• Aanschaf en verzorging
  • Castratie kat en nazorg
  • Chippen kat
  • Gebitsproblemen kat
  • Gebitsverzorging kat
  • Gevonden of Vermist
  • Grasaren en grassprieten - ongewenste indringers
  • Het oudere dier - de kat
  • Kitten informatieavond
  • Ontwormen kat
  • Sterilisatie kat
  • Urinewegproblemen bij de kat
  • Vaccinaties kat
  • Welzijn

Aanschaf en verzorging

Welk huisdier past bij mij?

Dierenkliniek Benschop-Oudewater vindt goede voorlichting over het houden van huisdieren belangrijk. We kunnen u op die manier helpen met het maken van een weloverwogen keuze welk huisdier bij u of uw gezinssituatie past. Met heldere informatie over het dier bent u beter voorbereid op de komst van een nieuw huisdier, en is de kans kleiner dat het achteraf toch tegen valt en het dier herplaatst moet worden. 
Het LICG (Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren) speelt in op deze behoefte en heeft een aantal informatieve folders over verschillende diersoorten ontwikkeld. In de folders vindt u belangrijke informatie waaronder: de aanschaf, huisvesting, verzorging en het hanteren van de verschillende diersoorten.
Door op de folder te klikken word het PDF bestand geopend.  Heeft u nog vragen of wilt u meer weten over een andere diersoort, dan kunt u ons bellen of op de site van het LICG kijken.

Indien u dieren beroepsmatig houdt en verkoopt bent u sinds 1 juli 2014 verplicht om de nieuwe eigenaar schriftelijk informatie mee te geven. De folders van het LICG bevatten voldoende informatie om aan de wettelijke eisen te voldoen. Meer informatie is te vinden in het Besluit houders van dieren.

Het aanschaffen van een huisdier

Welk huisdier past bij kinderen?

De aanschaf van een kat

Kat algemeen

Castratie kat en nazorg

Castratie Kat

Katers kunnen worden gecastreerd vanaf een leeftijd van acht maanden. Mochten ze gaan sproeien, dan raden wij aan het zo snel mogelijk te laten doen. Dit maakt de kans klein dat het gedrag blijft. Een kater is na castratie nog zes tot acht weken vruchtbaar! Hou hier dus rekening mee als u thuis nog een poes heeft.

Sproeien verschilt van ‘gewoon’ plassen en is bedoeld om het territorium te markeren. Bij sproeien staat de kater met het achterwerk en de staart omhoog en sproeit kleine hoeveelheden urine recht naar achteren, meestal tegen een verticaal oppervlak zoals de deurpost of uw bankstel. Urine van ongecastreerde katers heeft een penetrante geur en deze laat zich moeilijk verwijderen. Gebruik nooit chloor of bleek, want dat stimuleert de kater om op dezelfde plek opnieuw te sproeien. Overigens kunnen ook vrouwtjes sproeien!

Een tweede voordeel van castratie is dat gecastreerde katers vaak wat huiselijker zijn. Ze gaan minder ver van huis, doen niet mee aan de nachtelijke gezangen en raken minder vaak verzeild in katergevechten, die heel hevig kunnen zijn. In een stedelijke omgeving getuigt het bovendien van goed ‘buurschap’ als u uw kater laat castreren en daarmee stank- en geluidsoverlast voor uw buren voorkomt. Bovendien wordt ongewenst voortplanten voorkomen.

Nazorg castratie kat

Uw kat is bij ons gecastreerd. Hier volgen een aantal adviezen voor de eerste paar dagen. Heeft u toch nog vragen dan mag u natuurlijk altijd bellen.

Eten en drinken

Uw kat mag bij thuiskomst alles weer eten en drinken.

Het kan zijn dat uw kat misselijk is van de narcose, het geeft niet als hij diezelfde dag nog niet wil eten.  De volgende dag MOET hij wel weer gaan eten. Sommige katten kunnen wat aankomen na de castratie, dit is het gevolg van een lagere stofwisseling. Om te voorkomen dat uw kat dikker word kunt u ongeveer 15% minder gaan voeren dan voorheen.

De wond

De snede van de castratie wordt niet gehecht, de wondranden plakken vrijwel direct aan elkaar waardoor hechten niet nodig is. Uw kat mag de wond schoonlikken,  hij mag er niet continue aan knagen of bijten, in dat geval kunt u een kraag ophalen op de praktijk. U hoeft niks aan de wond te doen, juist door zalf op de we wond te smeren wordt de drang om dit er af te likken groter.

Naar buiten

De reactie van uw kat kan vertraagd zijn door de narcose. Daarom adviseren wij u om uw kat twee dagen binnen te houden.

Controle

Uw kat hoeft niet op controle te komen. Soms lijkt het of de testikels na de castratie nog aanwezig zijn, de zwelling wordt in dat geval veroorzaakt door wat wondvocht wat in de balzak is gelopen. Dit trekt vanzelf weg. Let er op dat uw kat blijft eten en drinken. Bij twijfel altijd bellen!

Hormonen en vruchtbaarheid

Ook al is uw kat gecastreerd en maakt hij geen zaadcellen en geslachtshormonen meer aan, het duurt nog een aantal weken voor deze het lichaam uit zijn. Houd er bovendien de eerste zes weken rekening mee dat hij nog vruchtbaar kan zijn!

Chippen kat

”Mijn kat komt nooit buiten, dus het is niet nodig.”

Juist wel! Want áls een binnenkat een keer ontsnapt, kent hij zijn omgeving niet en is hij niet vertrouwd met verkeer. Grote kans dus dat hij de weg naar huis niet terugvindt, of een ongeluk krijgt. Juist dan is het prettig als uw dier gechipt is en u niet in het ongewisse achterblijft. Ook voor katten die wel buiten komen en de buurt kennen raden we aan om te chippen. Mochten ze een ongeluk krijgen of gevonden worden bent u als eigenaar snel te achterhalen. Zo kunt u zo snel moglijk worden herenigd met uw kat.

Chippen is voor katten dus niet verplicht, het wordt echter wel ten zeerste aangeraden. Het kan altijd voorkomen dat per ongeluk weg glipt of de weg kwijt raakt.

Met behulp van een chip - die ook wel transponder wordt genoemd- is een dier makkelijk te identificeren. Andere vormen van identificatie zijn bijvoorbeeld de tatoeage en oormerken. Het tatoeëren van katten in Nederland is niet meer toegestaan.

Hoe werkt het?

Met behulp van een chip - die ook wel transponder wordt genoemd- is een dier makkelijk te identificeren. Andere vormen van identificatie van dieren zijn bijvoorbeeld de tatoeage en oormerken. Het tatoeëren van honden en katten in Nederland is niet meer toegestaan en ook over oormerken bij vee en hobbydieren is veel discussie gaande. De verwachting is dat ook deze te zijner tijd zullen worden verdrongen door de chip.

Elektronische identificatie bestaat uit drie onderdelen:

De chip (transponder)
Een afleesapparaat (reader)
Koppeling tussen het nummer en de gegevens van het dier en zijn eigenaar in een databank (registratie)

De chip

De zogenoemde  ‘chip' is een buisje van onbreekbaar materiaal (BioTec) waarin de chip zich bevindt. Op de chip is het wereldwijd unieke nummer van het dier vastgelegd. De chip wordt door middel van een injectiepen geïmplanteerd. Dit is niet meer dan een "prikje", dat bovendien slechts eenmaal in het hele leven behoeft te worden toegediend. Na het inbrengen merkt het huisdier niet dat hij of zij een chip draagt.

