Konijnen en Knaagdieren

  • Aanschaf en verzorging
  • Gebit konijnen en knaagdieren
  • Huisvesting konijn
  • Voortplanting, castratie, sterilisatie konijn
  • Konijnen koppelen
  • Madenziekte
  • Overgewicht bij konijnen
  • Vaccinaties konijnen
  • Voeding konijn en cavia
  • Zorgplan voor konijnen

Aanschaf en verzorging

Welk huisdier past bij mij?

Dierenkliniek Benschop-Oudewater vindt goede voorlichting over het houden van huisdieren belangrijk. We kunnen u op die manier helpen met het maken van een weloverwogen keuze welk huisdier bij u of uw gezinssituatie past. Met heldere informatie over het dier bent u beter voorbereid op de komst van een nieuw huisdier, en is de kans kleiner dat het achteraf toch tegen valt en het dier herplaatst moet worden. 
Het LICG (Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren) speelt in op deze behoefte en heeft een aantal informatieve folders over verschillende diersoorten ontwikkeld. In de folders vindt u belangrijke informatie waaronder: de aanschaf, huisvesting, verzorging en het hanteren van de verschillende diersoorten.
Door op de folder te klikken word het PDF bestand geopend.  Heeft u nog vragen of wilt u meer weten over een andere diersoort, dan kunt u ons bellen of op de site van het LICG kijken.

Indien u dieren beroepsmatig houdt en verkoopt bent u sinds 1 juli 2014 verplicht om de nieuwe eigenaar schriftelijk informatie mee te geven. De folders van het LICG bevatten voldoende informatie om aan de wettelijke eisen te voldoen. Meer informatie is te vinden in het Besluit houders van dieren.

Het aanschaffen van een huisdier

 

Welk huisdier past bij kinderen?

 

De aanschaf van een knaagdier

 

De aanschaf van een konijn

 

Konijn algemeen

 

Cavia algemeen

 

Hamster algemeen

 

Voedselverrijking en spelletjes

 

Gebit konijnen en knaagdieren

Konijnen hebben zes snijtanden: vier boven (twee grote en daarachter twee kleine stifttandjes) en twee onder, zie ook de foto hieronder. Cavia’s hebben geen stifttandjes. Een eindje na de snijtanden beginnen de kiezen pas. De tanden en kiezen van konijnen en cavia’s blijven altijd doorgroeien. Dat de tanden en kiezen niet steeds langer en langer worden, komt doordat ze afslijten door goed te kauwen op vooral hooi. Op deze manier ontstaat er een evenwicht tussen aangroei en afslijten van de gebitselementen, zodat de knaagdieren een natuurlijk en goed functionerend gebit houden. Bij sommige knaagdieren sluiten de elementen van de boven en onderkaak niet goed op elkaar aan. Dit resulteert in het verkeerd doorgroeien van tanden en kiezen, waardoor deze te lang worden en/of een afwijkende vorm krijgen. 

Gebitsproblemen

Als ze te weinig kauwen of een (aangeboren) verkeerde stand hebben, slijten de tanden en kiezen niet genoeg en kunnen ze te lang worden. Zie de foto linksonder. De ondertanden groeien meestal in de richting van de neus en de boventanden groeien de mondholte in. Hierdoor kunnen ze uiteindelijk moeilijk eten en drinken. Te lange kiezen boven vormen vaak haken die in de wang prikken; te lange kiezen uit de  onderkaak vormen haken die een brug over de tong vormen. Dit probleem kan tot allerlei klachten leiden zoals wondjes in de mondholte, slecht eten, een natte kin, afvallen en diarree.

Spoed!

Konijnen en cavia’s zijn erg kwetsbaar en laten niet snel merken dat ze pijn hebben of anderszins niet fit zijn. Op het moment dat u merkt dat ze niet zichzelf zijn, is er dus echt iets aan de hand! De meest voorkomende symptomen van ziekte of pijn zijn stil in een hoekje zitten en/of niet of minder eten. Als ze om wat voor reden niet lekker zijn, kan het maagdarmkanaal stil gaan liggen. Hierdoor wordt een klein probleem al snel een groot probleem, waardoor ze zelfs kunnen overlijden als er te laat wordt ingegrepen. Neem daarom altijd contact op met een dierenarts om uw konijn of cavia na te laten kijken indien deze minder of niet eet!

Gebitsbehandeling

Enkel onder narcose kan een goede gebitsinspectie en –behandeling worden gedaan. Oftewel, het kan zijn dat het konijn geregeld onder “narcose” gebracht moet worden om de procedure goed uit te kunnen voeren. De mooiste methode is het afslijpen van de tandjes met behulp van een klein slijptolletje. Op deze wijze krijgt men een mooi resultaat zonder splinters. Door het inkorten van de bewuste tanden wordt het probleem (tijdelijk) verholpen. De tanden zullen namelijk opnieuw aangroeien (ongeveer twee milimeter per week), waardoor het nodig kan zijn na een paar weken opnieuw te behandelen. Dit kan vertraagd worden door het voer aan te passen. Soms is het echter beter/noodzakelijk om snijtanden of kiezen te verwijderen; konijnen en cavia’s kunnen daar prima mee leven en dan zijn ze voor de rest van hun leven van het probleem af.

Scheef groeiende kiezen zijn moeilijker om aan te pakken, omdat ze minder toegankelijk zijn. Een goede inspectie en eventueel behandeling van de kiezen, is alleen mogelijk onder narcose.

