en zal uw pup steeds minder opspringen.

Honden leren op twee verschillende manieren.

“Klassieke conditionering”

Bij Klassieke conditionering leert de hond verband te leggen tussen een (in eerste instantie) betekenisloos geluid of woord en een beloning. Uiteindelijk wordt het geluid of woord zelf belonend. Een bekend voorbeeld is de Pavlov reactie. Pavlov liet tegelijkertijd met het aanbieden van het voer de honden een geluidssignaal horen. Na een paar keer brachten de honden het horen van de bel in verband met het aangeboden krijgen van voedsel en begonnen hevig te speekselen. De honden hadden het horen van de bel gekoppeld aan het krijgen van voerDe bel gaf inmiddels dezelfde lichamelijke reactie als het krijgen van voer.

Een ander voorbeeld is het gebruik van commando’s bij het opvoeden en trainen van een pup. Een hond moet een commando uitvoeren en als hij dit doet wordt hij beloond met een “braaf” en tegelijkertijd een brokje. Het woordje “braaf” betekent in het begin nog niets voor de hond, maar omdat hij er elke keer een brokje bij krijgt, geeft alleen het woordje “braaf” na verloop van tijd een prettig gevoel.

“Operante conditionering”

Bij operante conditionering wordt een hond gestraft voor ongewenst gedrag en beloond voor gewenst gedrag. De bedoeling hiervan is dat ongewenst gedrag door straffen afneemt en zelfs verdwijnt en gewenst gedrag door belonen toeneemt. Het is erg belangrijk bij straffen en belonen dat het binnen drie seconden na het gedrag plaats vindt. Vindt het later plaats dan koppelt de hond het niet aan het gedrag dat u bedoelt.

Er zijn verschillende manieren om te straffen en te belonen. Een pup kan beloond worden bijvoorbeeld door middel van voer, stem of een speeltje. LET OP: met belonen door middel van een speeltje wordt bedoeld dat u het een speeltje geeft; niet dat u met de hond gaat spelen. Het straffen van een pup kan door hetgeen weg te halen dat hij graag wil, bijvoorbeeld: hij wil erg graag een kluifje en u haalt het weg. Andere voorbeelden zijn: negeren, time-out en verbaal straffen. Uiteraard moet worden gekeken of de straf verantwoord is.

Nadelen straffen

Te hard straffen leidt tot agressief gedrag of tot angstgedrag (u bent dan ook geen goede roedelleider). Als het gedrag niet afneemt, werkt de straf niet en zal er naar een alternatief gezocht moeten worden.

De opgroeiende hond

Socialiseren

Om een evenwichtige hond te krijgen is het belangrijk om de pup goed te socialiseren! Het helpt daarbij om met uw pup naar een hondenschool te gaan. Hier zal de pup vele indrukken opdoen en de begeleiders kunnen u goed op weg helpen met de gehoorzaamheid van uw hond. Ook vragen over het gedrag en hoe het een en ander aan te pakken in de opvoeding kunnen hier gesteld worden. Zorg ervoor dat u voor een hondenschool kiest met een trainingsmethode waar u achter staat.

Begrens indrukken

Natuurlijk wilt u lekker met uw pup op pad en hem kennis laten maken met zoveel mogelijk dingen. Dit is zeker van belang, maar net zo belangrijk is rust! Let erop dat u alle indrukken goed verspreid en niet te veel op een dag doet. Tussendoor slapen om alles te verwerken is voor puppy’s erg belangrijk. Bedenk voor uzelf waar u de hond aan wilt laten wennen. Een boerderijhond zal niet hoeven wennen aan een drukke winkelstraat en een stadshond niet aan koeien.

Levensfases

De meeste pups verlaten het nest naar een nieuwe eigenaar rond acht weken leeftijd. Ze zitten dan in de socialisatiefase (vier tot twaalf weken). Het gedrag van de pups bestaat nu vooral uit benaderen en kwispelen. Van schrik herstellen ze snel en ze willen graag de wereld ontdekken.

Van ongeveer drie tot zes maanden leeftijd komt de angstfase. In deze periode vinden ze veel dingen spannend en zullen dit proberen te ontwijken. Het is belangrijk uw pup rustig te begeleiden in het ontdekken van al het onbekende.

Na de angstfase komt wat ook wel de puberteit wordt genoemd. Een jonge blije hond die lekker zelf de wereld wil ontdekken en de baas soms wel eens vergeet. Ook in deze periode is het belangrijk om op een rustige manier uw hond te begeleiden een stabiele volwassen hond te worden.

Zindelijkheid

Het is belangrijk om uw pup niet te straffen als de behoefte in huis wordt gedaan. De pup kan dan bang worden en wil zijn behoefte opruimen voordat u het ziet. Als een pup zijn behoefte binnen doet, kunt u dat het beste zonder dat het de pup opvalt opruimen. Hoe lang een zindelijkheidstraining duurt verschilt per pup en per eigenaar. Elke keer als de pup geslapen, gegeten of gespeeld heeft, moet de pup worden opgepakt en buiten worden neergezet. Als de pup dan zijn behoefte doet, moet de pup worden beloond. De pup zal door de beloningen de link gaan leggen tussen de beloning en zijn behoefte buiten doen. Een handig hulpmiddel voor zindelijkheidstraining is de bench. Als u even bezig bent en u kunt niet op de pup letten, kunt u de pup in de bench doen. Een pup vervuilt namelijk nooit zijn eigen nest en zal de bench als zijn nest gaan zien. Zo kunt u rustig uw gang gaan zonder daarna de behoefte op te moeten ruimen van de pup. Bent u klaar dan is het wel belangrijk om gelijk met de pup naar buiten te gaan. Om de bench aan te leren, kunt de pup iets lekkers in de bench geven zoals: een bak met voer of een lekkere kluif. Zo gaat de hond "het leuke" koppelen aan de bench waardoor de bench ook als prettig wordt ervaren. Bron foto: medpets

Coprofagie (het eten van poep)

Coprofagie, oftewel het eten van ontlasting, is niet altijd abnormaal gedrag, hoewel het natuurlijk niet gewenst is. Voor de moederhond is dit normaal gedrag. Zij likt de ontlasting en urine op van haar pups.

Coprofagie kan meerdere oorzaken hebben:

Stress
Verveling
De hond is gecorrigeerd voor het poepen of plassen in huis, waardoor hij/zij geleerd heeft zijn/haar ontlasting dan maar snel op te eten voordat de baas erachter komt.

Hieronder wat tips die u thuis kunt proberen om het gedrag af te leren:

Begin altijd met het minstens twee keer (of meerdere keren) per dag voeren van uw hond. Het doel hiervan is dat de hond een vol gevoel behoudt gedurende de dag.
Laat uw hond aangelijnd uit, zodat u de hond makkelijk en snel bij u kan roepen. Als de hond naar de ontlasting kijkt of er naar toe wil, roept u de hond. Wanneer de hond bij u is, beloont u hem/haar uitbundig met uw stem en iets lekkers. Het doel hiervan is dat de hond bij het zien/ruiken van ontlasting snel naar zijn baas gaat, omdat hij/zij geleerd heeft dan een beloning te ontvangen.

Voor verdere tips en informatie kunt u contact opnemen met de kliniek.

Kind en hond

Beste maatjes

Honden en kinderen kunnen ontzettend leuk samengaan. Zowel voor kinderen als honden zitten er veel voordelen aan hun band. Er zijn een aantal dingen om rekening mee te houden en die goed zijn om aan kinderen te leren.

Belangrijke regels

Laat jonge kinderen niet met de hond alleen.
Laat de hond met rust als deze ligt te slapen, zeker als hij rustig in zijn bench of mand ligt.
Als de hond op zijn lekkere plekje ligt ook niet ervoor gaan zitten om te kijken, dit kan de hond ook storen en als dreigend ervaren.
Laat de hond met rust als hij aan het eten of kluiven is, ook al doet de hond niks. Het is belangrijk dat de hond rustig kan eten om baknijd ( het verdedigen van de voerbak) te voorkomen.
Staar niet in de ogen van een hond. Staren in de ogen van een hond komt bedreigend over.

Interactieve spelletjes

Kinderen en honden kunnen onder begeleiding heerlijk spelen. Een balletje gooien of zoekspelletjes zijn perfect voor een leuke interactie tussen uw kinderen en de hond.

Een zoekspelletje kan heel makkelijk door de hond bijvoorbeeld even in een andere ruimte te doen. Doe de deur dicht en laat uw kind wat lekkers verstoppen in de ruimte waar de hond niet is. Laat het kind de deur weer opendoen en ‘zoek’ zeggen. Snapt de hond nog niet helemaal wat de bedoeling is? Laat het kind dan helpen door het lekkers aan te wijzen.

Een ander leuk spel is een balletje of speeltje weggooien die de hond weer terug komt brengen. Laat uw kind de hond een snoepje geven voor het terugbrengen van het speeltje en gooi deze weer opnieuw. Snapt de hond het nog niet helemaal? Oefen het eerst een paar keer zelf en ruil wat de hond in zijn bek heeft voor iets lekkers.