Het afleesapparaat

Om een in een dier aangebrachte chip te kunnen aflezen is een speciaal afleesapparaat nodig. Zo'n afleesapparaat stuurt als het ware een berichtje naar de chip, die daardoor wordt geactiveerd en een antwoord terugstuurt. Dat antwoord bestaat uit een nummer dat op het afleesapparaat zichtbaar wordt.

Registratie

Het chipnummer hoort gekoppeld te worden aan de gegevens van het dier en zijn eigenaar. Deze koppeling oftewel ‘registratie' van de gegevens vindt bij ons plaats in de databank van de Back Home Club.

Indien registratie van het chipnummer heeft plaatsgevonden is het dier dus te koppelen aan zijn eigenaar en staat de identiteit van het dier onomstotelijk vast. Hier kunnen echter alleen chips geregistreerd worden van de back home club zelf. Andere chips kunnen bij verschillende andere databanken worden geregistreerd, zoals bijvoorbeeld Petlook.

Gebitsproblemen kat

Veel katten hebben in meer of mindere mate gebitsproblemen. Dit komt onder andere omdat katten geen gebitsverzorging krijgen (bijv. poetsen). Als wij onze tanden niet dagelijks zouden poetsen, zou ons gebit er net zo uitzien als dat van veel katten.

Een slecht gebit kan zeer pijnlijk zijn voor uw kat, maar ze laten vaak niet merken. Eigenaren van katten die een gebitsbehandeling hebben ondergaan merken vaak pas achteraf het verschil! Vaak wordt er gedacht dat het dier ‘gewoon oud is’; tot na de behandeling: dan zijn ze ineens speels en levendig. Ook het feit dat uw dier goed eet, zegt niets over het wel of geen pijn heeft. Ze eten vaak door totdat het zeer ernstig is.

Aanwijzingen die kunnen duiden op een gebitsprobleem bij uw kat zijn onder andere een slechte adem, anders kauwen (op één kant, brokjes laten vallen), slecht eten, kwijlen, niet bij de kop willen worden aangeraakt, wrijven aan de snuit, veel tandsteen en rood tandvlees.

Daarnaast is een slecht gebit vaak een bron van infectie. Dit kan zeker bij oudere dieren of dieren met een verzwakte afweer leiden tot ontstekingen van belangrijke organen, zoals het hart, de alvleesklier of de nieren.

 

Gebitsproblemen kittens

Missende elementen

Bij jonge dieren kunnen sommige (melk- of volwassen) tanden of kiezen missen. Dit kan zijn omdat ze nooit zijn gemaakt. In andere gevallen zijn ze wel gemaakt, maar blijven ze verstopt zitten onder het tandvlees. Door middel van een behandeling kunnen ze soms toch nog doorkomen.

Afwijkende stand

Ook kunnen de melk- of volwassen tanden of kiezen een afwijkende stand hebben. Wat regelmatig gezien wordt is dat de onderste hoektand(en) te ver naar binnen staat en in het gehemelte prikt (linguoversie). Dit is erg pijnlijk en geeft een continue ontsteking van het gehemelte. Het is belangrijk om hier op jonge leeftijd (rond drie tot vier maanden leeftijd) al aandacht aan te besteden, omdat het anders een levenslang probleem kan worden.

Naast een afwijkende stand van de tanden, kan ook de stand van de kaken afwijkend zijn, bijvoorbeeld bij een onder- of een overbeet. Dit ‘hoort’ bij sommige rassen. Uw dier heeft dan meer kans op het ontwikkelen van gebitsproblemen (met name tandsteen en parodontitis) en gebitsverzorging is dan erg belangrijk.

Verstoord wisselen

Vanaf ongeveer drie maanden leeftijd begint het wisselen. Rond zes tot acht maanden leeftijd is het wisselen klaar. Soms gaat het wisselen niet goed en blijft er een melktand of -kies zitten (‘dubbele’ of persisterende melktanden of -kiezen). Ook hier is een behandeling noodzakelijk.

Tijdens de kittenvaccinaties wordt het gebit gecontroleerd. Vervolgens komen ze pas rond één jaar leeftijd weer bij de dierenarts. Houdt daarom zelf rond zes tot zeven maanden leeftijd in de gaten of het wisselen goed is gegaan of kom bij twijfel langs.

Gebitsverzorging

Veel van deze aandoeningen kunnen worden voorkomen of verminderd door gebitsverzorging (zie Gebitsverzorging kat). Als dat niet voldoende of mogelijk is, hebben veel katten op den duur een gebitsreiniging of –behandeling (tanden of kiezen verwijderen) nodig. Om een indruk te krijgen hoe dit bij onze praktijk in zijn werk gaat kunt u onderstaand filmpje bekijken.

Wilt u weten hoe het gesteld is met het gebit van uw kat, dan kunt u een afspraak voor een gebitscontrole maken.

Heeft u nog vragen, dan helpen wij u via Contact graag verder.

Gebitsproblemen kat

De meest voorkomende gebitsproblemen bij katten zijn gingivitis, stomatitis-gingivitis complex, tandsteen & parodontitis en tandresorptie.

Gingivitis

Bij gingivitis is het randje tandvlees wat direct op de tand of kies aansluit rozerood tot vuurrood. In het geval van het stomatitis-gingivitis complex is naast dat kleine randje, ook de rest van het tandvlees ontstoken. Soms is het zo ontstoken dat het gaat bloeden bij aanraken. Deze aandoening wordt veel bij ras katten gezien, maar kan bij elke kat voorkomen. Het kan worden veroorzaakt door kattenvirussen (o.a. FCV, FIV, FeLV). Deze aandoening is soms lastig te behandelen.

Tandsteen en parodontitis

De tandsteen en parodontitis problemen zijn bij de hond en kat gelijk. Er kan sprake zijn van een beetje tandsteen of wat rood tandvlees tot zeer veel tandsteen met pus en heftig ontstoken tandvlees. Uiteindelijk komen de tanden en kiezen los te zitten of kan er een wortelpuntabces ontstaan. Dit alles is uiteraard zeer pijnlijk.

Tandresorptie

Daarnaast komt bij katten een aandoening voor waarbij (met name) de kiezen oplossen. Deze aandoening wordt tandresorptie genoemd (vroeger ook wel FORL). Onder het tandvlees kunnen de wortels oplossen, terwijl de kroon (het deel boven het tandvlees) vervangen wordt door roze ontstoken weefsel. Dit is zeer pijnlijk voor uw kat. Vanwege deze aandoening zijn röntgenfoto’s bij een gebitsbehandeling noodzakelijk, zodat de toestand van de wortels kan worden beoordeeld. De foto onder laat tandresorptie zien. Bij de gele pijl ziet u roze weefsel op de plek waar eigenlijk de rest van een normale tand zichtbaar zou moeten zijn. Op de rontgenfoto boven ziet u links de hoektand en rechts twee kiezen. Op de bovenste helft van de foto staan de wortels, op de onderste helft de kroon. Het gaat hier om de eerste kies (geel omcirkeld); de rechter wortelhelft is normaal, de linker wortel is deels opgelost. Zou deze kies zonder röntgenfoto worden getrokken, dan zou een wortelpuntje achterblijven. Het is zeer belangrijk om ook het wortelpuntje te verwijderen.

Gebitsverzorging kat

Door middel van gebitsverzorging wordt de vorming van tandplaque en tandsteen voorkomen. Ook blijft het tandvlees gezond.