Gebitsproblemen voorkomen

Om gebitsproblemen te voorkomen is juiste voeding van groot belang. Kijk voor verdere informatie over voeding op onze pagina Voeding konijn en cavia.

Maatregelen om gebitsproblemen te voorkomen/vertragen:

Onbeperkt vers hooi
Biks (bijv Science Selective) zodat selectief eten niet kan
Wilgentakken
Stro
Graspollen inclusief kluit
Voldoende beweegruimte
Controle: Bekijk de snijtanden, weeg uw konijn regelmatig, beoordeel de vorm en stevigheid van de keutels, houdt in de gaten of uw konijn stopt met of minder gaat eten. NB: Een konijn dat niet eet, is een spoed patiënt!
Fok niet met konijnen met gebitsproblemen

Huisvesting konijn

Over het hok

Konijnen zijn echte groepsdieren. We adviseren daarom ook om altijd twee konijntjes te houden. Meer advies over wat de beste combinatie is? Dit kunt u vinden op onze pagina over koppelen.

De grootte van het hok binnen of buiten hangt natuurlijk af van het formaat konijn. Een dwergkonijn heeft minder ruimte nodig dan een Vlaamse Reus. Bij voorkeur kan het konijn recht op zijn achterpoten staan en vrij bewegen. Een hok moet groot genoeg zijn om drie tot vier goede sprongen vooruit te kunnen maken. Een konijn moet in een ren ook echt kunnen rennen. De maten verschillen ook voor konijnen die beperkte mogelijkheid hebben tot een ren of onbeperkte toegang tot een ren. Op deze pagina van het LICG (landelijk informatiecentrum gezelschapsdieren) vindt u uitgebreide informatie over de juiste afmetingen.

Buiten of binnen

Konijnen kunnen binnen of buiten worden gehouden. Konijnen vinden temperatuurswisselingen niet fijn. Haal een buitenkonijn in de winter niet naar binnen. Het temperatuurverschil is dan te groot. Als u uw konijnen buiten wilt gaan huisvesten adviseren we om hier mee te beginnen als de temperatuur op zijn laagst rond de 15⁰C is. Konijnen die altijd buiten leven kunnen ook in de winter buiten blijven, mits er voldoende bodembedekking is en er een goed schuilhok is.

Buiten

Als u konijnen buiten wilt houden is het belangrijk dat het buitenhok een ruime ren heeft voor voldoende bewegingsruimte. Een deel van het hok moet zijn afgesloten voor water en wind en als nachthok of schuilplek kunnen dienen. Ook is het belangrijk dat in de zomer het buitenhok in de schaduw staat.

Zorg ervoor dat uw konijnen altijd vrij de ren in kunnen. De ondergrond van een ren kan bestaan uit tegels, zand of gras. Let hier bij wel op dat het konijn zich geen weg naar de vrije wereld kan graven! Het is aan te raden op de bovenkant van de ren een bescherming te doen van bijvoorbeeld gaas. Zo krijgen vogels, katten en andere dieren geen kans om erin te komen.

Binnen

Als de konijnen binnen worden gehouden is (behalve als hij/zij altijd los loopt) een groot hok nodig! We adviseren om de konijnen een paar uur per dag los te laten lopen. Let hierbij wel op of uw huis “konijnproof” is; scherm kabels af en zorg dat ze niet bij planten kunnen. Een alternatief is een hok met hieraan vast een ren. Zo kunnen ze vanuit hun hok altijd de ren in. Het is bij een binnenhok belangrijk dat deze niet op de tocht, recht in de zon of te dicht bij een verwarmingsbron staat.

Inrichting hok

Bodembedekking

Geschikte bodembedekkingen voor een binnenhok of nachthok zijn; korrels op basis van maiskolf, papier of karton, strokorrels, hennepvezels of eventueel kranten met daarop een laag hooi of stro. Zaagsel wordt ook weleens gebruikt, maar het nadeel hiervan is dat dit erg stoffig is en daarmee uiteindelijk schadelijk kan zijn voor de gezondheid van het konijn.

Toilet

Konijnen zijn hele schone dieren en doen hun behoeftes het liefst in een vaste hoek in het verblijf. In deze vaste hoek kunt u een toilet zetten. Er zijn bij dierenwinkels konijnentoiletten te koop. U kunt ook een kattenbak gebruiken of een afwasteil. Het handigste is om in de toilet een andere bodembedekking te gebruiken dan in de rest van de kooi.

Hooivoorziening

U kunt er voor kiezen om het hooi van een konijn in een ruif te doen of in een bal. Deze bal hangt u op in het hok en hierdoor moet het konijn moeite doen om te eten. U kunt in deze bal ook wat groente doen.

Speelgoed

Konijnen vinden het leuk om bezig te zijn en hiervoor is allerlei speelgoed te koop.

Er zijn voerballen voor konijnen; u doet hierin wat brokjes en als het konijn hiermee rolt of gooit komen de brokjes er één voor één uitvallen. Er bestaan denkspellen voor konijnen en u kunt ook de wat meer gangbare denkspelletjes gemaakt voor honden gebruiken. Er worden dan wat brokjes op verschillende plekken gedaan in het spel waardoor het konijn moeite moet doen om de brokjes te kunnen pakken.

Verder is er ook speelgoed te koop zoals balletjes of andere voorwerpen met hierin belletjes.

Er zijn ook “lentehuisjes of lenterol”; dit zijn rollen of huizen gemaakt van hooi, bloemen en kruiden. Konijnen kunnen hier lekker aan knagen en mogen het gehele product opeten. 