Ongewenst gedrag

Ongewenst gedrag kan veel verschillende dingen omvatten. Het kunnen dingen zijn zoals opspringen, aan de lijn trekken, blaffen bij visite, agressie naar andere honden of mensen en zo nog veel meer. Dit ongewenste gedrag kan veel verschillende oorzaken hebben. Voordat het probleem aangepakt kan worden is het belangrijk de oorzaak hiervan te weten. Straffen voor het ongewenste gedrag is eigenlijk nooit de oplossing. Dit vermindert de band tussen baas en hond en zo leert de hond ook niet wat wel de bedoeling is. Welke oplossing het beste is, is per hond en baas verschillend. Dit heeft ook weer met de oorzaak te maken. Om er achter te komen wat de oorzaak is kunt u het beste contact opnemen met een gecertificeerde gedragstherapeut. Die kunnen u op een correcte proffesionele manier begeleiden. Op de site van Quiebus vindt u proffesionele gecertificeerde gedragstherapeuten die op een positieve manier met u en uw hond aan de slag gaan. Op de site ziet u aan de linkerkant een landkaart met de verschillende provicies. Als u op een van deze provincies klikt ziet u de geragstherapeuten of de hondenscholen in de desbetreffende regio.

Onze assistentes Suzanne en Susanne houden zich tevens bezig met het gedrag van honden. Mocht u vragen hebben over de opvoeding of het gedrag van uw hond kunt u ook bij hen terecht. Suzanne werkt op de vestiging in Oudewater en Susanne op de vestiging in Benschop.

Gevaren van grasaren bij de hond

Grasaren

In de zomermaanden staat het gras in bloei. Veel grassoorten produceren zaad aan een 'grasaar'. Deze grasaren hebben kleine weerhaakjes en zijn voorzien van een scherpe punt. Hierdoor kunnen ze in de vacht van uw hond of kat blijven hangen en ‘kruipen’ ze als het ware steeds verder. Terug gaat vaak niet meer vanwege de weerhaakjes. Dit kan problemen geven in de oren, de ogen, tussen de voetkussentjes, de keel of in de neus.

Verschijnselen bij problemen

Afhankelijk van de locatie van de grasaar kunt u de volgende verschijnselen waarnemen:

Tussen de voetkussentjes
De hond loopt kreupel en likt veel aan de poot. Als niet snel wordt ingegrepen kan de grasaar in de poot dringen en hogerop kruipen
In het oor
De hond schudt veel met de kop en verdraagt aanraking van de oren slecht. De grasaar kan steeds dieper de gehoorgang in kruipen en uiteindelijk door het trommelvlies heen gaan.
In het oog
acuut knijpen met het oog, tranen en wrijven met de poot langs het oog
In de neus
niezen, met de poot steeds naar de neus slaan en op een later tijdstip neusuitvloeiing of snot
In de keel
(loos) braken, kokhalzen.

Mocht u een van deze verschijnselen bij uw hond opmerken, neem dan contact met ons op. Hoe eerder de grasaar wordt opgemerkt, hoe kleiner de kans op (blijvende) schade en hoe korter het verwijderen duurt.

Voorkomen

Controleer uw dier regelmatig op grasaren na een wandeling. De grasaren blijven makkelijke in de vacht of tussen de tenen en voetkussentjes steken. Verwijder ze zodra u ze ziet. Mocht u verschijnselen opmerken die kunnen passen bij een vastgelopen grasaar, neemt u dan contact met ons op voor overleg.

Gevonden of Vermist

Gevonden

Als u een hond heeft gevonden kunt u het beste naar een dierenarts of asiel in de buurt gaan om te kijken of de hond misschien is gechipt. Een dierenarts kan een eventuele chip uitlezen en kijken of het nummer is geregistreerd. Heeft de hond een chip en is deze juist geregistreerd kunnen eigenaar en hond snel weer met elkaar worden herenigd. Er kan gekeken worden naar verschillende websites en eventueel andere dierenarten en asiels in de buurt kunnen worden gebeld. Sites voor vermiste en gevonden dieren zijn www.amivedi.nl en www.mijndieriszoek.nl. Het kan ook zijn dat een hond niet is gechipt. In dit geval komen honden vaak terecht in het asiel. Hier blijven ze tot de baas is gevonden. Gebeurd dit niet, dan komen ze vrij voor adoptie.

Vermist

Het kan voorkomen dat u onverhoopt uw hond kwijt bent geraakt. Het is dan belangrijk om zo snel mogelijk zoveel mogelijk instanties in te lichten.U kunt aan de volgende instaties denken.

Dierenartsen: Niet alleen uw eigen dierenarts maar meerdere in uw omgeving.
Dierenasiel: Op internet kunt u kijken welk asiel over uw regio gaat, dit asiel inlichten.
Als uw hond gechipt is, de desbetreffende databank inlichten.
Uw dier aanmelden op www.amivedi.nl en www.mijndieriszoek.nl

Ook is het belangrijk om een goed signalement te kunnen geven. De volgende dingen zijn handig om door te geven:

Ras
Leeftijd
Kleur en aftekeningen
Bijzondere uiterlijke kenmerken
Chipnummer
Het is fijn om een duidelijke foto te hebben

Gewrichten hond

Gewrichtsproblemen

Door gewrichten is het mogelijk om te bewegen. Dit geldt voor ons mensen, maar ook voor de hond. Een gewricht bestaat uit twee botten waartussen beweging mogelijk is. Om de krachten op het gewricht op de vangen, zijn de uiteinden van de botten beschermd met kraakbeen. In de gewrichtsholte bevindt zich een vloeistof, synovia, die ervoor zorgt dat de botten soepel langs elkaar heen kunnen bewegen.

Het gewricht wordt stabiel gehouden met behulp van gewrichtsbanden (ligamenten) die zich aan de buitenkant van het gewricht bevinden. Daarnaast helpen bijvoorbeeld ook de meniscus (onderdeel van de knie) en de slijmbeurzen mee voor de stabiliteit van het gewricht.

Als er iets mis gaat met een gewricht wordt de functie van het gewricht belemmerd. Dit kan grote gevolgen hebben voor de bewegingen van het dier.

Een aantal gewrichtsproblemen komen relatief vaak voor, deze worden hieronder beschreven.

Heupdysplasie

Door te veel speling in het gewricht (onvoldoende ontwikkelde gewrichtsbanden en bekkenspieren) bij pups, ontstaan er vervormingen van de heupkom (wordt ondiep) en de heupkop (wordt meer afgeplat in plaats van afgerond) en raakt het gewrichtskapsel uitgerekt.
De aanleg van teveel speling in het gewricht is deels erfelijk bepaald, maar wordt ook deels bepaald door andere factoren als voeding, beweging en overgewicht.
Doordat er teveel speling in het gewricht is ontstaan er beschadigingen welke ontstekingen en pijn geven.  Als de heupkom erg ondiep is, kan de heupkop er zelfs uitschieten (heupluxatie). Door de beschadigingen zal de hond snel artrose gaan ontwikkelen.
Risicorassen: oa Berner Sennen, Labrador, Duitse herder, Bouvier, Rottweiler, Bordeaux dog, Basset.
Afhankelijk van de grootte en de leeftijd van de hond en de mate van Hd kan er worden besloten tot operatie of medicatie in combinatie met een bewegingsplan.

Elleboogdysplasie

Elleboogdysplasie is een verzamelnaam voor vier afwijkingen die in het ellebooggewricht kunnen voorkomen. Het kan zijn dat de gewrichtsvlakken niet goed op elkaar aansluiten (incongruentie), dat er een stukje kraakbeen los komt te liggen (osteochondrosis dissecans), of dat een stukje bot los komt te liggen (LPA en LPC).
Net als bij Hd is het ontwikkelen van ED deels erfelijk en deels door factoren als voeding, beweging en overgewicht bepaald.
Risicorassen: Duitse herder, Labrador en Golden retriever,  Bouvier, Border collie
Net als bij HD is de therapie chirurgie of een combinatie van bewegingsregime en medicatie.

Artrose

Oudere honden krijgen op den duur last van osteo-arthritis (arthrose). Hierdoor ontstaan er ontstekingen in het oppervlakte van gewrichten. Dit leidt ertoe dat de gewrichten verstijven en dat bewegen pijnlijk wordt. Hoewel arthrose vooral voorkomt bij de middelgrote en grote rassen, kunnen ook kleine rassen hier last van krijgen. Het arthroseproces verloopt geleidelijk en een hond zal niet snel laten zien dat hij pijn heeft. Zo kan het gebeuren dat het de eigenaar vaak niet opvalt en het bestempeld wordt als ouderdom.

Een hond met arthrose zal moeilijker kunnen opstaan en/of gaan liggen, niet meer willen (op)springen, minder zin hebben in spelen/lopen/rennen, pijn hebben bij optillen, chagrijnig zijn, etc.

Arthrose is helaas niet te genezen. Wel is het mogelijk om het ontstekingsproces zoveel mogelijk te vertragen en te pijn te verminderen/te verhelpen. Dit kan bijvoorbeeld met behulp goede medicatie, voeding, een aangepast bewegingsschema en/of fysiotherapie. Ook het juiste gewicht is zeer belangrijk en indien nodig moet de hond dus afvallen.