Is uw kat binnenkort aan de beurt voor een behandeling? Begin dan alvast met de verzorging; dan is uw kat er al aan gewend en kunt u na de behandeling direct doorgaan. Al na één dag zit er tandplaque op het pas schoongemaakte gebit en binnen een paar weken wordt er alweer tandsteen gevormd! Heeft uw dier net een gebitsbehandeling ondergaan? Ook dan is het belangrijk direct te beginnen met de gebitsverzorging. Hieronder staan diverse mogelijkheden om het gebit gezond te houden.

Poetsen

Net als bij mensen, is elke dag tanden poetsen bij katten de beste manier om tandplaque en tandsteen te voorkomen. Het meeste tandplaque en tandsteen zit aan de buitenkant van de tanden en kiezen. Als het niet lukt om de binnenkant te poetsen is dat niet heel erg. U kunt bij ons een tandenpoets set aanschaffen. Hierin zit een speciale tandenborstel en een tube tandpasta voor de kat. Het is belangrijk uw kat rustig te laten wennen aan het tandenpoetsen. De speciale kattentandpasta is hierbij erg handig. Deze tandpasta heeft een lekker smaakje en maakt het poetsen op deze manier leuker. Gebruik GEEN tandpasta voor mensen; deze bevat fluor en dat is giftig voor katten. Maak een 'feestje' van het tandenpoetsen, door erna iets leuks te doen of iets lekkers te geven. Zo blijft het leuk en is het vol te houden.

Tijdens het wisselen of na een gebitsbehandeling waarbij tanden of kiezen zijn getrokken, moet u extra voorzichtig zijn met het poetsen. De mond is dan erg gevoelig en het poetsen kan dan pijnlijk zijn. Als er tanden of kiezen zijn getrokken, kunt u na circa drie tot vier dagen weer met het poetsen op de niet-pijnlijke plekken. Na zeven tot tien dagen kunt u voorzichtig aan weer overal poetsen.

Via deze link kunt u een filmpje bekijken over het poetsen. Mocht het niet lukken dan kunt natuurlijk ook een afspraak maken voor een poetsinstructie; wij doen het u graag voor.

Dentisept

Als poetsen geen optie is, is Dentisept een goed alternatief. Dit is een kleefpasta die u aan de binnenkant van de wangen kunt spuiten. Doordat de pasta kleeft gaat uw kat als het ware smakken en de pasta proberen weg te krijgen. Op die manier poetst uw kat zelf zijn of haar tanden en krijgt gezond tandvlees.

Gebitsvoeding

U kunt bij ons speciale gebitsvoeding krijgen. Deze brokken zijn groter en harder dan normale brokken en verminderen de vorming van tandplaque. Het tandvlees wordt zichtbaar gezonder. Tandsteen kan met brokken niet worden verwijderd en zal met speciale apparatuur verwijderd moeten worden.

Gevonden of Vermist

Gevonden

Als u in de buurt een kat heeft gevonden kan het ook zo zijn dat een van de buren of een gezin uit de buurt een nieuwe kat heeft. Ziet u dus een nieuwe kat lopen en u twijfelt, kijk dan hoe de kat het doet. Als de kat goed loopt, heldere ogen heeft en er verder goed uit ziet kunt u het even aankijken. Mocht u na een aantal dagen nog steeds twijfelen kunt u de stappen in de volgende alinea ondernemen. Geef de kat ook liever geen eten, doet u dit wel zal de kat minder snel terug gaan naar de eigenaar. Vind u een gewonde kat, kunt u het beste direct een dierenarts of dieren ambulance raadplegen.

Als u een kat heeft gevonden kunt u het beste naar een dierenarts of asiel in de buurt gaan om te kijken of de kat misschien is gechipt. Een dierenarts kan een eventuele chip uitlezen en kijken of het nummer is geregistreerd. Heeft de kat een chip en is deze juist geregistreerd kunnen eigenaar en kat snel weer met elkaar worden herenigd. Er kan gekeken worden naar verschillende websites en eventueel andere dierenarten en asiels in de buurt kunnen worden gebeld. Sites voor vermiste en gevonden dieren zijn www.amivedi.nl en www.mijndieriszoek.nl. Het kan ook zijn dat een kat niet is gechipt. In dit geval komen katten vaak terecht in het asiel. Hier blijven ze tot de baas is gevonden. Gebeurd dit niet, dan komen ze vrij voor adoptie.

Vermist

Het kan voorkomen dat u onverhoopt uw kat kwijt bent geraakt. Het is dan belangrijk om zo snel mogelijk zoveel mogelijk instanties in te lichten.U kunt aan de volgende instaties denken.

Dierenartsen: Niet alleen uw eigen dierenarts maar meerdere in uw omgeving.
Dierenasiel: Op internet kunt u kijken welk asiel over uw regio gaat, dit asiel inlichten.
Als uw kat gechipt is, de desbetreffende databank inlichten.
Uw dier aanmelden op www.amivedi.nl en www.mijndieriszoek.nl
Social media kunnen soms ook erg handig ingezet worden.

Ook is het belangrijk om een goed signalement te kunnen geven. De volgende dingen zijn handig om door te geven:

Ras
Leeftijd
Kleur en aftekeningen
Bijzondere uiterlijke kenmerken
Chipnummer
Het is fijn om een duidelijke foto te hebben

Grasaren en grassprieten - ongewenste indringers

Grasaren

In de zomermaanden staat het gras in bloei. Veel grassoorten produceren zaad aan een 'grasaar'. Deze grasaren hebben kleine weerhaakjes en zijn voorzien van een scherpe punt. Hierdoor kunnen ze in de vacht van uw hond of kat blijven hangen en ‘kruipen’ ze als het ware steeds verder. Terug gaat vaak niet meer vanwege de weerhaakjes. Dit kan problemen geven in de oren, de ogen, de keel of in de neus.

Verschijnselen bij problemen

Afhankelijk van de locatie van de grasaar kunt u de volgende verschijnselen waarnemen:

In het oor
De kat schudt veel met de kop en verdraagt aanraking van de oren slecht. De grasaar kan steeds dieper de gehoorgang in kruipen en uiteindelijk door het trommelvlies heen gaan
In het oog
Acuut knijpen met het oog, tranen en wrijven met de poot langs het oog
In de neus
Niezen, met het pootje de neus steeds wassen en op een later tijdstip neusuitvloeiing of snot
In de keel
Niezen, (loos) braken, kokhalzen.

Mocht u één van deze verschijnselen bij uw kat opmerken, neem dan contact met ons op. Hoe eerder de grasaar wordt opgemerkt, hoe kleiner de kans op (blijvende) schade en hoe korter het verwijderen duurt.

Voorkomen

U kunt niet voorkomen dat uw kat problemen krijgt door een grasaar. Wel is ons advies uw dier regelmatig te controleren op grasaren in de vacht. Verwijder ze zodra u ze ziet. Mocht u verschijnselen opmerken die kunnen passen bij een vastgelopen grasaar, neemt u dan contact met ons op voor overleg.

Grassprieten

Katten eten gras om gemakkelijker hun haarballen op te braken. Soms komt de grasspriet niet via de bek weer naar buiten, maar steekt hij de neusgang in. Door kleine weerhaakjes aan weerszijden van de grasspriet kan deze niet terug om ingeslikt te worden. De grasspriet irriteert enorm in de neus, wat leidt tot veel niezen en soms ontsteking. Als uw kat veel met het pootje naar de neus gaat om te poetsen, veel niest of neus uitvloeiing uit één neusgat vertoont, neem dan contact op met de praktijk. Op het filmpje links is te zien hoe lang sommige sprieten kunnen zijn!