U kunt ervoor kiezen om eigen speelgoed te maken denk hierbij aan “koekhappen”. Hang een draad op en hang aan dit draad verschillende groente. Zo kan het konijn deze van de lijn “afhappen”. Let hier wel bij op dat de konijnen het draad niet opeten. Ook kunt u het karton van een wc rol vullen met wat hooi. Zo zijn ze ook lekker bezig om het hooi te kunnen eten. Het is niet de bedoeling dat de konijnen het karton en al mee opeten.

Voortplanting, castratie, sterilisatie konijn

Konijnen zijn groepsdieren

Konijnen zijn echte groepsdieren. Ze leven niet graag alleen: houd daarom het liefst minimaal twee konijnen samen in een groot hok. Een mannetje en een vrouwtje samen is meestal de beste combinatie. Natuurlijk moet u dan maatregelen nemen om te voorkomen dat u er al snel jonge konijntjes bij hebt. Het is te adviseren om liefst beide dieren, maar in elk geval het mannetje te laten castreren. Twee ongecastreerde mannetjes gaan vrijwel altijd vechten als ze ouder worden. Ook bij een combinatie van twee vrouwtjes kan het gebeuren dat de dieren als ze volwassen zijn plotseling gaan vechten onder invloed van hormonen. Twee gecastreerde vrouwtjes of op jonge leeftijd gecastreerde mannetjes kunnen vaak goed samenleven. Wat aan rustig samenleven bijdraagt is het van jongs af aan samen opgroeien, of op neutraal terrein (dus buiten het hok) rustig aan elkaar kunnen wennen en voldoende ruimte en schuilmogelijkheden hebben. Zet echter nooit twee vreemde volwassen konijnen zomaar bij elkaar, ze kunnen elkaar flink verwonden.

Voortplanting konijn

Konijnen zijn vruchtbaar vanaf drie tot vijf maanden. Vrouwtjes, ook wel voedsters genoemd, kunnen dan drachtig worden. Na 29 tot 33 dagen werpen zij een nest jongen. Een nest bestaat vaak uit drie tot acht jongen, maar een nest kan ook groter zijn. De jongen worden kaal en blind geboren. Ze worden vaak maar eens per dag door hun moeder gezoogd. Na drie weken komen ze uit het nest, maar pas na zes tot zeven weken zijn ze oud genoeg om hun moeder te verlaten. Houd er rekening mee dat de moeder direct na de worp weer vruchtbaar is.

Waarom moet je een konijn laten helpen?

Als dierenarts adviseren we dat je je konijn laat helpen (= steriliseren of castreren), omdat je voorkomt dat ze ongewenst gedrag gaan vertonen zoals, hormonaal bepaald, dominant gedrag, sproeien, agressie en vechten of nog erger ongewenste nakomelingen krijgen. Ook is steriliseren van een vrouwtje erg belangrijk omdat ze op latere leeftijd een baarmoedertumor kunnen krijgen.

Konijnen geslachtsbepaling

Het is bij konijnen niet altijd makkelijk te zien of het een voedster (vrouwtje) of rammelaar (mannetje) betreft. Hieronder hebben we met foto's een beschrijving de verschillen voor u op een rij gezet.

Voedster - vrouwelijk konijn

De geslachtsopening bij het vrouwelijke dier is spleetvormig. De afstand tussen de anus (meer richting de staartbasis) en de vagina is heel kort. De beide openingen zitten bijna aan elkaar vast.

Rammelaar - mannelijk konijn

De geslachtsopening bij het mannelijke dier is rond. Soms lukt het om de penis zelfs iets uit te laten stulpen. De afstand tussen de anus (meer richting de staartbasis) en de penis is groter dan bij een voedster.

Sterilisatie vrouwelijk konijn

Het is verstandig om vrouwelijke konijnen te laten steriliseren. U voorkomt hiermee dat uw konijn op latere leeftijd een baarmoedertumor of een ander baarmoederprobleem krijgt. De sterilisatie kan vanaf een leeftijd vanaf zes maanden.
Het laten steriliseren van uw konijn heeft verschillende voordelen:

Het voorkomen van ongewenste dracht
Het voorkomen van hormonale problemen door bijvoorbeeld cysteuze ovaria
Het voorkomen van baarmoederontstekingen (endometritis / hyperplasie)
Het voorkomen van baarmoedertumoren
Agressiviteit of dominantie bij vrouwelijke konijnen tegen gaan.

Dominantie uit zich onder andere als het rijden op andere konijnen (mannetjes maar ook vrouwtjes) en agressiviteit naar mensen en/of andere dieren.

Castratie mannelijke konijn

We adviseren om uw mannelijke konijn, de ram, te laten castreren. Dit kan vanaf een leeftijd van vier tot vijf maanden.
We hebben een aantal redenen op een rij gezet om dit advies te ondersteunen.

Ongecastreerde mannetjes kunnen, als ze sexueel actief worden, agressief worden naar soortgenoten en/of naar de eigenaar.
Ongecastreerde mannetjes kunnen onderling gaan vechten
Ook kunnen zij onder invloed van die mannelijke hormonen gaan sproeien in huis.
Daarnaast kan een ongecastreerde ram uiteraard voor ongewenste nakomelingen zorgen.

Let op: Na de castratie kunnen ze nog twee tot drie weken vruchtbaar zijn. Houdt ze daarom gedurende die periode nog even apart van andere konijnen.

Wilt u weten hoe een castratie in zijn werk gaat? Op onze pagina 'Hoe doen we dat' leest u hier alles over.

