Behandelingen paard

  • Aankoopkeuring
  • Biest opname controle veulen
  • Castratie hengst
  • Gebitsbehandeling paard
  • Hoe doen we dat?
  • Merriebegeleiding en voortplanting merrie
  • Vaccinaties paard regelgeving en FEI
  • Voedingssupplementen paard
  • Zin en onzin over vaccineren bij paarden

Aankoopkeuring

Voorkom onvoorziene kosten - laat uw paard keuren

Wilt u een paard kopen, laat dan minimaal een aankoopkeuring doen. Op die manier krijgt u inzicht in eventuele gezondheidsproblemen of kreupelheid op de dag van aankoop. Met een aankoopkeuring krijgt u dan ook een risico inschatting: is het paard geschikt voor het doel waarvoor u het paard wil gaan gebruiken? Indien bemerkingen worden aangetroffen, dan kunt u zelf beslissen of u het paard wel of niet koopt. Een aankoopkeuring is geen garantie dat het paard 100% rad en gezond is. Wel wordt het risico op teleurstelling na aankoop flink verlaagd door vooraf een goede inschatting van de gezondheid te maken.

Let op: een goede aankoopkeuring kan enkel plaatsvinden als de omstandigheden op de locatie van verkoop geschikt zijn voor het monsteren van het paard. Er dient minimaal ruimte te zijn voor monsteren op een harde en zachte volte met 15 meter doorsnede. Daarnaast is voor het monsteren op de rechte lijn op harde bodem een vlakke ondergrond van minimaal 30 meter vereist.

U bent bij onze erkende paardenartsen aan het goede adres om u bij een aankoop te laten adviseren. Wilt u meer informatie, dan kunt u contact met ons opnemen.

Gebruik een verkopersverklaring om de ziektegeschiedenis helder te krijgen

Waar kunt u zelf op letten: tips

Recent werd dierenarts Vivianne geïnterviewd door BIT magazine. Hieronder geeft ze meer informatie over de keuring van een paard en een aantal praktische aankooptips zodat je als koper de beste keuze kunt maken.

Om te beginnen kun je als koper overleggen met de dierenarts, vertelt Vivianne: “Je kunt van tevoren als dierenarts adviseren om een paard niet te kopen op basis van het verhaal. Wanneer de koper het paard al tien jaar kent en de bemerkingen accepteert, is de insteek van een keuring anders. Het is goed om dat soort dingen als dierenarts van tevoren te weten.” Je kunt dus samen met je dierenarts beslissen of een keuringsafspraak voor het paard dat je op het oog hebt, verstandig is.

Hoest en snotneuzen

“Het eerste wat je zelf kunt doen als koper, is letten op zichtbare bemerkingen van het paard”, vertelt Vivianne. Wanneer een paard hoest of een snotneus heeft, zegt Vivianne: “Geef jezelf de tijd, wacht circa twee weken of het paard verbetert. Wanneer de klachten aanwezig zijn op het moment van de keuring, kun je beter even wachten. Of als je bereid bent het risico te nemen, kan het paard gekeurd worden, maar er kan geen uitspraak gedaan worden over de hoest of snotneus.”

Lagere prijsklasse niet keuren

“De grootste denkfout die mensen kunnen maken”, zegt Vivianne. “Een paard is niet voor niets goedkoop. Paarden zijn in principe de slachtprijs waard en de rest is emotie. Al loopt een paard op de Olympische Spelen, als het zijn been breekt, is het de slachtprijs waard. Wanneer een paard een gebitsafwijking heeft, kan hij er binnen een jaar vanaf zijn, maar er zijn ook gebreken die de rest van het leven effect hebben op het paard. Wanneer je na aankoop het paard wil oplappen, dan kan goedkoop toch duurkoop worden.”

Is een keuring betrouwbaar?