Het oudere dier - de kat

De senior kat

Als 75% van de levensverwachting van het ras is bereikt noemen we een dier senior. Katten zijn senior vanaf een leeftijd van tien tot elf jaar, vanaf 15 jaar noemen we ze ook wel geriatrisch. Als een kat op latere leeftijd problemen krijgt word vaak gezegd "dat komt door de ouderdom". Dit is echter een uitspraak die niet helemaal terecht is. Ouderdom op zichzelf is namelijk geen ziekte, maar oudere katten kunnen wel gevoeliger zijn voor (leeftijd gebonden) gezondheidsproblemen. Deze zijn vaak goed te behandelen en hoeven niet te zorgen voor een verminderd welzijn.

We hebben hieronder een aantal onderwerpen op een rijtje gezet die vaak komen kijken bij een oudere kat.

Gezondheidscheck

Om bij oudere dieren op tijd bepaalde ziekten te signaleren, is een één of zelfs twee jaarlijkse ‘senior check up’ aan te raden. Er wordt dan een lichamelijke onderzoek uitgevoerd, er wordt naar het gewicht gekeken en er wordt een urine- en/of bloedonderzoek gedaan. Via de urine en het bloedonderzoek wordt er onder andere gekeken naar de nieren, de lever, de alvleesklier, de schildklier, de eiwitten, de zouten en mineralen, het aantal rode bloedcellen en de ontstekingscellen.

Door middel van deze onderzoeken worden aandoeningen eerder opgemerkt, nog voordat uw dier klachten heeft. In een eerder stadium zijn deze aandoeningen vaak beter en eenvoudiger te behandelen. En daarmee neemt ook de levensverwachting toe, met een goede kwaliteit van leven.

Voeding

De leeftijd waarop je moet starten met senior voeding is afhankelijk van het merk van de voeding. De richtlijnen hiervoor staan op de verpakking. Met behulp van senior voeding wordt de weerstand van de kat vergroot en wordt voorzien in specifieke voedingsstoffen die kunnen helpen de gezondheid van de senior te verbeteren. Een aantal van deze veranderingen zijn:

Licht verteerbare eiwitten die beter opgenomen kunnen worden.
Minder zouten die de m.n. de nieren niet overbelasten.
De uitgebalanceerde hoeveelheid vetten zorgen dat de katten op gewicht blijven.
Vezels voor extra stimulering van de darmen.
Extra anti-oxidanten om de weerstand te verhogen.

Gewrichten

Osteo-artritis (arthrose) komt zeer veel voor bij de oudere kat. Bij arthrose ontstaan er ontstekingen in het oppervlakte van gewrichten. Dit leidt ertoe dat de gewrichten verstijven en dat bewegen pijnlijk wordt. Vaak wordt dit echter niet opgemerkt door de eigenaar, omdat katten er heel goed in zijn om (pijn)klachten te verbergen. Tot voor kort werd dit probleem dan ook onderschat. Als we echter bij de katten van tien jaar en ouder röntgenfoto’s maken, blijkt dat 65-90 % van de katten arthrose heeft. Voornamelijk de ellebogen en de heupen zijn aangedaan, maar we zien ook regelmatig arthrose in de knieën en schouders. De klachten die de kat onder andere vaak laten zien zijn: minder bewegen, niet meer (willen) springen of met tussen stapjes, meer liggen, niet meer geaaid willen worden, humeuriger of zelfs agressief, naast de bak plassen en/of poepen, etc.

Arthrose kunnen we niet genezen. Wel kunnen we proberen het de kat zo comfortabel mogelijk te maken. Dit kunnen we doen met bijvoorbeeld speciaal dieetvoer en/of pijnstillers.

Nierfalen

Naarmate een dier ouder wordt, kunnen bepaalde organen, zoals de nieren, minder goed gaan functioneren. Pas als meer dan tweederde deel van de nieren niet meer werkt, zullen er klachten zichtbaar worden. Nieren hebben, net als de lever, een enorme reserve capaciteit. Als een deel van het orgaan onbruikbaar is geworden, neemt een andere deel het werk over. Hierdoor komt het vaak voor dat de verminderde nierfunctie vaak al maanden tot zelfs jaren geleden is begonnen.

Verschijnselen die kunnen passen bij nierfalen zijn: 

Veel drinken en plassen
Vermageren
Misselijkheid, braken
Minder eten
Slechte vacht
Lusteloos en zwakte

Veel katten met nierfalen hebben een te hoge bloeddruk. Hierdoor kunnen katten zich onder andere futloos gaan voelen, gedesorienteerd raken en zelfs blind worden.

Met behulp van urine- en bloedonderzoek kan de diagnose gesteld worden. Eventueel kan aanvullend onderzoek in de vorm van bloeddrukmeting en een echo nodig zijn.

Chronisch nierfalen kunnen we niet genezen. Wel kunnen we behulp van voeding, medicatie en eventueel infusen ervoor zorgen dat de nieren zoveel mogelijk worden ontlast, dat de bloeddruk verlaagd en dat de overgebleven nierfunctie wordt geoptimaliseerd.

Gebit

Parodontitis is het meest voorkomende gebitsprobleem bij oudere katten. Het is een ontsteking van het tandvlees, waardoor de tanden of kiezen uiteindelijk los komen te zitten. Behalve dat deze aandoening pijnlijk is, vormt een slecht gebit ook een bron van infectie. Dit kan zeker bij oudere dieren of dieren met een verzwakte afweer leiden tot ontstekingen van belangrijke organen, zoals het hart, de alvleesklier of de nieren. Daarom is een gezond gebit juist bij deze dieren erg belangrijk! Kijk voor meer informatie onder het kopje ‘Gebitsproblemen kat’.

Oren

Net als bij de mensen gaat het gehoor op een gegeven moment achteruit. Doordat ze minder goed horen, kunnen ze eerder schrikken van objecten die ‘opeens’ in hun blikveld komen. Zorg dan ook dat je van tevoren laat merken dat je eraan komt. Opeens de kat aaien, zeker wanneer deze slaapt, is niet handig. De kat zal door de schrik kunnen reageren door te krabben en/of te bijten.  

Ook kunnen ze heel hard en meer gaan miauwen. Dit kan te maken hebben met het gebrek van kalmerende vertrouwde geluiden, maar ook met het zoeken naar aandacht van de eigenaar en geruststelling.

Schildklier

Wat ook veel voorkomt bij de oudere kat is een te snel werkende schildklier oftewel hyperthyreoïdie. Hierdoor ontstaat een overproductie van het schildklierhormoon. Het schildklierhormoon beïnvloedt bijna alle organen in het lichaam en regelt zo de stofwisseling. De symptomen die de kat laat zien horen dan ook bij een te snelle stofwisseling:

Vermageren (ondanks goede eetlust!)
Veel drinken en plassen
Veel eten
Gedragsveranderingen: hyperactief, meer miauwen, onrustiger en soms agressief
Slechte vacht
Soms braken en/of diarree
Verhoogde bloeddruk

Door de te hoge bloeddruk kunnen katten zich onder andere futloos gaan voelen, gedesoriënteerd raken en zelfs blind worden.

Met behulp van bloedonderzoek kunnen we hyperthyreoïdie diagnosticeren.

Er zijn verschillende behandelmogelijkheden: medicijnen, radioactief jodium (bij een specialistische kliniek), voeding of een operatie. Alle opties hebben hun voor- en nadelen. Indien uw kat met hyperthyreoïdie gediagnosticeerd wordt, zullen we met u bespreken wat voor uw kat de beste behandeling is.