Als de konijnen tijdelijk apart gehouden worden is ze het belangrijk dat ze elkaar wel kunnen zien en ruiken. Dit voorkomt dat ze elkaar ontwennen. Daarbij is het ook verstandig om de konijnen om de dag van hok te wisselen. Op deze manier blijft ook de geur van het andere konijn "gewoon".

Konijnen koppelen

Twee konijnen samen en/of het koppelen van konijnen

We beschrijven eerst de gang van zaken bij jonge konijntjes die samen uit het nest of van een dierenwinkel komen. Daarna bespreken we het koppelen van oudere konijnen uit bijvoorbeeld een opvang of asiel.

Nooit alleen!

Een konijn is een gezelschapsdier en is gewend om in groepen te leven. Dit betekent dat het niet graag alleen is en dit kan leiden tot het ontstaan van gedragsafwijkingen. Het is daarom verstandig om konijnen altijd met een maatje te houden.

Jong en/of volwassen?

Het beste is om konijnen bij elkaar te zetten die allebei jong zijn of allebei volwassen. Vaak gaat het plaatsen van een jong konijn bij een volwassen konijn niet goed. Er zijn ook veel oudere konijnen in opvangcentra die een nieuw tehuis zoeken.

Cavia en konijn samen

Het is mogelijk om een konijn en cavia in één hok te huisvesten. Wel brengt dit enkele praktische bezwaren met zich mee, zoals verschillende voertypes. Cavia's hebben een grotere behoefte aan vitamine C. Teveel vitamine C kan bij het konijn leverschade geven. 

Twee jonge konijnen samen

Twee konijnen samen: wat zet je dan bij elkaar? Een mannetje en vrouwtje samen is de beste keus!

We adviseren om een mannetje en een vrouwtje te nemen. Konijnen kunnen goed samen gehuisvest worden maar door seksueel gedrag van konijnen onderling kan onrust ontstaan. Ook bestaat het risico op ongewenste nakomelingen!

Let op: een konijn kan al vanaf drie tot vier maanden leeftijd geslachtsrijp worden (= hormonale puberteit), op die leeftijd moet je ze apart zetten om te voorkomen dat ze nakomelingen krijgen. Een mannetje castreren kan vanaf vier tot vijf maanden leeftijd, een vrouwtje steriliseren pas vanaf zes maanden leeftijd. Het advies is dus om eerst het mannetje te castreren en twee tot drie weken later mag hij dan weer bij het vrouwtje. Later kun je dan het vrouwtje laten steriliseren. Wilt u weten waarom? klik dan hier.

Twee van hetzelfde geslacht

We adviseren om een mannetje en vrouwtje te nemen. Soms gaat dit niet en wil je twee mannetjes of twee vrouwtjes uit hetzelfde nestje bij elkaar houden. Ze kunnen samen opgroeien, maar zodra de puberteit begint kunnen ze gaan vechten. Zodra je dit ziet moet je ze uit elkaar halen en laten castreren/steriliseren. Eenmaal vechtende konijnen kunnen slecht weer samen, ze blijven dan namelijk vaak vechten. Niet vechtende konijntjes die geholpen zijn kunnen goed samen harmonieus oud worden. Onze ervaring is dat twee gecastreerde mannetjes samen beter gaat dan twee gesteriliseerde vrouwtjes. De beste combinatie blijft een mannetje en een vrouwtje!

Hoe voorkom ik vechten: geef ze ruimte!

Als je onderling vechten wilt voorkomen denk dan aan het volgende: een uitloop of ren waar de dieren bij elkaar weg kunnen is heel erg belangrijk. Ze kunnen als het ware een time out nemen. Als de konijnen achter elkaar aanrennen en niet weg kunnen zal de voorste zich omdraaien en gaan vechten. Voorkom een te kleine ruimte!

Help mijn konijntje is agressief geworden!

We zien vaak dat zodra een konijntje in de hormonale puberteit komt het niet meer het lieve kleine konijntje is. Het konijntje kan gaan grommen, stampen met de achterpoten, aanvallen als je voer geeft en zelfs bijten. We zien vaak dat een konijntje dan weg moet, omdat de kinderen het konijn niet meer leuk vinden. Het gedrag verbetert gelukkig enorm als ze gesteriliseerd of gecastreerd worden!

Twee volwassen konijnen samen

Als één konijn overblijft, wat dan?

Het komt helaas voor dat één van de konijnen van een koppeltje dood gaat. Je wilt dan een nieuw konijn als maatje voor het overgebleven konijn. Wij adviseren dan om niet op zoek te gaan naar een jong konijntje maar om een ouder konijn uit een opvang of asiel erbij te plaatsen.

Kun je zomaar een nieuw konijn erbij zetten?

Je kunt niet zomaar een konijn ophalen en deze bij je andere konijn in het hok zetten! konijnen die elkaar niet liggen kunnen elkaar bevechten tot de dood erop volgt. Vechten zie je vooral bij konijnen die nog sexueel actief zijn en die dus niet gesteriliseerd of gecastreerd zijn.