Vivianne vertelt dat het keuren van paarden soms lastig kan zijn. “Een aankoopkeuring is niets anders dan een risico-inschatting op de dag van de keuring. Het is verstandig om een aankoopkeuring te laten uitvoeren, je kunt een hoop wel vinden. Kreupelheid, oude blessures, de staat van het gebit, het is een standaard check voor de algemene gezondheid.” Wanneer je een goede dierenarts hebt, helpt hij of zij je met wat je mag verwachten van het paard dat je laat keuren. Vivianne vervolgt: “Mensen krijgen een advies, geen goed of slecht. Omdat de geschiedenis van een paard onbekend is, worden nooit uitspraken gedaan over oorzaken als er een bemerking wordt aangetroffen. Een garantie dat het paard 100% gezond is, is onmogelijk. Je kunt bijvoorbeeld aan de buitenkant niet zien of een paard een drager van droes is. Wanneer er een aantal bemerkingen zijn, moet de eigenaar de afweging maken: accepteer ik het en neem ik het paard, herhaal ik de keuring over een paar weken, of zie ik van de koop af?” Voor een dierenarts is het heel lastig om die beslissing voor de koper te maken bij de keuring, geeft Vivianne aan. “De aanvullende diagnostiek mist. Bij een kreupelheid zou je bijvoorbeeld het been willen verdoven en een echo willen maken om de oorzaak van de kreupelheid te achterhalen. Voor een paard dat nog niet gekocht is, gebeurt dit uiteraard zelden.”

Röntgenologisch onderzoek

Naast het klinische onderzoek kun je een röntgenologisch onderzoek doen bij het paard. “Je kunt in het paard kijken en je komt dichter bij verborgen gebreken.” Bij het röntgenologische onderzoek kun je verschillende keuzes maken. “Bij een Shetlander wil je misschien alleen weten hoe het hoefbeen eruitziet en bij sommige sportpaarden wordt bijna alles onderzocht om het risico op problemen na aankoop zo klein mogelijk te maken. Er zijn enorm veel mogelijkheden, maar voor een paard voor je plezier en af en toe op wedstrijd is een aankoopkeuring een goede start. Wanneer er dan bemerkingen zijn, kun je verder onderzoek laten doen.”

Mankement en toch kopen?

Vivianne spreekt uit ervaring: “Wat ik vaak zie gebeuren, zelfs bij keuringen waar een paard afgekeurd wordt, is dat de kopers het paard toch meenemen. Vaak vinden ze het paard zielig, of ze willen het paard alsnog. Ik snap het wel, wellicht kun je het paard een beter leven geven. Bedenk als koper goed voor welk doel je een paard koopt. Wanneer je een paard koopt om te rijden dat wordt afgekeurd, doe je er niet verstandig aan.” Vivianne vervolgt: “Als koper moet je nooit emotie de overhand laten krijgen. Het resulteert erin dat mensen die een paard kopen uiteindelijk teleurgesteld worden. Ze hadden gedacht door de juiste verzorging en training een goed paard te krijgen, maar dat is niet altijd zo.”

Goede bodem bij de keuring

Vivianne tipt: “Er moet een goede bodem zijn en een recht, vlak stuk om het paard goed op het harde te kunnen beoordelen. Soms kom ik ergens waar ik niet eens kan keuren. Een zachte bodem die onder water staat, is namelijk niet handig. Wil je waar voor je geld, dan moet je zorgen dat de omstandigheden ernaar zijn.” Hoe goed het paard opgevoed is, speelt hierbij ook een belangrijke rol. “Wanneer ik een tweejarige hengst moet keuren lukt een buigproef achter soms niet. Vanwege de veiligheid kun je soms handelingen niet uitvoeren. Leer een jong paard eerst alle vier zijn voeten op te tillen, meelopen en meedraven voor een succesvolle keuring.”

Neutrale dierenarts

“Natuurlijk moet iedere dierenarts neutraal zijn. Maar dierartsen zijn ook mensen en een paard van een klant afkeuren, is niet altijd goed voor de werkrelatie. Soms kun je daarom beter zelf de dierenarts kiezen waar je potentiële paard gekeurd wordt. Zo weet je in ieder geval zeker dat de dierenarts objectief beoordeelt.”
Dierenarts is wel een beschermde titel en iedere dierenarts mag paarden behandelen. Toch is er een verschil met een echte paardendierenarts legt Vivianne uit: “Door het volgen van voldoende nascholing blijf je op de hoogte van de laatste inzichten en kun je het certificaat ‘erkende paardendierenarts’ verdienen. Je hebt daarnaast ook nog een kwalificatie van erkend keuringsdierenarts. Om die kwalificatie te behalen moet een heel traject doorlopen worden en aan speciale eisen worden voldaan. Op pe-veterinair.nl staan alleen gecertificeerde paardenbehandelaars. Daar vind je gemakkelijk de juiste mensen bij jou in de buurt.”