Kitten informatieavond

Kitten informatieavond

Wat leuk, een kitten in huis! Maar wat komt daar nu eigenlijk allemaal bij kijken? Tijdens deze kostenloze informatieavond hoort u alle belangrijke informatie en meer! Het gaat onder andere over: de belevingswereld van de kat, opvoeding en socialisatie, preventieve zorg en gedragsproblemen voorkomen. Daarnaast krijgt u ook een rondleiding door de praktijk en krijgt een leuke goodiebag mee naar huis. De kitten informatieavond wordt gehouden op onze locatie in Oudewater, zodra er een nieuwe datum is zal deze direct bekend gemaakt worden. De lezing wordt gegeven door onze collega Jonda. Zij is in opleiding tot kattengedragsdeskundige en daarom dé aangewezen persoon uw u hier alles over te kunnen vertellen. Op dit moment volgt ze de laatste module, voor de afgelopen modules is ze al met vlag en wimpel geslaagd. Enthousiast  geworden? Opgeven kan via het contactformulier op deze pagina!

De kittenavond op 6 mei hebben wij helaas moeten annuleren, een nieuwe datum wordt nog bekend gemaakt. Heb je interesse? Schrijf je dan in via het formulier op deze pagina en we houden je op de hoogte als er meer bekend is.

Kort samengevat

Wie: Iedereen die meer informatie wil over kittens en de beleving van een kat
Wanneer: dinsdagavond 6 mei komt helaas te vervallen
Waar: onze locatie in Oudewater, Hekendorperweg 43
Kosten: geen
Opgeven: via het contactformulier op de contactpagina

Ontwormen kat

Ontwormings schema kat

Kittens worden, in vergelijking met honden, in mindere mate besmet  via de moedermelk. Het is echter wel erg belangrijk dat ze op tijd worden ontwormd! 

Voor kittens geld het volgende schema:

Drie, vijf, zeven en negen weken leeftijd
Iedere maand tot en met een half jaar
Daarna vier keer per jaar ontwormen
Voor katten die veel muizen, ratten en kikkers vangen is soms een aangepast ontwormingsschema nodig. Wilt u weten of dit op uw kat van toepassing is? Neem dan contact met ons op.

Ontwormings schema hartworm:

Twee weken voor vertrek
Dag van thuiskomst
Maand na thuiskomst

Ontwormings schema hartworm bij verblijf in het buitenland langer dan een maand:

Twee weken voor vertrek
Iedere vier weken zolang u in het buitenland bent
Dag van thuiskomst
Maand na thuiskomst

Waarom ontwormen?

Uw kat kan makkelijk besmet raken met wormen, zelfs als ze weinig of niet buiten komen. U kunt de eitjes onder uw schoenen mee naar binnen nemen, de kat loopt waar u gelopen heeft, likt zijn poten af en dan zijn ze binnen. In uw dier gaan de eitjes zich ontwikkelen tot volwassen wormen. Deze kunnen uiteindelijk als er niets aan word gedaan ernstige gevolgen hebben. De darmen of bloedvaten kunnen verstopt raken en uiteindelijk kan uw dier er zelfs aan overlijden. Nog een andere reden om uw dier te ontwormen, is dat een deel van de wormen ook besmettelijk is voor mensen. Mocht uw kat een keer in de tuin poepen en u gaat later de tuin doen en komt in aanraking met de aarde, dan heeft u ook kans besmet te raken met de wormen. Ook mensen kunnen hier uiteindelijk problemen aan ondervinden. Jonge kinderen en oudere mensen zijn hiervoor het meest gevoelig.

Tegen welke wormen wordt er ontwormd?

Het ligt eraan welk middel u gebruikt maar de ontworming van Milbemax die wij meegeven help tegen de volgende wormen:

Haak & zweep worm
Rondworm
Lintworm

"Mijn kat heeft geen wormen, want ik zie ze nooit"

Helaas. Elke kat, hoe goed hij ook verzorgd wordt, heeft wormen. Wormeitjes zijn namelijk microscopisch klein en vormen een normaal onderdeel van het straatstof. Iedere kat neemt dan ook via de bek wormeitjes op. In de maag en het darmkanaal ontwikkelen de eitjes zich via enkele larve-stadia uiteindelijk tot volwassen wormen die in de darm leven. De volwassen wormen scheiden zelf weer eitjes uit, die via de ontlasting van de kat in de buitenwereld belanden. Daar worden ze opgenomen door een volgende, en zo is de cirkel rond. De volwassen wormen sterven uiteindelijk in de darm en worden daar door de kat verteerd, net als voedsel.

U zult dus zelden een worm in de ontlasting van uw kat zien: de volwassen worm leeft uitsluitend in de darm. Als u wel wormen (levend of dood) in de ontlasting ziet, betekent dit dat uw kat letterlijk ‘van kop tot kont’ vol zit met wormen. Oftewel: een zware wormbesmetting. In zulke gevallen is het verstandig om uw kat direct met een geschikt middel te ontwormen en dit twee weken later te herhalen. Om te voorkomen dat het (nogmaals) zo erg wordt, ontwormt u uw kat standaard elke drie maanden (elk kwartaal).

Kort na een ontworming kan het voorkomen dat u wél wormen in de ontlasting ziet. Dit komt doordat de wormen die in de darm aanwezig waren massaal afsterven. Soms worden ze niet allemaal verteerd, en ziet u ze dus terug in de ontlasting.

Sterilisatie kat

Sterilisatie kat

De leeftijd waarop uw kat gesteriliseerd kan worden is vanaf 6 maanden.   

Bij steriliseren nemen we in principe alleen de eierstokken weg. Deze produceren de geslachtshormonen. Indien we tijdens de operatie zien dat de baarmoeder er afwijkend uitziet, zal het advies zijn om deze ook te verwijderen.

Voordelen

  • Geen kans meer op baarmoederontsteking
    Een baarmoederontsteking ontstaat onder invloed van de geslachtshormonen. Door de ontsteking vult de baarmoeder zich met bloed en pus. Hierdoor gaan poezen zich ziek voelen en krijgen klachten als vieze (stinkende) uitvloeiing, koorts (normaaltemperatuur van de kat is 38-39 °C) minder eten, meer drinken en plassen, opgezette, pijnlijke buik en sloom worden. Door te steriliseren halen we de geslachtshormonen weg en hierdoor ook de kans op het ontstaan van een baarmoederontsteking. Het voorkomen van baarmoederontsteking is niet leeftijdsgebonden. Daarom is het advies om poezen op latere leeftijd alsnog te steriliseren ook als ze al één of meerdere nestjes hebben gehad.  
  • Onvruchtbaarheid
    Doordat de eierstokken en een klein deel van de baarmoeder worden verwijderd, wordt de poes onvruchtbaar en blijft ook de krolsheid weg. Doordat ze onvruchtbaar worden, kunnen er geen ongewenste nestjes meer ontstaan. 
  • Afname van de kans op melkkliertumoren
    In 80 % van de gevallen zijn melkkliertumoren bij de kat kwaadaardig. We zien ze vooral bij oudere intacte poezen, maar ze kunnen ook voorkomen bij gesteriliseerde poezen en bij katers. Een melkkliertumor kan 1 enkele bult ter hoogte van een tepel zijn, echter kunnen er ook meerdere bulten ontstaan bij verschillende tepels. De tumoren kunnen zich uitzaaien naar de lymfeknopen en de longen.