Voorkomen

Wees bewust wat voor voer u uw pup geeft. Zeker pups van grote honden moeten op een goed voer worden gezet om te voorkomen dat ze te snel groeien en daardoor groeipijnen en/of gewrichtsklachten krijgen.
Het is belangrijk dat de voeding ook de juiste verhoudingen Calcium en Fosfor heeft. Dit mag niet te weinig zijn, maar ook zeker niet te veel.
Voor honden bekend met gewrichtsproblemen bestaan er diverse diëten. Deze diëten zorgen door hun samenstelling er voor dat de gewrichten zoveel mogelijk worden ondersteund.
Rechtlijnige beweging en zwemmen zijn weinig belastend voor de gewrichten. Korte snelle bewegingen en draaiingen zijn erg belastend voor de gewrichten en zeker bij risicorassen moet dat zoveel mogelijk worden voorkomen.
Lopen naast de fiets is een goede manier om de spieren rondom het gewricht te versterken. Wel moet hierbij niet te jong worden begonnen, omdat het dan nog te belastend is voor de gewrichten in de groei. Bij het fietsen is het belangrijk dat de hond loopt (stap) of draaft. Hard rennen (galopperen) is niet goed voor de gewrichten.
Als vuistregel kan worden genomen dat men kan beginnen met het trainen van de spieren  vanaf een leeftijd van vier tot zes maanden bij een eindgewicht van 15-90 kg.
Voorkom traplopen en springen zoveel mogelijk
Als uw hond bekend is met gewrichtsproblemen of  heeft u een pup van een risicoras, zorg dan voor een ruwe ondergrond. Op een gladde ondergrond kunnen ze snel uitglijden met alle mogelijke gevolgen van dien.
Voorkom overgewicht!

Voeding

Er is speciale voeding ter ondersteuning van de gewrichten. In dit voer zitten extra vitamines, mineralen en supplementen ter ondersteuning van de gewrichten. Hierdoor wordt bewegen vaak makkelijker. De volgende voeders zijn bij ons verkrijgbaar:

Sanimed anti-osteoarthritis: ter ondersteunig van gewrichten
Hill’s J/D: ter ondersteunig van gewrichten
Hill’s J/D Reduced calorie: te ondersteuning van gewrichten voor honden die gevoelig zijn voor overgewicht.
Hill’s Metabolic+mobility: ter ondersteuning van gewrichten voor honden met overgewicht.

Neem voor meer informatie over voeding als ondersteuning voor gewrichten contact op met de praktijk.

Hersenwerk voor honden

Waarom een hond geestelijk uitdagen?

Het is belangrijk dat uw hond naast voldoende beweging ook geestelijk genoeg wordt uitgedaagd. Honden kunnen soms lichamelijk uitgeput zijn maar geestelijk nog steeds verveeld zijn. Dit kan zich uiten door slopen, blaffen, piepen, graven en andere ongewenste gedragingen. Honden die steeds meer beweging krijgen om rustig te worden krijgen een steeds betere conditie en moeten dus steeds langer bewegen om moe te worden. Hersenwerk daarentegen is makkelijk te gebruiken en in veel verschillende niveaus te maken en verkrijgen. Daarnaast kan dit ook goed gebruikt worden op de warmere dagen als wandelen met de hond niet verstandig is.

Het hoeft niet duur te zijn

Natuurlijk zijn er honderden verschillende soorten hersenwerkjes voor honden op internet te verkrijgen. Deze zijn leuk en mooi, maar vaak ook erg prijzig. Er zijn een hele hoop mogelijkheden om zelf dingen te maken / verzinnen om uw hond aan het denken te zetten. Hieronder vindt u een aantal (van de honderden) mogelijkheden om uw hond aan het denken te zetten.

Voeding

Voer wordt vaak gebruikt als motivatie / beloning, het is daarom belangrijk om rekening te houden met de hoeveelheid voeding van uw hond. Gebruik zijn dagelijkse portie voer, of haal hier iets vanaf als u ander voedsel gebruikt als motivatie. Doet u dit niet dan is de kans groot dat u hond zwaarder wordt en dat is nou net niet de bedoeling.

Niet alleen laten

Als u zelf dingen maakt die eventueel stuk kunnen worden gemaakt door de hond, laat ze er dan niet mee alleen. Het kan namelijk zo zijn dat de geur en smaak van het lekkers wel in uw kunstwerk is getrokken. Als de hond dan probeert om delen op te eten kan dit gevaarlijke situaties opleveren. Daarnaast kunnen honden gefrustreerd raken als er geen lekkers meer uitkomt, dit willen we natuurlijk voorkomen.

Brokjes verstoppen

Ook zonder enig hulpmiddel kunt u uw hond laten zoeken. Dit kan bijvoorbeeld door brokjes in huis of in de tuin te verstoppen. Het is wel belangrijk om makkelijk te beginnen en het steeds iets moeilijker te maken. Het werkt het beste als de hond niet ziet waar u de brokjes neerlegt. Doe daarom, als het kan, de hond even in de tuin of in de gang. Leg dan de brokjes neer. Eerst legt u ze in het zicht en naarmate de hond er beter in wordt kunt u de brokjes steeds beter gaan verstoppen. Dit geeft gegarandeerd uitdaging voor de hond!

Brokjes in een doos

Dit is erg makkelijk om zelf te maken en kan ook in moeilijkheid worden aangepast, u kunt namelijk zelf bepalen hoeveel en hoe groot de gaten zijn die u maakt. Pak een doos en een mesje of schaar. Maak nu een aantal openingen in de doos, doe de brokjes erin en klaar is Kees! De doos overleeft het avontuur vaak niet. Let er daarom op dat de hond geen stukjes karton op eet en blijf altijd in de buurt.

Kong

De kong heeft een conische vorm en is hol van binnen. Door de kong met lekkers te vullen is de hond even bezig om alles op te peuzelen en moet hij daarnaast nadenken over hoe hij de lekkernijnen er er beste uit kan halen.  Er zijn verschillende producten op de markt gebracht om te gebruiken in de kong. Er zijn echter ook verschillende mogelijkheden om zelf de kong te vullen. Denk hierbij aan: ei erin en dan in de magnetron, yoghurt en dan invriezen, pathe en nog veel meer andere dingen. Er zijn online veel recepten te vinden.

Voedings pyramide

Dit is een plastic kong die aan de onderkant is verzwaard, aan de bovenkant zit één gat. Doordat de onderkant verzwaard is blijft de kong automatisch rechtop staan. De hond moet door middel van zijn neus of poten de kong zo rollen dat de brokjes eruit vallen. Als de hond er niet meer tegenaan duwt dan gaat de kong weer overeind staan en komen er geen brokjes meer uit. Deze kong is uitermate geschikt om het dageljikse voer van uw hond in te geven.

Snuffelkleed

Een (fleece) kleed wordt als onderstuk gebruikt. Hierop kunt u door middel van garen verschillende dingen op vast maken. Denk hierbij aan washandjes, babyslofjes, strookjes stof enz. In en onder deze attributen kunnen dan brokjes worden verstopt.

Snuffelmat

Een snuffelmat is eenvoudig te maken. Neem een verfrekje of een deurmat met gaten en knip een fleecekleed in stroken. Deze stroken knoopt u aan het rekje of de deurmat en u heeft een snuffelmat. Verstop de brokjes ertussen en uw hond kan heerlijk snuffelen. Heeft u gras in de achertuin? Dit kan ook perfect dienen als snuffelmat. Strooi een hand brokjes uit en de hond kan heerlijk snuffelen!

Enthousiast geworden?

Dit zijn maar een aantal van de mogelijkheden die er zijn. Kijk eens online naar alle mogelijkheden of vraag vrienden en kennissen naar ideeën. Haal alle spullen in huis en ga lekker aan de slag. Uw hond zal u dankbaar zijn!

Het oudere dier - de hond

De senior hond

Als 75% van de levensverwachting van het ras is bereikt noemen we een dier senior. Voor honden is dit gemiddeld negen jaar, en voor de grotere hondenrassen is dit zeven jaar. Met het ouder worden van de hond neemt ook de kans op een aantal ziektes/beperkingen toe. Zo zal het immuunsysteem minder goed gaan functioneren, waardoor ze vatbaarder worden voor infecties. Daarnaast worden ook de organen ouder en kunnen ze minder goed gaan functioneren (bijvoorbeeld de nieren). Vaak verandert ook de huid en de vacht van de hond en ze kunnen moeite krijgen met lopen en opstaan (arthrose). Daarnaast laten honden vaak niet zien dat ze ergens last van hebben. Dit komt omdat zwakke dieren in het wild worden afgestoten waardoor ze een makkelijke prooi zijn.

We hebben hieronder een aantal onderwerpen op een rijtje gezet die vaak komen kijken bij een oudere hond.

Gezondheidscheck

Om bij oudere dieren op tijd bepaalde ziekten te signaleren, is een één of zelfs twee jaarlijkse ‘senior check up’ aan te raden. Er wordt dan een lichamelijke onderzoek uitgevoerd, er wordt naar het gewicht gekeken en er wordt een urine- en/of bloedonderzoek gedaan. Via de urine en het bloedonderzoek wordt er onder andere gekeken naar de nieren, de lever, de alvleesklier, de eiwitten, de zouten en mineralen, het aantal rode bloedcellen en de ontstekingscellen.

Door middel van deze onderzoeken worden aandoeningen eerder opgemerkt, nog voordat uw dier klachten heeft. In een eerder stadium zijn deze aandoeningen vaak beter en eenvoudiger te behandelen. En daarmee neemt ook de levensverwachting toe, met een goede kwaliteit van leven. Bron foto: dierennieuws

Senior voeding

De leeftijd waarop je moet starten met senior voeding is afhankelijk van de grootte van de hond en het merk van de voeding. De richtlijnen hiervoor staan op de verpakking. Met behulp van senior voeding wordt de weerstand van de hond vergroot en wordt voorzien in specifieke voedingsstoffen die kunnen helpen de gezondheid van de senior te verbeteren. Een aantal van deze veranderingen zijn:

Betere kwaliteit van eiwitten, waardoor deze beter worden opgenomen.
Minder vetten waardoor honden beter op gewicht blijven.
Vezels voor extra stimulering van de darmen.
Extra anti-oxidanten om de weerstand te verhogen. Bron foto:dogmeat.nl

Gewrichten

Veel oude honden krijgen last van osteo-arthritis (arthrose). Hierdoor ontstaan er ontstekingen in het oppervlakte van gewrichten. Dit leidt ertoe dat de gewrichten verstijven en dat bewegen pijnlijk wordt. Hoewel arthrose vooral voorkomt bij de middelgrote en grote rassen, kunnen ook kleine rassen hier last van krijgen. Het arthrose proces verloopt geleidelijk en een hond zal niet snel laten zien dat hij pijn heeft. Zo kan het gebeuren dat het de eigenaar vaak niet opvalt en het bestempeld word als ouderdom.Een hond met arthrose zal moeilijker kunnen opstaan en/of gaan liggen, niet meer willen (op)springen, minder zin hebben in spelen/lopen/rennen, pijn hebben bij optillen, chagrijnig zijn, etc.