Een nieuw konijn koppelen

Je kunt naar een opvangadres gaan om een nieuw konijn uit te zoeken of beter neem je konijn mee en laat je konijn een nieuwe partner uitzoeken. De combinatie mannetje-vrouwtje is de beste keuze, maar er zijn ook konijnen die een sexe-genoot uitzoeken als partner. Laat je adviseren in je keus door de opvang, zij hebben vaak veel ervaring met het koppelen van konijnen.Konijnen zullen hun territorium beschermen tegen nieuwe konijnen. Laat de konijnen daarom altijd eerst voorzichtig kennis maken op neutraal terrein, wat beide konijnen niet kennen. Soms gaat dit direct goed, maar vaak is wat tijd nodig. Zet de konijnen niet direct samen in een hok! Vechtende konijnen kunnen elkaar ernstig verwonden of doden. Zorg dat de konijnen rustig aan elkaar wennen terwijl ze elkaar alleen kunnen zien en ruiken, maar niet aanraken. Zo kunnen ze langzaam wennen. Een tip is om het konijntoilet elke dag per hok te wisselen, zo gaan ze elkaars geur accepteren. Als u de hokken schoonmaakt wissel dan ook de konijnen. Als u dit doet en ze regelmatig onder toezicht op neutraal gebied bij elkaar zet is de kans het grootst dat ze aan elkaar wennen. Helaas komt het ook weleens voor dat ze niet wennen.

Meer informatie over het koppelen van konijnen

Zie de pagina over koppelen bij www.konijnen.nl of bij www.seniorkonijnen.nl.

Bron van de tekst: https://www.dierenkliniekwilhelminapark.nl

Madenziekte

Madenziekte, letterlijk: ziek van de maden (vliegenlarven), is een aandoening waar we in de warmere tijd van het jaar regelmatig mee geconfronteerd worden. De aandoening bestaat uit een open wond met daarin levende maden die zich een weg door het lichaam eten. Er is bijna geen aandoening te bedenken, die meer reacties van afschuw oproept, zowel bij eigenaar als behandelaar!

Spoedgeval

Het ontdekken van maden bij een dier vereist directe actie: het is een spoedgeval. De schade die madenziekte aanricht breidt zich razendsnel uit. Onderhuids is de schade doorgaans vele malen groter dan op het eerste gezicht te zien is. Bovendien stopt een konijn of cavia met madenziekte al snel met eten, en niet eten is fataal voor deze dieren. Ga niet thuis dokteren, maar bel direct de dierenarts. Ook als u de maden ‘s avonds of in het weekend ontdekt.

Oorzaak

Madenziekte, ook wel myasis genoemd, ontstaat als vliegen eitjes leggen op vochtige, warme plaatsen op het lichaam. Met name de groene vleesvlieg is berucht. De eitjes komen soms al binnen enkele uren uit, en de maden zijn een feit. Deze maden, zo’n anderhalve cm groot, boren een gaatje in de huid en banen zich met hun giftige speeksel een weg in het vlees net onder de huid. Ze vreten daar vlees en weefsel weg, net zo lang tot de maden zich verpoppen tot vliegen. Het madenspeeksel, dat als het ware het vlees oplost, veroorzaakt een typische rottingsgeur. Deze geur trekt weer nieuwe vliegen aan, etc….

In principe kan elke diersoort met een vochtige huidplek slachtoffer worden. Vooral lang haar of dikke wol houdt vocht vast. Huidplooien zijn van nature warm en vochtig en ‘smetten’ snel. De probleemgebieden zitten vooral rond de anus en urinewegen en soms rond de bek (kwijlen). Verwondingen kunnen ook een broedplek van maden worden. Schapen, lammeren, konijnen en cavia’s zijn het vaakst slachtoffer, maar ook andere dieren zoals hond en kat kunnen maden krijgen.

Dieren hebben onder normale omstandigheden droge ontlasting en plassen gericht naar achteren, waardoor er geen vochtig achterste ontstaat. Verkeerde voeding of ziekte van darmen of urinewegen kunnen ertoe leiden, dat ontlasting dun wordt (diarree) of dat er urine lekt, met alle gevolgen van dien. Het is dan ook belangrijk u te realiseren, dat aan madenziekte vrijwel altijd een andere aandoening, een voedingsfout of een verwonding ten grondslag ligt. Het behandelen van de madenziekte alleen is zodoende niet genoeg om het dier gezond te krijgen en herhaling in de toekomst te voorkomen: ook de oorzaak moet worden aangepakt.

Behandeling acute fase

De behandeling van madenziekte is vrij intensief. Om te beginnen moeten de maden zo snel mogelijk verwijderd worden. Dit doen we door te wassen met een speciale shampoo en daarna met een pincet de hele madenwond na te lopen. Antibiotica zorgen ervoor dat bacteriën die zich in de madenwond genesteld hebben geen verdere ontstekingen kunnen veroorzaken. Een madenwond is pijnlijk, en een konijn of cavia met pijn wil niet meer eten. Pijnstilling is daarom een onmisbaar onderdeel van de therapie en belangrijk voor de overlevingskansen. Soms is het nodig daarnaast de maag en darmen te stimuleren met medicijnen, omdat deze stil komen te liggen als konijnen en cavia’s niet meer eten. Ook moeten ze vaak gevoerd worden om de stofwisseling op peil te houden. Dit pakket van behandelingen vormt de eerste acute aanpak. Uw dier moet hiervoor vaak gedurende één of enkele dagen worden opgenomen op de praktijk.

Ondanks behandeling kunnen we niet alle konijnen en cavia’s met madenziekte redden. Een fatale bloedvergiftiging t.g.v. de maden is geen zeldzaamheid. Als u er op tijd bij bent en de schade nog beperkt is, zijn er echter vrij goede kansen op herstel.

Vervolg van de behandeling

Als het konijn of de cavia’s de acute crisis t.g.v. de maden heeft doorstaan, is het tijd om op zoek te gaan naar de oorzaak van het probleem. Er kunnen verschillende oorzaken zijn:

Wonden
Dunne ontlasting / Incontinentie
Verkeerde voeding
Slecht gebit
Vieze bodembekking

Afhankelijk van wat we vinden, wordt daar de verdere behandeling op aangepast.