Nadelen

  • Gevoeliger voor overgewicht
    Na sterilisatie verandert de stofwisseling van de kat. Hierdoor kunnen ze, met dezelfde hoeveelheid voer als voor de sterilisatie, aanmerkelijk dikker worden. Aangezien overgewicht, net als bij mensen, gevolgen heeft voor onder andere hart- en bloedvaten, bloeddruk en gewrichten moet dat voorkomen zien te worden.  Ook bestaat er bij katten een verhoogd risico op suikerziekte. Het is dus belangrijk om het gewicht van uw kat in de gaten te houden en maatregelen te nemen indien blijkt dat uw kat toch in gewicht gaat toenemen. Voor vragen betrekkende voeding en overgewicht kunt u altijd contact met ons opnemen. 

Aangezien de nadelen niet opwegen tegen de voordelen, adviseren we u, indien u geen nestje wilt, om uw poes op jonge leeftijd te steriliseren. Wilt u meer weten over de ingreep en hoe wij bij Dierenkliniek Benschop-Oudewater te werk gaan? Klik dan hier.

Urinewegproblemen bij de kat

Functie nieren en blaas

Een veel gehoorde klacht bij urinewegproblemen bij de kat is naast de bak plassen. Daarnaast zien we regelmatig katten met blaasgruis en -stenen en met problemen aan de nieren. Om beter te begrijpen wat urinewegproblemen precies zijn, is het belangrijk om te weten wat de urinewegen voor functie hebben voor het lichaam.

In de nier wordt urine gevormd, die verzameld wordt in het nierbekken. Vanaf het nierbekken loopt de urinebuis naar de blaas. In de blaas wordt de urine verzameld, totdat de blaas vol is en het dier door ontspannen van de blaasspier de urine via de plasbuis uit plast.

Nieraandoeningen

De nieren hebben een enorme reservecapaciteit. We zien pas problemen wanneer nog minder dan 25% van het gezonde nierweefsel over is. Als er zoveel schade is dat de nieren het niet meer aankunnen, kan het lichaam de vocht- en zouthuishouding niet meer op orde houden en worden stoffen in de urine uitgescheiden die daar normaal niet in horen. Ook wordt er minder vocht teruggehaald naar het lichaam en blijven er afvalstoffen in het bloed achter.

Nierproblemen kunnen chronisch zijn; dit sluipt er langzaam in en zien we vaak bij oude dieren. Acuut nierfalen ontstaat vaak juist in heel korte tijd, bijvoorbeeld door ontstekingen door een bacterie of het eten van giftige planten zoals lelies.

Op de foto ziet u een doorsnede van een gezonde nier (links) en een zieke nier (rechts)

Klachten

Doordat het lichaam zijn afvalstoffen niet meer kwijt kan wordt het dier ziek: braken, diarree, lusteloosheid, anorexie, tandvleesontsteking, veel drinken en plassen (pu/pd) en hersenverschijnselen (sloomheid en soms epilepsie). De kat zal meer gaan drinken en plassen. Eiwitten en suiker worden uitgeplast, waardoor de kat vermagert en zwak wordt. Bij langdurige nierproblemen zien we ook vaak bloedarmoede.

Behandeling

De behandeling van nierfalen hangt af van de oorzaak en de ernst. Het is belangrijk dat een kat goed eet, dat er voldoende vocht binnenkomt zodat de nieren gespoeld kunnen worden en dat de oorzaak, als dat kan, aangepakt wordt. Sommige nieraandoeningen zijn niet meer volledig te genezen. Met ondersteunende therapie kunnen dieren er vaak echter nog goed mee leven. Er kan dan gedacht worden aan medicatie, aan een speciaal dieet (Hill's k/d), en het bevorderen van drinken met bijvoorbeeld een drinkfontein.

Blaasaandoeningen

De afvoerende urinewegen hebben een geheel eigen problematiek en zijn vaak oorzaak voor onzindelijkheid en ook chronische pijn bij katten. De blaas raakt ontstoken door mechanische problemen (steentjes en gruis) en/of door bacteriën. Ook kan er sprake zijn van een idiopatische cystitis (een blaasontsteking waarvan de oorzaak niet bekend is). Eén tot tien procent van de katten maken een vorm van blaasontsteking door. Bij katten die alleen binnen leven of met meer katten in één huis wonen wordt het vaker gezien.

Blaasgruis en stenen

Blaasgruis en stenen komen veel voor bij katten en is een groot probleem, daarom wordt deze wat verder uitgelicht. Het probleem komt met name voor bij katers met overgewicht. Waarom sommige katten last hebben van gruis en stenen is niet geheel duidelijk, er zijn echter wel factoren zoals de zuurgraad van de urine, een voorafgaande infectie, overgewicht, stress en veranderde hoeveelheid zouten in de urine. De stenen bestaan uit kristallen, voornamelijk worden struviet (zie foto met rode pijl) en calciumoxalaat gezien. De steentjes kunnen een verstopping van de plasbuis geven en deze katten overlijden binnen een paar dagen. Daarom is een kat die niet meer kan plassen altijd spoed!

Klachten

Veel voorkomende klachten bij blaasproblemen zijn: vaak en kleine beetjes plassen, bloed bij de urine, miauwen bij plassen, onzindelijkheid, overmatig likken van de buik en tussen de achterpootjes, niet kunnen plassen, stress door aanhoudende pijn en niet op de kattenbak willen.

Diagnose

Om de oorzaak van de problemen te achterhalen kunnen er meerdere onderzoeken gedaan worden. Meestal wordt gestart met urine onderzoek. Afhankelijk van de uitslag kan er verder gekeken worden door middel van bloedonderzoek, echografie, röntgenfoto's of urinekweek. Soms komt er geen oorzaak uit en kan gedacht worden aan een gedragsprobleem, maar het is belangrijk om eerst de medische oorzaken uit te sluiten voordat deze conclusie getrokken mag worden.

Therapie

Blaasaandoeningen hebben in het algemeen dezelfde therapie, maar verschillen toch op een aantal fronten. In het algemeen is het belangrijk om veel water aan te bieden, zoals bij nieraandoeningen worden vermeld. Hierdoor wordt de urine verdund en zullen de stoffen die in de urine zitten minder irritatie aan de blaaswand geven. Ondersteunend kunnen er ook pijnstillers en/of blaasonspanners gegeven worden. Antibiotica heeft alleen zin als er een bacterie meespeelt. Bij blaasgruis kan het op lange termijn voordeliger zijn om een operatie uit te laten voeren, waardoor de urinebuis wijder wordt gemaakt. Blaasstenen moeten meestal verwijderd worden met een operatie. Ook is er een dieet nodig om kleine steentjes op te lossen en de kristalvorming te voorkomen in de toekomst. (Hill's c/d) Als de blaasproblemen voornamelijk door stress veroorzaakt worden, is het belangrijker om de oorzaak van stress te verminderen, dan de stress zelf te onderdrukken.

Een aantal tips voor stressreductie

Omgevingsverrijking, om verveling te voorkomen.
Krabpalen, verstopplekjes, drink- en voerbakjes door het huis verdelen op verschillende plaatsen
Katten buiten weren
Hoge en veilige plaatsen aanbieden
Feromonen inzetten, zoals Feliway
Voldoende en schone kattenbakken (aantal katten + 1)

Eerste hulp bij onzindelijkheid

Maak altijd eerst een afspraak bij de dierenarts om medische oorzaken uit te sluiten.