Arthrose is helaas niet te genezen. Wel is het mogelijk om het ontstekingsproces zoveel mogelijk te vertragen en te pijn te verminderen/te verhelpen. Dit kan bijvoorbeeld met behulp goede medicatie, voeding, een aangepast bewegingsschema en/of fysiotherapie. Ook het juiste gewicht is zeer belangrijk en indien nodig moet de hond dus afvallen. Hierdoor zal de hond minder pijn hebben en makkelijker kunnen bewegen.

Nierfalen

Naarmate een dier ouder wordt, kunnen bepaalde organen, zoals de nieren, minder goed gaan functioneren. Pas als meer dan tweederde deel van de nieren niet meer werkt, zullen er klachten zichtbaar worden! Nieren hebben, net als de lever, een enorme reserve capaciteit. Als een deel van het orgaan onbruikbaar is geworden, neemt een andere deel het werk over. Hierdoor komt het vaak voor dat de verminderde nierfunctie vaak al maanden tot zelfs jaren geleden is begonnen.

De nieren filteren het bloed, waardoor afvalstoffen via de urine het lichaam verlaten. Als de nieren niet goed meer werken, zal het bloed minder goed gezuiverd worden, waardoor afvalstoffen zich in het lichaam gaan ophopen. Klachten die bij nierfalen passen zijn:

Verminderde eetlust
Vermageren
Meer drinken en meer plassen
Braken
Slechte vacht (minder glanzend, opstaand, plukkerig)
Uit de bek stinken
Slomer worden
Blindheid / altijd grote pupillen

Aan de hand van urine- en bloedonderzoek kunnen we nierfalen diagnosticeren. Eventueel kan aanvullend onderzoek in de vorm van een bloeddrukmeting en een echo nodig zijn.

Een nierprobleem is niet te genezen. Wel kunnen we met behulp van infusen, speciaal dieetvoer en bepaalde medicatie ervoor zorgen dat de nieren zoveel mogelijk worden ontlast en de overgebleven functie wordt geoptimaliseerd. Zodoende houdt de hond een zo goed mogelijke kwaliteit van leven.

Hoe eerder een nierprobleem wordt opgemerkt, hoe beter het te behandelen is en hoe beter het vooruitzicht. Zoals eerder genoemd, wanneer er klachten optreden, is tweederde deel van de nieren al verloren. Daarom is een senior check (zie eerder) met het oog op het tijdig opsporen van nierproblemen erg aan te raden!

Tumoren en bulten

Tumoren kunnen in veel vormen voorkomen. Het kunnen bijvoorbeeld duidelijk zichtbare 'bulten' zijn. Soms zijn die bulten onschuldig, bijvoorbeeld vetbulten, maar het kunnen ook kwaadaardige tumoren zijn. Dit is niet aan de buitenkant te beoordelen. Om er achter te komen wat er aan de hand is, kunnen er cellen worden afgenomen uit de bult of kan de hele bult opgestuurd worden voor onderzoek. Hoe eerder de bult wordt onderzocht, hoe beter, omdat de behandelopties en daarmee de prognose met name bij kwaadaardige tumoren dan beter zijn.

Controleer uw hond daarom wekelijks op bulten en neem contact op zodra u een bult heeft gevonden. Bij niet-gesteriliseerde teven is de kans op (kwaadaardige) melkkliertumoren groot; controleer het gebied rondom de tepels daarom regelmatig.

Helaas kunnen tumoren ook inwendig voorkomen, zoals milt- en levertumoren. Verschijnselen die bij dit soort tumoren zijn erg uiteenlopend en soms zelfs vaag.

De Veterinary Cancer Society heeft een lijst opgesteld met de tien meest voorkomende symptomen die op tumoren kunnen wijzen:

Abnormale diktes die niet verdwijnen of groter worden
Zweren die niet genezen
Vermageren
Geen tot weinig eetlust
Bloedverlies of andere uitvloeiingen uit lichaamsopeningen
Verspreiding van een onaangename geur
Problemen met eten of slikken
Geen zin om te gaan wandelen, spelen of een verminderd uithoudingsvermogen
Aanhoudende kreupelheid
Problemen met ademhalen/hoesten, urineren of ontlasten. Bron foto: DK de Schakel

Dementie

Met het ouder worden ontstaan er veranderingen in de hersenen die invloed hebben op het geheugen, gedrag en leervermogen. Bij mensen noemen we dit seniliteit of dementie, bij honden noemen we dit het cognitieve dysfunctie syndroom. Bij honden lijkt het te maken te hebben met een verminderde doorbloeding naar de hersencellen en teveel vrije radicalen (schadelijke stoffen) in de hersenen.

Dementie is moeilijk aan te tonen, er bestaan geen testen voor. De klachten kunnen ook passen bij bepaalde hersentumoren of aandoeningen van bepaalde organen. Het is daarom belangrijk andere aandoeningen eerst uit te sluiten. Als andere aandoeningen niet waarschijnlijk lijken, kan op basis van de klachten de waarschijnlijkheidsdiagnose dementie worden gesteld.

Er kunnen verschillende symptomen ontstaan, onder andere:

Desoriëntatie - De hond weet de weg naar huis niet meer, weet niet meer wie u bent, loopt tegen objecten aan, weet niet meer door welke deur hij naar buiten/binnen moet.
Minder ruimtelijk inzicht - Niet inzien dat ze ergens niet onderdoor/doorheen kunnen of klem komen te zitten tussen twee objecten en dan zo blijven staan.
Veranderd activiteitsniveau: eindeloos & doelloos rond lopen, likken aan objecten, apathisch/in het niets staren, happen naar dingen die er niet zijn, afgenomen nieuwsgierigheid/ontdekkingsgedrag.
Veranderingen in sociale omgang - Begroet familieleden of andere bekende dieren niet meer, worden agressief of juist heel erg aanhalig, kennen commando’s & truucjes niet meer.
Veranderingen in slaappatroon - Slaapt veel overdag en is ’s nachts onrustig of slaapt continu, begint ’s nachts zomaar te blaffen.
Onzindelijkheid - Honden kunnen hun hele zindelijkheidstraining vergeten. Onzindelijkheid kan ook medische oorzaken hebben. Het is daarom belangrijk dit door een dierenarts te laten onderzoeken en zo eventuele andere oorzaken uit te sluiten.
Angst en paniek - Een demente hond kan veel angstiger gaan reageren en in bepaalde situaties in paniek raken, bijv. verlatingsangst. Janken, blaffen en onzindelijkheid kunnen voorkomen tijdens uw afwezigheid.
Verminderd gehoor, zicht en reuk - Dit kan ook medische oorzaken hebben. Het is daarom belangrijk dit door een dierenarts te laten onderzoeken en zo eventuele andere oorzaken uit te sluiten.
Veranderde eetlust - meer of juist minder

Dementie is niet te genezen. Wel kan het proces met speciale voeding en/of supplementen worden geremd. Daarnaast is er voor de eigenaar ook een taak weggelegd in het op de juiste manier begeleiden van de hond (de hond actief en alert houden, stress zoveel mogelijk vermijden, etc.); regelmaat is hierbij erg belangrijk. Het belangrijkste is dat  het welzijn van het dier voorop staat. Overleg samen met de dierenarts of behandeling nog zinvol is en tot hoe ver u moet gaan.

Geriatrisch vestibulair syndroom

Soms kunnen oudere honden een soort aanval krijgen, vergelijkbaar met een hersenbloeding bij de mens. Een hersenbloeding bij een hond is echter zeldzaam. De ‘aanval’ heeft een onbekende oorzaak welke zich in het evenwichtsorgaan bevindt. We noemen het daarom ook wel het geriatrisch vestibulair syndroom. De symptomen ontstaan acuut en kunnen erg heftig zijn:

Scheve kopstand
Het niet stil kunnen houden van hun ogen (gaan snel heen en weer)
Zwalken, cirkelen en omvallen
Niet meer op kunnen staan
Braken en misselijkheid, niet willen eten
Onrust

Er zijn geen medicijnen tegen het vestibulair syndroom. De aandoening treedt acuut op en lijkt zeer ernstig, maar verdwijnt normaliter snel. Na 24-78 uur is er al een aanzienlijke verbetering opgetreden. De klachten verdwijnen vaak compleet na zeven tot veertien dagen. Soms houden de honden er een scheve kopstand aan over. Medicatie tegen de misselijkheid kan soms verlichting geven. Verder is vooral ondersteuning en aandacht belangrijk.

Oren

Net als bij mensen gaan honden op den duur ook minder horen. Hierdoor zullen ze vaak dieper slapen. Ze worden niet meer wakker van de omgevingsgeluiden. Wees dan ook voorzichtig met het wakker maken of benaderen van de hond. Laat van tevoren weten dat u naar hem/haar toekomt, bijvoorbeeld door even op de grond te stampen. De hond is dan voorbereid dat er iets in zijn omgeving is en zal minder snel schrikken en als gevolg hiervan bijten. Ook met uitlaten is het belangrijk te beseffen dat uw hond doof is. Hij zal auto’s en brommers niet meer horen aankomen en ook niet horen als u hem terugroept. Het veiligste is als u hem/haar aan de lijn houdt.