Voorkomen is beter dan genezen!

Om maden problemen te voorkomen, is een goede algemene gezondheid van uw konijn of cavia niet het enige. Een schone, droge bodembedekking in het hok en de juiste voeding zijn minstens zo belangrijk.

In de gaten houden

Dagelijkse controle van de lippen, keelplooi (wam) en andere huidplooien, en de buik en kont van uw dieren is in warme periodes sterk aan te raden, evenals het extra vaak verschonen van natte bodembedekking. Vochtige plekken en uitwerpselen trekken immers vliegen aan. Dit geldt ook voor binnen gehouden dieren: de vliegen komen immers ook naar binnen. Extra aandacht verdienen de dieren met een “vies kontje” of andere natte huidplekken. Vliegenwering (hor, vliegenwerend gaas om het hok) en -bestrijding zijn dan belangrijke aanvullende maatregelen.

De aanwezigheid van groene vliegen moet natuurlijk alle alarmbellen doen rinkelen. Maar dan kan het al te laat zijn. Neem daarom zeker tijdens de zomermaanden direct contact met ons op als u een vies achterwerk of diarree, wondjes, een vieze neus of traanogen ziet.
Voorkomen is ook hier beter dan behandelen, maar meer nog dan in andere gevallen geldt hier, met voorkomen doet U mens en dier een groot plezier!

Anti-Myiasis spray

Een goede oplossing voor het voorkomen van de madenziekte is het gebruikt van een spray. De spray die wij gebruiken is de Nomyiasis. Dit is een spray die ter preventie 1x per maand opgebracht moet worden. Wij raden aan hier in het voorjaar al mee te beginnen en door te gaan t/m september. Dit is uiteraard ook deels afhankelijk van het weer. Naast deze spray is het uiteraard nog steeds belangrijk het hok en het konijn goed schoon te houden. De spray werkt ook alleen op een schone vacht. Naast konijnen en knaagdieren mag deze spray ook worden gebruikt bij hobbypluimvee en postduiven.

Overgewicht bij konijnen

Overgewicht komt steeds vaker voor bij konijnen. Overgewicht ontstaat doordat het konijn geen goede voeding krijgt en/of te weinig beweging.

Waarom is overgewicht nu eigenlijk zo'n probleem?

Overgewicht kan tot veel gezondheidsproblemen leiden, zoals een stilliggend maagdarmkanaal, blaasstenen, hartproblemen, suikerziekte en vachtproblemen. Een ander veelvoorkomend probleem is plakpoep/diarree. Gezonde konijnen eten hun nachtkeutels rechtstreeks uit de anus op (caecotrofen); hier halen ze belangrijke voedingsstoffen uit. Konijnen met overgewicht kunnen hun nachtkeutels niet meer opeten, omdat ze niet zo lenig meer zijn, hierdoor blijven de keutels aan de kont zitten en krijgen ze te weinig voedingsstoffen binnen. De huid raakt geïrriteerd en in de warmere periodes van het jaar wordt deze vieze omgeving ideaal voor maden. Ook kunnen ze sneller gewrichtsproblemen krijgen, omdat de gewrichten erg belast worden door al het extra gewicht. Tot slot zijn ze vatbaarder voor infecties, omdat hun afweersysteem minder goed werkt dan bij gezonde konijnen.

 Al deze bovengenoemde problemen veroorzaken pijn en ongemak, waardoor een konijn kan stoppen met eten. Als een konijn stopt met eten raakt het maagdarmkanaal van slag en kan het stil komen te liggen. Dit is een spoedgeval! Neem direct telefonisch contact op!

Wat kunt u doen om uw konijn af te laten vallen?

Om te beginnen moet u het konijn de juiste voeding geven. Een konijn moet onbeperkt toegang hebben tot goed hooi, één eetlepel brokjes per kilogram lichaamsgewicht per dag, geschikte groente en geen snoep/brood of likstenen.

Klik hier voor meer informatie over de juiste voeding voor uw konijn.

Er is ook dieetvoer voor konijnen met overgewicht, Vetcare Plus Weight Management Formula. Hierin zit minder energie en veel vezels waardoor het konijn verantwoordelijk kan afvallen. U kunt dit voer bij de kliniek bestellen.

Naast de juiste voeding is lichaamsbeweging ook erg belangrijk. Als uw konijn niet veel bewegings-ruimte heeft, geef hem dan meer ruimte. Dit kunt u doen door een groter hok te maken of uw konijn een aantal keer per dag uit het hok te laten in een grote ren of in de woonkamer. Na een paar keer wennen, zult u merken dat uw konijn erg blij is met deze extra ruimte. Krijgt uw konijn al veel beweging, dan kunt u ervoor zorgen dat uw konijn meer moeite voor zijn eten moet doen. Bijvoorbeeld het hooi in een bal te doen. Verder zijn er ook speeltjes verkrijgbaar, zoals voer-balletjes, waarin je eten kan doen en ze eerst de bal in beweging moeten brengen voor er brokjes uitrollen. Op onze pagina over aanschaf en verzorging staat ook een folder over voedselverrijking en spelletjes. Hier kunt u veel ideeën vinden.

Wilt u meer informatie, neem gerust contact op met de praktijk.