Verkopersverklaring

Het is verstandig om samen met de verkoper de verkopersverklaring in te vullen. Hierin verklaart de verkoper een aantal zaken met betrekking tot de gezondheid van het paard. Dit is bij de koop een extra bevestiging dat het paard gezond verkocht wordt. Blijkt het paard toch verborgen gebreken te hebben, dan staat u met een verkopersverklaring juridisch sterker bij een geschil. U kunt de verkopersverklaring hier downloaden.

Biest opname controle veulen

Het veulen seizoen is weer volop van start. Vaak wordt het veulen gelukkig zonder hulp geboren en kan het snel na de geboorte zelf staan en drinken. Maar wat als het veulen een slechte start maakt? Het komt regelmatig voor dat veulens onvoldoende biest binnen krijgen de eerste 12 tot 24 uur na de geboorte. Dit kan te maken hebben met zwakte of problemen bij het veulen, maar ook met de kwaliteit en/of hoeveelheid biest van de merrie.

Test twaalf uur na de geboorte - dan is de behandeling nog eenvoudig

Een veulen is voor zijn afweer volledig afhankelijk van de antistoffen die via de moedermelk opgenomen worden. Als het een veulen niet lukt om voldoende antistoffen op te nemen de eerste uren na de geboorte is het dan ook zeer vatbaar voor allerlei ziekteverwekkers. Gelukkig kan gemakkelijk gecontroleerd worden of het veulen voldoende biest heeft opgenomen. Met een eenvoudige bloed test, die gewoon op stal gedaan kan worden, weet je binnen tien minuten of een veulen voldoende antistoffen heeft opgenomen. Het is aan te raden om deze test zo'n twaalf uur na de geboorte uit te voeren. Het veulen is namelijk in staat om tot 24 uur na de geboorte antistoffen via de melk op te nemen. Als je er op tijd bij bent kunnen er vrij simpele maatregelen worden getroffen om het veulen alsnog van voldoende antistoffen te voorzien. Ná 24 uur is het ook nog mogelijk om deze test uit te voeren. De behandeling wordt dan echter ingrijpender. Als een veulen dan te weinig antistoffen blijkt te hebben, is de behandeling beperkt tot een infuus met bloedplasma.

Castratie hengst

Klik hieronder op de link voor meer informatie over:

Castratie paard

Castratie nazorg

Hoe doen we dat?

Gebitsbehandeling paard

Voor de gebitsbehandeling van uw paard kunt u uiteraard bij ons terecht. We kunnen we 95% van de gebitsproblemen bij u thuis behandelen. Denk daarbij aan het balanceren van het gebit, vijlen van haken of enamel punten, verwijderen van wolfskiesjes, correcties aan de snijtanden en extracties van tanden en kiezen. 

We werken graag in goed overleg en proberen er voor u als eigenaar en voor het paard een prettige ervaring van te maken. We leggen u uit wat er gaat gebeuren en werken kalm. Soms is een paard braaf genoeg dat de behandeling zonder verdoving kan plaatsvinden. Echter, in 90% van de gevallen adviseren we toch te verdoven zodat ook de moeilijk bereikbare plekken in de paardenmond goed behandeld kunnen worden, zonder dat het paard druk wordt.

Gecompliceerde gebitsproblemen

Het komt een enkele keer voor dat meerdere tanden of kiezen getrokken moeten worden, of overige zeer gecompliceerde behandelingen nodig zijn. Denk daarbij aan wortelkanaalbehandelingen, het trekken van elementen bij EOTRH of kiezen trekken. In dat geval wordt in overleg besloten of wordt doorverwezen naar een kliniek of dat de behandeling bij u thuis op stal plaatsvindt. 

Tarieven

De kosten hangen af van een aantal factoren, waaronder het gewicht van uw paard. Graag maken we een persoonlijke prijsindicatie voor u. 

Kortingen

Kortingen kunnen worden verkregen als voor meerdere paarden in één keer een afspraak wordt gemaakt. Vanaf 6 paarden krijgt u 10% korting op alle gebitsbehandelingen, vanaf 16 paarden zelfs 25% korting. Bij grote aantallen paarden moet de afspraak ruim van tevoren worden gemaakt. We kunnen dan in goed overleg dagen afspreken waarop de gebitten kunnen worden behandeld, en hoeveel hulp op stal aanwezig is.