Ogen

Naarmate een hond ouder wordt, valt vaak op dat de ogen een blauwgrijze waas krijgen. Dit noemen we ook wel ouderdomsstaar. De blauwgrijze kleur ontstaat doordat de lens troebel wordt, oftewel lens cataract. De vertroebeling van de lens is progressief, waardoor de hond langzaamaan steeds minder gaat zien. Het is te vergelijken met het kijken door een matglazen deur: contouren en licht en donker zijn te zien, maar de details niet. Vooral in het donker kunnen ze weinig zien. Hierdoor kunnen ze in de schemering en in het donker angstiger worden en sneller blaffen of niet meer mee willen lopen met het laatste rondje.

Helemaal blind worden de meeste honden niet en doordat het proces langzaam gaat, wennen de meeste honden er snel aan. Het voordeel is dat honden een ontzettend sterk reukvermogen hebben, waardoor ze zich heel snel aan de nieuwe situatie aanpassen.

Probeer in de directe leefomgeving van de hond de situatie zoveel mogelijk hetzelfde te houden (zo min mogelijk objecten verplaatsen), hierdoor zal de hond prima zijn weg kunnen vinden. Bron foto: Stabyhoun

Gebit

Parodontitis is het meest voorkomende gebitsprobleem bij oudere honden. Het is een ontsteking van het tandvlees, waardoor de tanden of kiezen uiteindelijk los komen te zitten. Behalve dat deze aandoening pijnlijk is, vormt een slecht gebit ook een bron van infectie. Dit kan zeker bij oudere dieren of dieren met een verzwakte afweer leiden tot ontstekingen van belangrijke organen, zoals het hart, de alvleesklier of de nieren. Daarom is een gezond gebit juist bij deze dieren erg belangrijk! Kijk voor meer informatie onder het kopje Gebitsproblemen hond.

Ontwormen hond

Pups worden voor de geboorte al besmet met wormeieren en kort na de geboorte vindt besmetting plaats via de moedermelk. Belangrijk is dan ook de moederhond goed te ontwormen! Zo vermindert u de kans op een vroege worminfectie bij de pups. Daarnaast is op tijd beginnen met ontwormen van de pups belangrijk om de wormlast van de pups onder controle te houden. Het is aan te raden om de moederhond ook 2x met de pups mee te ontwormen.

Ontwormingsschema hond

2, 4, 6 en 8 weken leeftijd
Iedere maand tot en met een half jaar
Daarna 4x per jaar ontwormen

Ontwormings schema buitenland

Indien uw hond mee gaat op vakantie in het buitenland loopt de hond kans op een infectie met hartworm. Om dit te voorkomen wordt het volgende ontwormschema aangeraden.

2 weken voor vertrek
Iedere 4 weken zolang u in het buitenland bent
Dag van thuiskomst
Maand na thuiskomst

Waarom ontwormen?

Uw hond kan makkelijk besmet raken met wormen, zelfs als ze weinig of niet buiten komen. U kunt de eitjes onder uw schoenen mee naar binnen nemen, de hond  loopt waar u gelopen heeft, likt zijn poten af en dan zijn ze binnen. In uw dier gaan de eitjes zich ontwikkelen tot volwassen wormen. Deze kunnen uiteindelijk als er niets aan word gedaan ernstige gevolgen hebben. De darmen of bloedvaten kunnen verstopt raken en uitendelijk kan uw dier er zelfs aan overlijden. Nog een andere reden om uw dier te ontwormen, is dat een deel van de wormen ook besmettelijk is voor mensen. Mocht uw hond een keer in de tuin poepen en u gaat later de tuin doen en komt in aanraking met de aarde, dan heeft u ook kans besmet te raken met de wormen. Ook mensen kunnen hier uiteindelijk problemen aan ondervinden.

Tegen welke wormen wordt er ontwormd?

Het ligt eraan welk middel u gebruikt maar de ontworming van Milbemax die wij meegeven help tegen de volgende wormen:

Haak & zweep worm
Rondworm
Lintworm
Ter preventie van hartworm

"Mijn hond heeft geen wormen, want ik zie ze nooit"

Helaas… Elke hond, hoe goed hij ook verzorgd wordt, heeft wormen. Spoelwormeitjes zijn namelijk microscopisch klein en vormen een normaal onderdeel van het straatstof. Iedere hond neemt dan ook via de bek wormeitjes op. In de maag en het darmkanaal ontwikkelen de eitjes zich via enkele larve-stadia uiteindelijk tot volwassen wormen die in de darm leven. De volwassen wormen scheiden zelf weer eitjes uit, die via de ontlasting van de hond in de buitenwereld belanden. Daar worden ze opgenomen door een volgende hond, en zo is de cirkel rond. De volwassen wormen sterven uiteindelijk in de darm en worden daar door de hond verteerd, net als voedsel.

U zult dus zelden een worm in de ontlasting van uw hond zien: de volwassen worm leeft uitsluitend in de darm. Als u wel wormen (levend of dood) in de ontlasting ziet, betekent dit dat uw hond letterlijk ‘van kop tot kont’ vol zit met wormen. Oftewel: een zware wormbesmetting. In zulke gevallen is het verstandig om uw hond direct met een geschikt middel te ontwormen en dit twee weken later te herhalen. Om te voorkomen dat het (nogmaals) zo erg wordt, ontwormt u uw hond standaard elke 3 maanden (elk kwartaal).

Kort na een ontworming kan het voorkomen dat u wél wormen in de ontlasting ziet. Dit komt doordat de wormen die in de darm aanwezig waren massaal afsterven. Soms worden ze niet allemaal verteerd, en ziet u ze dus terug in de ontlasting.

Spoelwormen

Foto bron: wikipedia.nl

Spoelwormen (Toxocara spp.) komen zeer veel voor. Ze zien eruit als spaghetti of ‘elastiekjes’. Honden raken besmet via de moedermelk, door opname van wormeitjes uit straatstof en/of door het eten van besmette prooidieren, zoals muizen. Pups met spoelwormen groeien minder goed en kunnen diarree krijgen. Gezonde volwassen dieren zijn er zelden ziek van. Als een hond met spoelwormen echter een andere darminfectie krijgt, kan zo’n hond wel langer en ernstigere klachten hebben dan een goed ontwormde hond. Ook mensen kunnen besmet raken met de spoelworm van de hond. Vooral mensen met een verminderde weerstand, zoals kleine kinderen, ouderen en zieke mensen, kunnen klachten ontwikkelen na infectie. De larven van de spoelworm kunnen in het lichaam een trektocht maken en de nodige schade aanrichten aan de organen. Er zijn ook sterke aanwijzingen dat spoelwormen van hond en kat te maken hebben met astmatische klachten bij de mens. (NB: de spoelworm die in de darm van de mens voorkomt is niet afkomstig van huisdieren, maar van andere mensen)

Lintwormen

Foto bron: wikipedia.nl

Lintwormen (Dipilydium caninum) worden soms gezien als kleine rijstkorreltjes rond de anus of in de mand. Dit zijn segmenten (deeltjes) van de worm en zitten vol eitjes. Heel soms komt een groter deel van een lintworm naar buiten. Honden raken besmet met lintworm als ze tijdens het likken of krabben van hun vacht vlooien binnen krijgen (Dipylidium), of door het eten van knaagdieren of wormeitjes in de omgeving (vossenlintworm). Dipylidium komt in Nederland geregeld voor. De vossenlintworm leeft vooral in landen rond de Middellandse Zee. Lintwormen veroorzaken verminderde eetlust, diarree en gewichtsverlies. De segmenten rond de anus jeuken erg.

Het vlovrij houden van uw hond helpt om lintworm te voorkomen. Gebruik hiervoor vlooienpipetjes voor in de nek (Advantage, Advantix,). Niet alle ontwormingsmiddelen zijn werkzaam tegen lintworm. Let hierop bij aanschaf van een ontwormingsmiddel en vraag uw dierenarts om advies.

De vossenlintworm is echter ook besmettelijk voor mensen (Echinococcose) en kan ernstige ziekteverschijnselen geven, zoals aantasting van de lever. Besmetting vindt plaats door opname van wormeitjes via de mond. Eitjes kunnen zich bevinden op de vacht van een hond, maar ook op bijv. vruchten die in het wild groeien, zoals bosbessen. Behandeling is na ontdekking soms niet meer mogelijk.

Haakwormen

Foto bron: huisdierendokter.nl

Haakwormen (Acanthocephala spp.) komen in Nederland (nog) niet voor, maar wel in veel vakantielanden. De hond wordt besmet door opname van larven via de bek, door binnendringen van de larve via de huid of door het eten van besmette knaagdieren. Haakwormen veroorzaken ernstige diarree, bloedarmoede en vermagering, en soms ook hoest en neusbloedingen.

Haakwormen vormen weinig risico voor de mens.

Zweepworm

Foto bon: diernet.nl

Zweepwormen (Trichuris vulpis) komen gelukkig niet veel voor, maar áls het voorkomt zijn ze wel bijzonder hardnekkig. Honden worden besmet door opname van eitjes in het straatstof. Zweepworm veroorzaakt diarree en soms bloedarmoede en vermagering.

Zweepworm vormt geen risico voor de mens.