Houd de kattenbak goed schoon. Sommige katten blijven lang gebruik maken van een vieze kattenbak, maar anderen weigeren te plassen op een bak waar al ontlasting in ligt.
Ontdek de voorkeuren van de kat door een aantal kattenbakken naast elkaar te zetten en te vullen met verschillende soorten kattenbakgrit. Ook verschillende vormen kattenbakken kunnen uitgetest worden.
Reinig de plekken buiten de bak waar de kat geplast heeft goed met enzymatisch wasmiddel. Deze alternatieve toiletlocaties kun je onaantrekkelijk maken met dubbelzijdig tape, aluminiumfolie of door er een meubelstuk op te zetten. Niet met bleekmiddel of ammoniak, dit kan aantrekkelijk zijn voor katten om er juist te gaan plassen!
Zorg voor voldoende makkelijk bereikbare kattenbakken op diverse locaties. Oudere katten met gewrichtsproblemen kunnen een kattenbak met lage instap makkelijker inlopen.
De gouden regel over het aantal kattenbakken luidt: Het aantal katten in huis + 1.
Straf de kat nooit! Schreeuwen, slaan of de kat met zijn neus door de urine of ontlasting halen is zinloos en contraproductief. Door de toegenomen spanning kan het gedrag zelfs verergeren.

Vaccinaties kat

Hoe werkt een enting?

De belangrijkste antistoffen krijgen kittens na de geboorte via de biest (colostrum). Dit kan alleen in de eerste 24 uur van hun leven worden opgenomen. Deze antistoffen staan als het ware klaar om een ziektekiem aan te vallen als een kitten hiermee in aanraking komt. Na ongeveer 9 weken vervagen de antistoffen. Dit is het moment om de kittens te enten. Met de enting krijgen ze, afhankelijk van de enting, verzwakte of dode ziekteverwekkers ingespoten. Nu moet het lichaam zelf aan de slag om antistoffen te maken. Omdat de bescherming van de biest langzaam verminderd moet er met 12 weken nogmaals een enting gegeven worden. Na de enting op 12 weken kan het lichaam, afhankelijk van welke antistoffen, 1 tot 3 jaar onthouden hoe de antistoffen gemaakt moeten worden. Als een kat na een enting in aanraking komt met een ziektekiem kan het lichaam direct in actie komen, hij herkent namelijk de ziektekiem en weet welke antistoffen hij er op af moet sturen. Als een kat niet is geënt en in aanraking komt met een ziektekiem, moet hij eerst de juiste antistof maken. Dit heeft even tijd nodig en in de tussentijd kunnen de ziektekiemen zich goed verspreiden.

Wanneer is een kat het meest vatbaar?

Kittens, oude katten, drachtige katten en katten met een verminderde weerstand (zieke dieren) zijn het meest gevoelig voor een ziekte. Het maakt hierbij niet uit welke ziekte. Dit komt omdat hun immuunsysteem nog niet of niet meer optimaal werkt. Ziektes kunnen zo makkelijk binnen komen en zich verspreiden.

Kattenziektes

Kattenziekte

Kattenziekte is een zeer besmettelijke ziekte. De beste omgeving voor het virus zijn het beenmerg en de darmen. Een verminderde afweer en klachten van het maagdarmkanaal zijn daarom de belangrijkste verschijnselen. Als een poes kattenziekte krijgt tijdens de dracht kunnen er afwijkende kittens geboren worden. Kattenziekte kan jaren lang in de omgeving overleven en is in de omgeving moeilijk te bestrijden.

Niesziekte

Niesziekte is een ontsteking van de voorste luchtwegen, verschillende virussen en bacteriën spelen hierbij een rol. Het kan blijven bij niesen en uitvloeiing bij ogen en neus maar het kan ook doorslaan in bronchitis en longontsteking. Niesziekte is te bestrijden met medicijnen mits er op tijd ingegrepen word. Gebeurd dit niet kan de niesziekte chronisch worden. Het word overgebracht door direct contact tussen katten maar ook door besmet materiaal.

Rabiës (hondsdolheid)

Ook katten kunnen rabiës krijgen, meestal door bijten (speeksel). Het is een gevaarlijke ziekte met meestal een dodelijke afloop. Katten zullen na besmetting zich meestal verstoppen en niet zo snel bijten/ aanvallen. Omdat er een kans bestaat dat dit wel gebeurt, is het ook voor katten belangrijk dat ze geënt worden als ze naar het buitenland gaan.

Bordetella

Bordetella is een medeveroorzaker van niesziekte. Tegenwoordig is dit in veel pension's een verplichte enting. De enting word als een neusdruppel gegeven. 

FeLV (feline leukemie virus)

Dit is een dodelijk virus. Katten raken meestal besmet door het speeksel van een besmette kat. Ook geven drachtige poezen het door aan de kittens. Echter is dit vaak pas na langdurig contact tussen de katten. FeLV kan tumoren van de witte bloedcellen (leukemie) veroorzaken maar vaker komen infecties voor. Dit komt omdat het immuunsysteem word verzwakt.

FIV (feline immunodeficientie virus/ katten aids)

Dit virus is verwant aan Aids bij mensen. Katten kunnen mensen NIET besmetten en mensen kunnen katten ook NIET besmetten. Het word overgedragen via bloed, dit is vaak bij vecht en bijtwonden. Ook geven drachtige poezen het door aan de kittens. Na besmetting zijn er verschillende stadia. In eerste instantie is er nog niet veel te merken. Later krijgen ze last van infecties en deze worden steeds erger. FIV is niet te genezen, het kan alleen worden onderdrukt.

Wanneer uw kat laten vaccineren?

9 weken

Kattenziekte
Niesziekte

12 weken

Kattenziekte
Niesziekte

1 jaar

Kattenziekte
Niesziekte

Vervolgens wordt er jaarlijks geënt voor niesziekte en 1x per 3 jaar voor kattenziekte. De Bordetella enting is een jaar geldig en de Rabiës enting 3 jaar.

De Bordetella en Rabiës entingen worden niet standaard gegeven, maar zijn op verzoek van de eigenaar. Mocht uw kat tijdens uw afwezigheid naar een pension gaan is het verstandig om tijdig na te gaan welke entingen verplicht zijn.

Welzijn

Samen zorgen voor dierenwelzijn

Als je katten hebt dan heb je het beste met ze voor. Maar wat is nu eigenlijk het beste voor een kat? Wat is dierenwelzijn en zijn hier handvatten voor? Binnen onze praktijk is dierenwelzijn ontzetten belangrijk. We delen daarom veel en graag onze kennis over dit onderwerp, maar we horen net zo graag van jullie hoe je het leven van je kat zo aangenaam mogelijk maakt. Zo kunnen we van elkaar leren en met elkaar zorgen voor een beter dierenwelzijn. 

Als we het over dierenwelzijn hebben dan kun je de basis omschrijven met "de 5 vrijheden van Brambell". Deze zijn als volgt:

  • dieren zijn vrij van honger en dorst
  • dieren zijn vrij van ongemak
  • dieren zijn vrij van pijn, verwonding en ziekte
  • dieren zijn vrij van angst en stress
  • dieren zijn vrij om normaal gedrag te vertonen

Logischerwijs is dierenwelzijn niet perfect als enkel aan de vijf vrijheden is voldaan. Een kat die voer en water heeft gehad kan wel vrij zijn van honger en dorst, maar dat wil nog niet zeggen het dier goed en gezond gevoed is. Daarom wordt als definitie van dierenwelzijn ook wel aangehouden: Een dier verkeert in een staat van welzijn wanneer het in staat is zich actief aan zijn levensomstandigheden aan te passen en daarmee een toestand kan bereiken die het als positief ervaart.