Vaccinaties konijnen

Vaccinatie konijn

Wie een hond of kat heeft, vindt het meestal heel vanzelfsprekend om elk jaar langs de dierenarts te gaan voor de jaarlijkse inenting. Maar wist u dat ook konijnen ingeënt kunnen worden? Veel konijnenbezitters weten nog niet dat hun konijn op die manier beschermd kan worden tegen drie dodelijke virussen, namelijk myxomatose en RHD type 1 en RHD type 2. En daar willen we graag verandering in brengen!

Wij hebben een vaccinatie met alle ziektes in één flesje. Dit betekend dat het niet meer nodig is om uw konijn meerdere prikjes te geven, maar dat één voldoende is!

Konijnen en RHD virus type 2

Het RHD virus (Rabbit Haemorraghic Disease virus) veroorzaakt bloedingsziekte, ook wel VHD (Viraal Hemorrhagisch Syndroom) genoemd. RHD type 2 wordt overgebracht door direct contact, via besmet materiaal zoals bodembedekking, hooi, hokken, geplukt gras, via vogels en door stekende insecten zoals vlooien en muggen. Het wordt uitgescheiden in urine en ontlasting. Het virus kan ook overleven op schoenen of kleding bij kamertemperatuur en is bestand tegen vorst.

Het virus heeft drie tot vijf dagen de tijd nodig om te ontwikkelen in de omgeving of het lichaam. Er kan zich acute sterfte voordoen zonder enige voorafgaande symptomen. Mochten er wel ziekteverschijnselen worden waargenomen dan zijn zichtbare symptomen: koorts (meer dan 39,5 ˚C), benauwdheid en neusuitvloeiing. 

Myxomatose

Deze ziekte wordt overgebracht door stekende insecten, en kan dus ook bij binnenkonijnen voorkomen, of dieren die nooit met andere konijnen in aanraking komen. Een besmet konijn wordt sloom, krijgt dikke ontstoken ogen en zwellingen rond bek, anus en oren. De ziekte verloopt langzaam en pijnlijk, meestal met de dood tot gevolg.

RHD type 1

RHD is een afkorting voor Rabbit Haemorrhagic Disease, oftewel bloedingsziekte veroorzaakt door een virus. RHD type 1 virus wordt overgebracht via contact tussen konijnen, maar ook via restjes ontlasting van zieke dieren, die via groenvoer, schoeisel en kleding meegevoerd kunnen worden. De ziekte veroorzaakt inwendige bloedingen en leidt meestal heel snel tot de dood. Soms zelfs zó snel, dat er geen symptomen zijn en het konijn zomaar dood gevonden wordt. Er zijn momenteel twee dodelijke stammen: RHD-1 en 2. Voor beiden is een vaccinatie beschikbaar.

Jaarlijks vaccineren

Tegen deze ziektes bestaat helaas geen goede behandeling. Gelukkig zijn er wel vaccins beschikbaar om te voorkomen dat uw konijn deze ziektes oploopt. De kans dat ze myxomatose of VHD krijgen, wordt daarmee heel erg klein. De vaccinatie die wij hebben is een combinatie vaccin waardoor er maar één enting nodig is! Deze enting kan gegeven worden vanaf vijf weken leeftijd en moet ieder jaar herhaald worden.

Tijdens de enting wordt het konijn ook helemaal nagekeken, om te zien of hij of zij ook verder gezond is. De huid, het gebit, alles wordt grondig onderzocht.

Voeding konijn en cavia

Met de juiste voeding kunt u vele gezondheidsproblemen bij uw cavia of konijn voorkomen. Deze problemen bestaan vaak uit gebitsproblemen, blaasstenen, ‘plakpoep’, een stilliggend maagdarm-kanaal en overgewicht.

Een gebalanceerde voeding bestaat uit de volgende onderdelen:

Onbeperkt hooi van een goede kwaliteit
Pallet brokjes
Groente en fruit
Vitamine C (voornamelijk cavia)
Geen brood, snoep en liksteen

Naast voeding is voldoende lichaamsbeweging ook erg belangrijk om uw konijn of cavia gezond te houden. Het stimuleert het maagdarmkanaal en voorkomt dat ze te dik worden. Wilt u meer weten over de risico's van overgewicht of het laten afvallen van uw dier? Klik dan hier om naar onze pagina over overgewicht te gaan.

Onbeperkt hooi van een goede kwaliteit

Onbeperkt betekent dat ze de hele dag door hooi tot hun beschikking hebben. Hooi zorgt voor een goede slijtage van de tanden en kiezen, waardoor gebitsproblemen worden voorkomen. Daarnaast zet hooi de darmen aan het werk, waardoor uw konijn of cavia goede ontlasting krijgt.
Goede kwaliteit van het hooi is belangrijk. Ieder konijn en elke cavia lust hooi, maar ze zullen hun neus optrekken voor stoffig, muf hooi. Goed hooi is hooi waar u ook graag uw neus in wilt steken! Het moet lekker fris ruiken. Daarnaast is goed hooi lichtgroen van kleur en zijn het lange sprieten. In bijvoorbeeld supermarkten, maar ook bij sommige dierenwinkels, is vacuüm verpakt/samengeperst hooi te koop; dit hooi is stoffig en kort en dus niet geschikt. De (meestal) 500 gram zakken met los kruidenhooi van bijvoorbeeld Cocini / Puik / Thijssen zijn vaak van goede kwaliteit; nog beter is natuurlijk hooi van de boer!

Wat dit voedings plaatje beschrijft is dat:
80% bestaat uit hooi
10% bestaat uit fruit en groente
5% bestaat uit pellet
5% bestaat uit gezonde snoepjes

Pellet brokjes

Veel konijnen hebben de hele dag een bakje vol brokjes staan. Hierdoor eten ze vaak minder hooi, omdat ze al vol zitten. Ook krijgen ze te veel van het één binnen en te weinig van het andere, zeker als het gaat om gemengde brokjes (allemaal verschillende zaden, brokjes etc.); ze gaan de lekkerste dingen eruit zoeken.