Hartworm

Foto bron: Palosan animal hospital

Hartworm (Dirofilaria immitis) komt in Nederland niet voor, maar honden die meegaan op vakantie naar zuidelijker gelegen landen lopen een reëel risico op besmetting. De hond raakt besmet als hij gestoken wordt door een besmette mug. De larven nestelen zich in het hart en in de grote lichaamsslagader en ontwikkelen zich tot flinke volwassen wormen. Deze belemmeren de bloeddoorstroming. De klachten bestaan uit hoesten, benauwdheid en/of sneller moe zijn. Als een hond eenmaal hartworm heeft, is het zeer moeilijk om hem nog te genezen. De volwassen hartwormen zijn namelijk niet gevoelig voor ontwormingsmiddelen en kunnen alleen operatief verwijderd worden. Dit is een heel risicovolle ingreep.

Het is moeilijk te voorkomen dat een hond op vakantie gestoken wordt door een besmette mug. De hartwormlarfjes zijn echter wel gevoelig voor sommige ontwormingsmiddelen (o.a. Milbemax). Door rond de vakantie extra te ontwormen met een geschikt ontwormingsmiddel kunt u dus wel voorkomen dat de hond last krijgt van de volwassen hartworm. Als u wilt weten of in uw vakantieland hartworm voorkomt, neem dan even contact op met de praktijk

Pijn bij honden

Mijn hond kwispelt, dus hij heeft geen pijn

Een acht jaar oude hond ligt geduldig in de wachtkamer te wachten tot hij aan de beurt is. Hij is toe aan zijn jaarlijkse enting. Wanneer hij aan de beurt is, valt het de dierenarts op dat de hond wat moeite heeft om overeind te komen. Als de dierenarts aan de eigenaar vraagt hoe het gaat met de hond zegt deze dat het prima gaat. Hij eet en drinkt goed, plast en poept goed. Wel wordt hij wat ouder, want met wandelen gaat het allemaal wat langzamer: hij loopt achter de eigenaar in plaats van vooruit en hij wil niet echt lange stukken meer lopen.

Wanneer de dierenarts de hond heeft nagekeken, vertelt ze de eigenaar dat het haar was opgevallen dat hij moeite heeft met overeind komen en dat hij met lopen erg stijf in zijn achterhand is. Gezien zijn leeftijd kan dit heel goed komen door artrose. Dit verklaart ook waarom hij niet echt meer enthousiast is met wandelen en moeite heeft met opstaan. Hij heeft pijn in zijn gewrichten. De eigenaar schudt zijn hoofd en zegt dat zijn hond geen pijn heeft: Hij piept niet en hij kwispelt toch?

Dit is een scenario dat heel vaak voorkomt in de praktijk: eigenaren die het niet opvalt dat het dier pijn heeft. Dit is echter ook niet zo vreemd, als je bedenkt dat een dier pijn vaak niet toont. Bij acute pijn, zoals een botbreuk, zal het dier vaak duidelijk aangeven dat het pijn heeft door onder andere te piepen. Echter bij pijn die langzaam verergerd, dan wel chronisch wordt, zal de hond dit niet zo duidelijk aangeven. In de natuur is het zo dat als je pijn hebt, je kwetsbaarder bent. Dus een dier is geneigd zijn pijn niet te tonen.

Wel laten dieren vaak op andere manieren zien dat ze pijn hebben.  Ze gaan zich vaak anders gedragen dan voorheen. Eigenaren komen dan ook vaak met deze klachten naar de dierenarts, maar leggen vaak de link niet met eventuele pijn.

Er zijn steeds meer en betere mogelijkheden om pijn te behandelen. Het makkelijkste is natuurlijk om de oorzaak van de pijn weg te nemen. Echter soms lukt het niet om de oorzaak aan te pakken bijvoorbeeld bij artrose. Wel kunnen we er dan voor zorgen dat het dier in het dagelijkse leven zo min mogelijk pijn ondervindt.

Als uw dier zich ander gedraagt dan normaal of als u twijfelt of het pijn heeft is het verstandig om bij uw dierenarts langs te gaan.

Veel voorkomende gedragsveranderingen die op pijn kunnen wijzen zijn:

Gaan likken, slikken of gapen als u een bepaald gebied aanraakt
Geen halsband om willen, wegduiken of zelfs gaan grommen als u een halsband om wilt gaan doen
Slechter gaan eten
Niet meer aangehaald willen worden, zich terugtrekken.
Of juist heel erg aanhankelijk worden, continu naar de baas toekomen, geen rust vinden in huis
Niet meer naar buiten willen, niet meer goed mee willen lopen.
Meer hijgen dan normaal
Bezoek of huisgenoten niet meer komen begroeten als ze binnenkomen.
Chagrijniger of agressiever reageren op ander dieren.
Een andere houding aannemen, bijvoorbeeld door met een bolle rug te gaan staan met de kop omlaag.

Sterilisatie hond

Sterilisatie hond

De leeftijd waarop uw hond gesteriliseerd kan worden is afhankelijk van de leeftijd waarop uw hond loops is geworden. Wij adviseren uw hond te steriliseren 3 maanden na de 1e loopsheid. Bij honden onder de 15 kg kan het eventueel ook voor de 1e loopsheid.   

Bij steriliseren nemen we in principe alleen de eierstokken (hier vindt de productie van de geslachtshormonen plaats) weg. Indien we tijdens de operatie zien dat de baarmoeder er afwijkend uitziet, zal het advies zijn om deze ook te verwijderen. 

Er zitten voor- maar ook enkele nadelen aan steriliseren van een hond. Per hond kan het advies om te steriliseren verschillende zijn. Over het algemeen wegen de nadelen niet op tegen de voordelen. Graag bespreken we samen met u wat voor uw hond het beste is.

Voordelen sterilisatie:

  • Geen kans meer op baarmoederontsteking
    Een baarmoederontsteking ontstaat onder invloed van de geslachtshormonen. Door de ontsteking vult de baarmoeder zich met bloed en pus. Hierdoor gaan teefjes zich ziek voelen en krijgen klachten als vieze (stinkende) uitvloeiing, koorts (normaaltemperatuur van de hond is 38-39 °C) minder eten, meer drinken en plassen, soms braken en sloom worden. Door te steriliseren halen we de geslachtshormonen weg en hierdoor ook de kans op het ontstaan van een baarmoederontsteking, ongeacht de leeftijd van het dier. Daarom is het advies om teefjes op latere leeftijd alsnog te steriliseren ook als ze al een of meerdere nestjes hebben gehad.
  • Afname van de kans op melkkliertumoren
    Honden die op vroege leeftijd worden gesteriliseerd hebben aanzienlijk minder kans op melkkliertumoren. Dit heeft te maken met de invloed van de geslachtshormonen. Bij iedere cyclus die de hond doormaakt, wordt de kans op problemen op latere leeftijd groter. Bij sterilisatie vóór de eerste loopsheid is de kans op kwaadaardige melkkliertumoren op latere leeftijd bijna 0%. Met elke cyclus die de hond doormaakt, stijgt deze kans. Honden onder de 15 kg kunnen voor de 1e loopsheid gesteriliseerd worden afhankelijk van onder andere de gezondheid van het dier. Bij grote honden wordt het risico op incontinentie wat groter als deze honden voor de eerste loopsheid worden gesteriliseerd. Daarom raden we bij deze honden aan om 3 maanden na de 1e loopsheid te steriliseren.
  • Geen suikerziekte veroorzaakt door geslachtshormonen
    Gedurende 2 maanden na de loopsheid produceren de eierstokken het hormoon progesteron. Dit hormoon zorgt ook voor een verhoogde productie van groeihormoon welke de cellen in het lichaam minder gevoelig kan maken voor insuline, dit veroorzaakt suikerziekte. Als een hond in de periode na de loopsheid suikerziekte ontwikkelt, is het advies om zo snel mogelijk te steriliseren. Door te steriliseren stoppen we de progesteronproductie waardoor de suikerziekte weer kan verdwijnen.
  • Onvruchtbaarheid en geen kans op loopsheid en schijndracht meer
    Doordat de eierstokken en een klein deel van de baarmoeder worden verwijderd, wordt de teef onvruchtbaar en blijft ook de loopsheid weg.
    Doordat we de geslachtshormonen weghalen, halen we ook de kans op schijndracht weg. Als uw hond schijndrachtig is, kan hun gedrag veranderen. Ze denken door hormoonschommelingen dat ze een nestje krijgen en gaan bijbehorend gedrag vertonen: slepen met knuffels/speeltjes, meer graafgedrag vertonen, slecht eten, slomer zijn en ze kunnen opgezette tepels hebben waar melk uit te drukken is. Als u hond schijndrachtig is, houdt u haar dan goed in de gaten.  Schijndracht geeft namelijk een vergrote kans op baarmoederontsteking

Nadelen sterilisatie:

  • Gevoeliger voor overgewicht
    Na sterilisatie verandert de stofwisseling van de hond. Hierdoor kunnen teefjes, met dezelfde hoeveelheid voer als voor de sterilisatie, aanmerkelijk dikker worden. Aangezien overgewicht, net als bij mensen, gevolgen heeft voor hart en de bloedvaten, bloeddruk, gewrichten etc moet dat voorkomen zien te worden. Het is dus belangrijk om het gewicht van uw hond in de gaten te houden en maatregelen te nemen, indien blijkt dat uw hond toch in gewicht gaat toenemen. Voor vragen betrekkende voeding en overgewicht kunt u altijd contact met ons opnemen. 
  • Kans op urine-incontinentie op latere leeftijd (<3-5 %)
    Sommige teefjes zijn gevoeliger voor het ontwikkelen van urine-incontinentie (het onbewust verliezen van urine) na sterilisatie. Dit geldt vooral voor teven van grote rassen, te zware dieren en rassen waarbij (voorheen) de staart werd gecoupeerd. Eventuele urine-incontinentie is echter niet levensbedreigend en heel goed met medicijnen te behandelen.
  • Kans op gedragsverandering
    Door sterilisatie wordt het vrouwelijke hormoon oestrogeen (uit de eierstokken) weggenomen en krijgt de (kleine) hoeveelheid testosteron, die ieder vrouwelijk dier ook produceert, relatief de overhand. Helaas is van te voren niet in te schatten hoe teven reageren na de sterilisatie. In sommige gevallen kunnen teven heftiger reageren of juist angstiger worden. Heeft u een hond die uitvalt naar andere honden of angstig is aangelegd dan is het goed om van tevoren te overleggen. Het gebeurt niet bij alle teven maar het komt zeker voor.
  • Vachtverandering
    Bij sommige honden kan na een sterilisatie de vacht veranderen. Over het algemeen wordt de vacht dan dikker en krulleriger. Het gebeurt niet vaak, maar kan wel voorkomen. Soms is na een vachtverandering een andere vachtverzorging nodig. Dit kan het beste besproken worden met een trimster.
 