Huisvesting

Hoogte
Katten houden van hoogte! Lekker klimmen en klauteren en een goed uitkijkpunt. Maak hier gebruik van in huis en geef ze voldoende gelegenheid om de hoogte in te gaan. Een hoge krabpaal kan hiervoor dienen maar als een trappetje plankjes aan de muur werkt ook heel goed, en er zijn zelfs speciale wand krabpalen te krijgen. De mogelijkheden om een kattenparadijs te creëren zijn eindeloos! Doe vooral eens online inspiratie op! Goede klimpalen zijn stevig, hoog genoeg en staan op de juiste plek. Denk hierbij aan van beneden naar boven en in de breedte, bij slaapplekken en langs drukke looppaden.

Kattenbak
Katten zijn dieren die houden van schoon. Ze poetsen niet alleen zichzelf heel graag maar hebben ook graag een schone omgeving, zo ook de kattenbak. Heeft er al een andere kat in gepoept? Bah! Zorg er daarom voor dat er één kattenbak meer is dan het aantal katten. Heeft u 2 katten? Zorg dan voor 3 bakken. Gebruik een vulling zonder parfum, schep dagelijks de vieze plekken eruit en maak 1x in de week helemaal schoon. De locatie in huis maakt ook uit. Zet de kattenbak op een rustige en donkere plek, minimaal een meter bij eten en drinken vandaan. Wij zouden een wc aan de eettafel of naast het aanrecht ook niet zo fijn vinden. Zorg ervoor dat de hele kat ruim in de bak past en ook nog kan draaien, ze hebben graag de ruimte. Ook kan het per kat wisselen of ze wel of geen kap willen. Over het algemeen hebben alle katten liever geen klep.

Eigen plekje
Het is belangrijk dat een kat zich terug kan trekken op een plek waar hij zich veilig voelt en lekker kan liggen. De eerder besproken hoogte kan hierbij helpen. Zorg ervoor dat er op verschillende bereikbare plekken lekkere mandjes liggen waar de kat in kan slapen. De plekken zijn het liefst hoog en een beetje afgezonderd, zodat ze in alle rust kunnen genieten van hun schoonheidsslaapje. 

Territorium en leefgebied
Territorium is het gebied wat actief verdedigd wordt tegen vreemden. Hoe dichterbij het hart van het territorium, hoe agressiever de kat zal zijn (honden juist aan de rand). Is over het algemeen kleiner dan het leefgebied en zullen hier veel slapen en eten. Katers hebben een groter territorium dan poezen.

Leefgebied is het gebied wat wordt gebruikt voor activiteiten als jagen en verkennen. Grootte van het leefgebied hangt af van:

- Voedselaanbod: Gevoerde katten: 0.1-0.8 hectare & wilde katten: 270-420 hectare!
- Geslacht
- Leefgebied van katers is gemiddeld 3.5x (3 tot 10x) groter dan van poezen
- Poezendichtheid
- Katers delen vaker leefgebied als er krolse poezen in de buurt zijn.

Preventieve zorg

Voorkomen
Om ziektes en ongemakken te voorkomen is preventieve zorg erg belangrijk. Preventieve zorg is een heel breed begrip en zorgt er op allerlei fronten voor dat uw dier zo gezond mogelijk is en blijft, en dat willen we natuurlijk allemaal. Katten zijn meesters in het verbergen van hun problemen, daarom is het extra belangrijk aandacht te besteden aan subtiele signalen. Hieronder bespreken we een aantal onderwerpen die vallen onder preventieve zorg.

Dierenarts
Door jaarlijks uw kat (op maat) te laten vaccineren is hij of zij beschermd tegen verschillende ziektes. Tijdens de vaccinatie bespreken wij ook altijd of er nog andere dingen spelen of opvallen aan uw kat. We onderzoeken hem uitgebreid en zullen punten van aandacht met u bespreken. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat het gebit van uw kat extra zorg nodig heeft of dat hij toch wat minder makkelijk op de bank springt dan anders. Samen met u maken we dan een plan om ervoor te zorgen dat deze punten van aandacht geen problemen worden. Een plan wat er voor zorgt dat u zo lang mogelijk van uw kat kan genieten.

Parasieten voorkomen
Het voorkomen van parasieten is een belangrijk onderwerp in preventieve zorg. Naast dat de beestjes vervelend zijn voor uw kat kunnen ze ook ziektes met zich meebrengen. Behandel daarom regelmatig uw kat voor vlooien en teken (het interval is afhankelijk van het product). 

Voeding

Brokken en natvoer
Voeding van katten bestaat vaak uit brokjes al dan niet aangevuld met natvoer. Alle voeding voor katten waar volledige diervoeding op staat is goed genoeg om aan uw kat te geven, maar er zijn uiteraard wel kwaliteitsverschillen. Al met al is het belangrijk een voeding te geven waar uw kat het goed op doet. Dit wil zeggen dat hij in goede conditie is, de vacht mooi glanzend en aangesloten en de ontlasting goed van vorm. 

Voedselverrijking
Brokjes kunnen goed ingezet worden om uw kat van uitdaging te voorzien. Er zijn speciale voedseltorens verkrijgbaar waar ze moeten werken voor hun brokjes en ook voerballetjes kunnen uitkomst bieden. Het is een leuke uitdaging en motivatie voor uw kat om op deze manier zijn eten te krijgen. Ze worden mentaal uitgedaagd en zijn ook nog eens in beweging. Een win-win situatie!

Soorteigen gedrag
Al deze gedragingen zijn echt behoeften van een kat. Je kunt deze niet afleren, een kat heeft dit nodig. We kunnen we in sommige gevallen verrijkingen bieden.

Klimmen en krabben
Zie hiervoor ook het kopje huisvesting. Katten hebben plekken nodig om hun nagels te verzorgen en daarnaast te klimmen en te klauteren. 

Jagen en verkennen
Jagen staat los van het hebben van een hongergevoel. Dit verklaart ook waarom katten de ene keer wel prooi eten en de andere keer niet. Omdat steeds meer katten binnengehouden worden kan dit problemen geven als deze behoeften niet voldaan worden: de kat raakt gefrustreerd of raakt verveeld door gebrek aan prikkels. Spelen met een hengel kan hierbij helpen. Zo wordt het jaaggedrag uitgelokt. 

Territorium innemen, afstand houden en terug trekken
Het is natuurlijk gedrag van een kat om een territorium te hebben (zie kopje huisvesting). In dit territorium is het ook belangrijk dat er plekken zijn waar ze zich terug kunnen trekken. Afstand nemen lijkt hetzelfde, maar is het niet helemaal. Afstand nemen kan ook van toepassing zijn bij het passeren van smalle stukken. Een cat highway kan hierbij helpen. Zo kunnen ze datzelfde stuk ook in de hoogte overbruggen. 

Als het even niet wil
Soms ontstaat er een ongewenste situatie. Dit kan zijn dat uw katten het niet met elkaar kunnen vinden, uw kat agressie inzet of wellicht verveeld is omdat een buitensituatie niet veilig is. Heeft u een vraag over het gedrag van uw kat? Neem dan contact met ons op. We kijken graag samen met u naar de beste oplossing en kunnen u zo nodig doorverwijzen naar een kattengedragsdeskundige.

Geschreven door Susanne Teeuw

Terug naar gezelschapsdieren