Geef niet teveel: maximaal één eetlepel per kg lichaamsgewicht per dag. Heeft u een konijn van twee kilogram, dan mag deze dus in totaal slechts twee eetlepels brokjes per dag! Op de verpakking staat vaak meer aangegeven, maar dat is voor de meeste konijnen met weinig lichaamsbeweging te veel. De brokjes zijn bij voorkeur allemaal hetzelfde (pellets).

Een goed merk is Science Selective. U kunt een gratis proefzakje bij ons krijgen om te kijken of uw konijn het lekker vindt.

Groente en fruit

Variëren en niet teveel is hierbij het belangrijkste. Gas-producerende groenten (zoals uien) zijn ongeschikt. Paprika en broccoli bevatten veel vitamine C, wat voor de cavia belangrijk is. Appel bevat vrij veel suiker, dus wissel hiermee af. Hier volgt een rijtje met geschikte groentes en fruit:

Wel geschikt

Broccoli, basilicum, boerenkool, waterkers, paksoi, wortel + loof, andijvie, witlof, peterselie (niet teveel), paardenbloem, selderij (niet teveel), zuring (zeer beperkt), mosterdblaadjes, weegbree, romeinse sla, wilde archillea en spinazie (beperkt).

Niet geschikt

Bieslook, prei, ui, knoflook, rabarber, kool en aardappel(schillen).

Vitamine C

Cavia’s kunnen, net als ons, zelf geen vitamine C aan maken. Als u goede kwaliteit cavia brokjes geeft en varieert met groente en fruit, is het in principe niet nodig om extra vitamine C te geven. Twijfelt u toch kunt u eventueel af en toe een vitamine C pilletje geven. Mochten ze een overschot van deze vitamine krijgen plassen ze dit uit. Dit is echter niet bij alle vitamines zo. Geef ze dus niet zomaar een vitamine pilletje. Teveel kan ook schadelijk zijn in sommige gevallen.

Geen brood snoep en liksteen

Helaas zijn er vele soorten snoep en likstenen te verkrijgen; maar ook hier geldt eigenlijk hetzelfde verhaal voor als bij brokjes: ze worden er te dik van, willen minder hooi eten en krijgen teveel van het één binnen en te weinig van het ander. Als u ze wilt verwennen, zijn ze vaak minstens zo blij met een extra stukje fruit of groente; ook kunt u de brokjes geven alsof het snoepjes zijn. Een liksteen hebben ze absoluut niet nodig en doet meer kwaad dan goed.

Veel konijnen krijgen brood. Dit bevat teveel koolhydraten en komt niet ten goede aan de gezondheid van uw konijn. Laat het brood dus liever achterwege. Als u toch graag snoepjes wilt geven kunt u het beste de snoepjes geven van Supreme Science Selective naturals.

Zorgplan voor konijnen

Zorgplan voor konijnen

Ook voor konijnen bieden wij het zorgplan aan!

Het zorgplan is een pakket waar alle preventieve zorg voor uw dier wordt aangeboden tegen een standaard prijs. In het pakket zitten de jaarlijkse vaccinatie tegen myxomatose, RHD1 en RHD2, een extra controle na zes maanden en een spray tegen maden. Daarnaast krijgt u tien procent korting op alle producten en diensten van de praktijk, die buiten het preventieve zorg pakket vallen. Denk daarbij aan medicatie maar ook röntgenfoto's en gebitsbehandelingen.

Voorwaarden

Om vooraf duidelijk te hebben waar u aan toe bent hebben we de voorwaarden voor u op een rijtje gezet:

Het konijnen zorgplan sluit u per konijn af. Het zorgplan is daarmee aan één konijn gekoppeld. Delen als u meerdere dieren heeft kan niet. U kunt wel voor meerdere konijnen een zorgplan afsluiten
De facturering vindt maandelijks plaats en wordt afgeschreven via automatische incasso. Dit geldt ook voor zorgkosten die gemaakt worden buiten de vaste maandelijkse kosten voor het konijnen zorgplan
Zorgplannen worden na een jaar automatisch verlengd, u gaat daarbij akkoord met de tussentijdse prijsstijging ten gevolge van de inflatiecorrectie. Indexatie vindt jaarlijks plaats in januari
Als u zich aanmeldt voor het konijnenzorgplan neemt u automatisch een jaar lang deel. De opzegtermijn is minimaal één maand en u dient schriftelijk op te zeggen. Bent u per 1/1/2020 gaan deelnemen, dan dient u het konijnenzorgplan uiterlijk 1/12/2020 op te zeggen indien u uw abonnement niet wilt verlengen. Mocht uw dier onverwachts komen te overlijden dan wordt het plan uiteraard stopgezet

Inschrijven is eenvoudig

Je kan je eenvoudig inschrijven door het automatische incassoformulier te downloaden en ingevuld naar de praktijk te sturen. Let op: alleen volledig ingevulde formulieren kunnen worden gebruikt. Indien u meer dan twee konijnen wilt inschrijven, neemt u dan per E-mail contact met ons op.

Let op: de automatische incasso wordt na inschrijving voor al uw facturen gebruikt. Indien de zorgkosten plotseling erg hoog zijn, kunt u in overleg met de praktijk eventueel gespreid betalen.

Terug naar gezelschapsdieren