Vaccinaties hond

Hoe werkt een enting?

De belangrijkste antistoffen krijgen pups na de geboorte via de biest (colostrum). Dit kan alleen in de eerste 24 uur van hun leven worden opgenomen. Deze antistoffen staan als het ware klaar om een ziektekiem aan te vallen als een pup hiermee in aanraking komt. Na ongeveer 6 weken vervagen de antistoffen. Dit is het moment om de pups te enten. Met de enting krijgen ze, afhankelijk van de enting, verzwakte of dode ziekteverwekkers ingespoten. Nu moet het lichaam zelf aan de slag om antistoffen te maken. Omdat de bescherming vanuit de biest langzaam verminderd moet er op 6 en 9 weken geënt worden. De enting op twaalf weken is een booster, waardoor  99 % van de dieren goed heeft gereageerd. Na de enting op 12 weken kan het lichaam, afhankelijk van welke antistoffen, 1 tot 3 jaar onthouden hoe de antistoffen gemaakt moeten worden. Als een hond na een enting in aanraking komt met een ziektekiem kan het lichaam direct in actie komen, hij herkent namelijk de ziektekiem en weet welke antistoffen hij er op af moet sturen. Als een hond niet is geënt en in aanraking komt met een ziektekiem, moet hij eerst de juiste antistof maken. Dit heeft even tijd nodig en in de tussentijd kunnen de ziektekiemen zich goed verspreiden.

Wanneer is een hond het meest vatbaar?

Pups, oude honden, drachtige honden en honden met een verminderde weerstand (zieke dieren) zijn het meest gevoelig voor een ziekte. Het maakt hierbij niet uit welke ziekte. Dit komt doordat hun immuunsysteem nog niet of niet meer optimaal werkt. Ziektes kunnen zo makkelijk binnen komen en zich verspreiden.

Korte uitleg ziektes

Hondenziekte

Hondenziekte heeft als symptomen koorts, ontsteking van oogleden en neusslijmvlies, hoesten, diarree en soms een verdikking van de hoornlaag op de neus en voetzolen. Honden die dit virus krijgen worden doorgaans erg ziek en kunnen zelfs komen te overlijden. Een vroegtijdige ontdekking en juiste behandeling zijn van levensbelang. Hondenziekte word vooral overgedragen via direct contact.

Parvo

Parvo is een virus dat als symptomen (bloederige) diarree en braken geeft. De dieren verliezen hierdoor zoveel vocht dat ze uitgedroogd raken. Parvo gaat vaak gepaard met een sterk afgenomen afweersysteem tegen andere ziekten. Parvo heeft vaak een dodelijke afloop. Er zijn een aantal rassen die extra gevoelig zijn voor deze ziekte bijvoorbeeld: Duitse herder, dobermann en rottweiler. Het virus kan wel een jaar overleven in de omgeving (buiten de hond) en kan daardoor ook na lange tijd nog een herbesmetting plaatsvinden.

Besmettelijke leverziekte (hepatitis)

Dit virus veroorzaakt, zoals de naam al zegt, een leverontsteking. Dit is direct ook het belangrijkste symptoom. De andere symptomen kunnen erg uiteenlopend zijn. De hepatitis kan mild verlopen maar heeft in sommige gevallen een dodelijke afloop.

Ziekte van Weil (leptospirose)

Ziekte van Weil is bij veel mensen bekend (vaak onder de naam melkerskoorts). De ziekte van Weil is een zoönose (aandoening overdraagbaar van mens op dier en vice versa) het is daarom extra belangrijk om uw hond te enten. Het belangrijkste verschijnsel is een nierontsteking. Het is een zeer gevaarlijke ziekte en heeft, mits er op tijd word behandeld, vaak een dodelijke afloop (voor mens en dier).Het kan worden overgebracht door besmet zwemwater, urine en ontlasting.

Besmettelijke hondenhoest

Besmettelijke hondenhoest kan worden veroorzaakt door verschillende ziekteverwekkers, onder andere Para influenza (griep) en de bordetella. Verder speelt een hoge infectiedruk een grote rol. Besmettelijke hondenhoest is gekenmerkt door een harde droge hoest, die vaak erg hardnekkig is. Als uw hond veel in contact komt met andere honden, raden wij u aan om uw hond hiertegen te enten. Bij veel hondenscholen en pensions is het tevens verplicht.

Rabiës (hondsdolheid)

Belangrijke kenmerken zijn gedragsveranderingen. Watervrees en agressie komen lang niet altijd meer voor. Ook rabiës is een zoönose en het word voornamelijk over gebracht via speeksel. Nederland is een land dat vrij is van rabiës, veel buitenlandse landen zijn dit echter niet. Haalt u een hond uit het buitenland is het ook belangrijk dat deze hiervoor is geënt (dit is verplicht). De enting mag pas vanaf 12 weken worden gegeven en heeft een inwerktijd van 3 weken. Dit betekend dat pups onder 15 weken NIET het land in mogen. Daarnaast is dit een verplichte enting in het buitenland (ook belgië en duitsland), een aantal andere landen hebben daarnaast strengere regels. Check daarom voor u met uw hond naar het buitenland gaat, aan welke verplichtingen u moet voldoen.

Welke entingen wanneer?

Zes weken

Hondenziekte
Parvo

Negen weken

Parvo
Ziekte van weil

Twaalf weken

Hondenziekte
Hepatitis
Parvo
Ziekte van weil

Eén jaar

Hondenziekte
Hepatitis
Parvo
Ziekte van weil

Twee jaar

Ziekte van weil

Drie jaar

Ziekte van weil

Vier jaar

Hondenziekte
Hepatitis
Parvo
Ziekte van weil

Na 4 jaar leeftijd herhaalt het schema zich voor de standaard entingen. Dit betekent 2 jaar alleen 'kleine enting zoals op 2 en 3 jaar leeftijd, daarna weer 1x de 'grote' enting. Gaat u met uw hond naar cursus of kennel/ pension dan zijn de gewone entingen verplicht. Vaak word de kennelhoest enting ook gevraagd. Gaat u met uw hond naar het buitenland, dan is de rabiës enting verplicht. Voor u met uw hond naar het buitenland gaat of de hond naar de kennel, is het altijd aan te raden om uit te zoeken aan welke regels u moet voldoen.  Deze zijn uitgebreid te vinden op de volgende site: www.licg.nl.

Welzijn

Samen zorgen voor dierenwelzijn

Als je honden hebt dan wil iedereen het beste voor zijn dier en je geeft ze graag een goed leven. Maar wat is nu eigenlijk het beste voor een hond? Wat is dierenwelzijn en zijn hier handvatten voor? Binnen onze praktijk is dierenwelzijn ontzetten belangrijk. We delen daarom veel en graag onze kennis over dit onderwerp, maar we horen net zo graag van jullie hoe je het leven van je hond zo aangenaam mogelijk maakt. Zo kunnen we van elkaar leren en met elkaar zorgen voor een beter dierenwelzijn. 

Als we het over dierenwelzijn hebben dan kun je de basis omschrijven met "de 5 vrijheden van Brambell". Deze zijn als volgt:

  • dieren zijn vrij van honger en dorst
  • dieren zijn vrij van ongemak
  • dieren zijn vrij van pijn, verwonding en ziekte
  • dieren zijn vrij van angst en stress
  • dieren zijn vrij om normaal gedrag te vertonen

Logischerwijs is dierenwelzijn niet perfect als enkel aan de vijf vrijheden is voldaan. Een hond die voer en water heeft gehad kan wel vrij zijn van honger en dorst, maar dat wil nog niet zeggen het dier goed en gezond gevoed is. Daarom wordt als definitie van dierenwelzijn ook wel aangehouden: Een dier verkeert in een staat van welzijn wanneer het in staat is zich actief aan zijn levensomstandigheden aan te passen en daarmee een toestand kan bereiken die het als positief ervaart.

Huisvesting

Roedeldier
Honden zijn echte roedeldieren. Ze zijn er niet voor gemaakt om alleen te zijn. Onze honden zijn goed in aanpassen en mensen tellen hierbij mee als roedel. Daarbij moet natuurlijk wel de kanttekening worden geplaatst dat die mensen er dan ook voldoende moeten zijn. Gezinsleden die overdag van huis zijn maken de hond automatisch alleen en vervolgens ook weer 's nachts als we met zijn allen lekker slapen. Voor de meeste honden is het geen probleem om even alleen thuis te zijn, maar dat aanpassingsvermogen verschilt per hond. Dat je hond niet blaft als je er niet bent wil niet zeggen dat hij er oké mee is. Stress door eenzaamheid kan zich, los van blaffen, ook op andere manieren uiten door bijvoorbeeld op 1 plek te gaan liggen of niet willen eten en drinken als er niemand is. Een camera om eens te zien wat de hond nu eigenlijk doet als we weg zijn is een fijn hulpmiddel om dit in de gaten te houden. Gaat het niet helemaal vlekkeloos? Neem dan tijdig contact op met een gedragsdeskundige om te voorkomen dat het escaleert. Wist u dat onze assistentes Simone en Susanne hondengedragsdeskundige zijn? Neem gerust met een van hen contact op als u ergens vragen over heeft. 

Een eigen plek
Als we een hond hebben moeten we er ook voor zorgen dat hij een veilige plek heeft waar hij zich thuis voelt. Een bench kan hierbij een handig hulpmiddel zijn, mits deze juist aan de hond wordt aangeleerd. Gebruik deze niet omdat je hond anders gaat slopen als je weg bent. Dan is jouw probleem wel opgelost, maar die van je hond nog niet. Die vindt het nog steeds vervelend zonder jou. Honden vinden het erg fijn om eens om te draaien of op een ander plekje te gaan liggen. Het kan dus helpen om op verschillende plekken een lekkere mand of kleed neer te leggen. De bank als ligplek mijden hoeft niet vanuit het welzijnsoogpunt van je hond. Het is een fabel dat de bank voor je hond een strategische plek zou zijn of je hond 'zich omhoog werkt'. Je hond vindt de bank gewoon net zo lekker liggen als jij, en wil graag even bij je liggen. Super gezellig dus juist! Zorg ervoor dat, als je hond zich terugtrekt op zijn eigen plek, hij hier ook echt rust heeft. Het is belangrijk om te vertellen, zeker aan kinderen en visite, deze rustplaats te respecteren. Zo voorkom je conflicten. 

Buiten
Ook buiten kan een hond prima leven of verblijven. Zorg er hier eveneens voor dat je zelf voldoende aanwezig bent of dat je hond een maatje heeft. Meer ruimte zorgt er niet voor dat er minder sociaal contact nodig is. Zorg daarnaast voor voldoende schuilplekken tegen warmte en kou. Daarbij verdient het de aandacht om het erf of de plek waar de hond verblijft goed af te zetten. Zo voorkom je dat de hond wegloopt maar kan hij wel vrij rondlopen. 

Preventieve zorg

Voorkomen
Om ziektes en ongemakken te voorkomen is preventieve zorg erg belangrijk. Preventieve zorg is een heel breed begrip en zorgt er op allerlei fronten voor dat uw dier zo gezond mogelijk is en blijft, en dat willen we natuurlijk allemaal. Honden zijn soms meesters in het verbergen van hun problemen, daarom is het extra belangrijk aandacht te besteden aan subtiele signalen. Hieronder bespreken we een aantal onderwerpen die vallen onder preventieve zorg.

Dierenarts
Door jaarlijks uw hond (op maat) te laten vaccineren is hij of zij beschermd tegen verschillende ziektes. Tijdens de vaccinatie bespreken wij ook altijd of er nog andere dingen spelen of opvallen aan uw hond. We onderzoeken hem uitgebreid en zullen punten van aandacht met u bespreken. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat het gebit van uw hond extra zorg nodig heeft of dat uw hond misschien toch wat stijver is dan normaal. Samen met u maken we dan een plan om ervoor te zorgen dat deze punten van aandacht geen problemen worden. Een plan wat er voor zorgt dat u zo lang mogelijk van uw hond kan genieten.

Parasieten voorkomen
Het voorkomen van parasieten is een belangrijk onderwerp in preventieve zorg. Naast dat de beestjes vervelend zijn voor uw hond kunnen ze ook ziektes met zich meebrengen. Behandel daarom regelmatig uw hond voor vlooien en teken (het interval is afhankelijk van het product). Gaat uw hond mee op vakantie? Check dan tegen welke parasieten uw hond beschermd moet worden en met welk middel dit het beste kan. Zo is rond het middellandse zeegebied belangrijk om te beschermen voor Leishmania en hartworm. Wij denken hierover graag met u mee.

Fysiotherapeut / osteopaat
U als eigenaar kent uw hond het beste. Heeft u het idee dat hij niet helemaal lekker in zijn vel zit of wellicht toch een beetje stijfjes beweegt? Vertrouw dan op uw onderbuik gevoel en laat uw dier goed nakijken door de dierenarts. Ook kan het zijn dat we bij het onderzoeken van uw hond signalen vinden die wijzen op fysiek ongemak. Wij werken voor het optimaal begeleiden en behandelen van bewegingsproblemen graag samen met dierenfysiotherapeuten en osteopaten. Andersom zal een goede dierenfysiotherapeut zelf geen diagnose stellen, maar een hond met klachten eerst langs de dierenarts sturen. Deze professionals weten alles van het bewegingsapparaat van uw hond en kunnen u, in samenspraak met de dierenarts, helpen uw hond fijner te laten bewegen. Veelal krijgt u ook huiswerk mee om zelf mee aan de slag te gaan. 

Training 
Training is misschien niet het eerste waar u aan denkt bij preventieve zorg. Dit kan u echter helpen om gevaarlijke situaties te voorkomen. Als uw hond losloopt of per ongeluk ontsnapt is, dan is het heel fijn als hij weer komt als u roept. Ook is het heel fijn als uw hond netjes blijft wachten als de autodeur open gaat zodat u hem rustig aan kunt lijnen. Maar onder training valt ook een stukje dierenartstraining. Leer uw dier op een leuke manier dat aanraking over het hele lichaam zonder problemen kan. Gaat dit goed? Dan is het volgende doel in het leerproces dat ook aanraking door vreemde mensen probleemloos kan. Denk daarbij ook aan het laten wennen aan handelingen zoals ogen druppelen en oren zalven. Door deze situaties te simuleren leert u de hond dit rustig te ondergaan. Ook kan het verstandig zijn uw hond aan te leren een muilkorf of snuitje te dragen. In sommige situaties is dit voor de veiligheid bij de dierenarts belangrijk. Het is voor uw hond fijner als hij deze al gewend is. 

Voeding

Vers vlees of brokken
Een eindeloos lijkende discussie; is het nu beter om vers vlees te voeren of om brokken te geven? Het antwoord is niet zo simpel. Dit hangt namelijk af van uw eigen wensen en waar uw hond het goed op doet. Vindt u het een gedoe om veel vriesruimte op te geven en op tijd weer te moeten ontdooien? Dan zijn brokken wellicht een betere keuze. Met vers vlees is het aan te raden om vaker te ontwormen en is het belangrijk dat u er op let dat de voeding die wordt gegeven niet te eenzijdig is. Met brokken wil het ook niet zeggen dat als de ene hond het er goed op doet, dit voor de andere hond ook werkt. Kortom het kan even zoeken zijn om iets te vinden wat bij u en uw hond past. Wilt u overleggen over een voer of weten of uw hond voldoende voedingsstoffen binnen krijgt? Neem dan contact met ons op. Wij hebben collega's die u alles over voer kunnen vertellen én we hebben een programma dat helpt een passend dieet voor uw hond te berekenen. Hiervoor maakt het niet uit welke voeding uw hond krijgt! 

Voedselverrijking
Voeding kan goed gebruikt worden om uw hond extra uitdaging te geven. Dit is altijd leuk voor uw hond, maar zeker met hitte of herstel van operatie of ziekte geeft het uw hond toch  uitdaging zonder al te grote inspanning. De mogelijkheden zijn eindeloos. Voer bijvoorbeeld eens niet uit zijn bak, maar strooi het voer in de tuin en laat uw hond het zoeken. Dit kan op alle soorten ondergrond. Ook zijn er verschillende speeltjes te koop of makkelijk zelf te maken. Voor meer ideeën over hersenwerk klik hier.

Soorteigen gedrag

Neus gebruiken
Honden zijn echte speurneuzen. Alle honden kunnen speuren, groot of klein maakt niet uit. Speuren met je hond kan helpen om je hond lekker te ontspannen en honden worden er gelukkig van! Ook thuis kan je allerlei zoekspelletjes doen. Meer hierover lees je hier.

Interactie en samenzijn
Zoals u onder het kopje huisvesting al heeft kunnen lezen zijn honden echte groepsdieren. Ze vinden het heerlijk om bij hun huisgenootjes te zijn. Dit kan in de vorm van een bekende hond als huisgenoot maar ook de mens kan hier een belangrijke rol spelen. Lekker samen even een spel doen of lekker naast de baas slapen. Dat honden het altijd leuk vinden om met andere honden te spelen is een fabeltje, vaak vinden ze dit alleen leuk met bekende honden. Wij nodigen immers ook niet iedereen uit de op de koffie. 

Beweging
Honden hebben beweging nodig om hun energie kwijt te kunnen en buiten even lekker te kunnen struinen. Samen wandelingen maken is hier perfect voor, samen genieten. Er zijn echter nog veel meer dingen die je samen met je hond kan doen om aan zijn bewegingsbehoefte te voorzien. Denk aan canicross, steppen of skeeleren. Let wel op dat je ook niet teveel met je hond beweegt. Voldoende rust in een dag is ook belangrijk.

Geschreven door Susanne Teeuw

Terug naar gezelschapsdieren