Stroom en schoon water

Om goed en schoon te kunnen werken hebben we op de plaats waar het paard behandeld wordt in elk geval elektriciteit en schoon leidingwater nodig. Daarnaast is een bovenbalk nodig om het behandel-halster aan te kunnen hangen. De omgeving moet ruim genoeg zijn om de materialen voor de gebitsbehandeling uit te kunnen stallen. Indien er meerdere paarden behandeld worden is het fijn als er een schone stal zonder bodembedekking of voer beschikbaar is. De paarden kunnen dan na de behandeling rustig bijkomen in de schone stal.

Hoe doen we dat?

Hoe doen we dat?

Vraagt u zich af hoe bepaalde ingrepen nu eigenlijk worden uitgevoerd? Wordt uw dier binnenkort geopereerd? Dan vindt u hier in beeld en woord meer informatie over onze werkwijze.  De getoonde afbeeldingen zijn gebruikt ter illustratie. Ieder dier is anders en de omstandigheden waaronder wordt geopereerd wisselen ook. Het geeft echter gemiddeld genomen wel een goede indruk van de dagelijkse praktijk. Er wordt hard gewerkt aan uitbreiding van het aantal beschreven ingrepen.

Castratie hengst

Wij passen de "halfbedekte"methode toe. Dit doen we zowel bij het staande paard als het liggende dier. Indien het paard braaf is en niet te klein laten we het dier staan. Wel krijgen ze een injectie waarvan ze suf worden en de pijngevoeligheid afneemt. Indien het dier erg klein is, bijvoorbeeld een shetlander, of niet stil wil staan dan leggen we het paard neer. Hiervoor gaan ze onder narcose. Lees verder...

Merriebegeleiding en voortplanting merrie

Fertiliteitsbegeleiding paard - zelf een veulen fokken

Onze paardendierenartsen staan voor een professionele gynaecologische begeleiding van uw merrie. Door middel van inwendige echografie wordt de status van baarmoeder en eierstokken beoordeeld en het juiste inseminatiemoment bepaald. Wij werken alleen met inseminatie met vers sperma. Waar nodig rijden we ook visites vóór 09:00 's morgens, mits minimaal een dag van tevoren afgesproken.

Heb jij onze gratis veulen checklist al? Download hem hier!

De cyclus van de merrie

Merries zijn 'seasonal breeders' en hebben dan ook een seizoensgebonden cyclus. Zodra de dagen lengen, vanaf februari, kunnen merries hengstig worden. Het dekseizoen loopt dan ook van februari tot augustus. Gedurende de hengstigheid rijpen follikels (eiblaasjes) in de eierstokken. Tegen het einde van de hengstigheid vindt de eisprong plaatst. Over het algemeen ovuleren één of soms twee follikels waarna deze in de eileiders terecht komen. In de eileider wordt het eitje bevrucht, indien er tijdig sperma aanwezig was, waarna het embryo na enkele dagen in de baarmoeder aankomt. Blijft bevruchting uit, dan zal de merrie binnen enkele dagen opnieuw hengstig worden. Wanneer er wel bevruchting heeft plaatsgevonden dan zal het gele lichaam, het weefsel wat overblijft in de eierstok na ovulatie, hormonen produceren die de dracht in stand houden en zorgen dat er geen nieuwe hengstigheid optreedt. De totale cyclus van de merrie duurt ongeveer 21 dagen, maar kan tussen verschillende merries soms sterk verschillen. De uitwendig zichtbare hengstigheid duurt ongeveer 5-8 dagen.

Bron foto: stoeterij van der Vlist

Zelf een veulen fokken

Indien u graag een veulen wil fokken, dan is de beste tijd om contact met ons op te nemen aan het begin van de hengstigheid. De hengstigheid laat zich bij de meeste merries goed zien wanneer ze bovenmatig geïnteresseerd zijn in (mannelijke) soortgenoten, veel kleine plasjes doen, veel met 'de staart van huis' staan en 'knipogen', 'blitzen' of 'blinken' het knipperen met de clitoris. Samen met uw dierenarts wordt vervolgens een moment afgesproken waarop de merrie gescand zal worden. Bij het scannen bekijken we, met behulp van een inwendige echo, de voortplantingsorganen. De echosonde wordt rectaal, samen met de arm van de dierenarts, ingebracht. De dierenarts kan hierbij vaststellen in welk stadium van de cyclus de merrie is en of er mogelijk afwijkingen zichtbaar zijn. Afhankelijk van de bevindingen wordt een vervolgafspraak gemaakt. Veilig werken staat voorop. In het ideale geval staat de merrie in een opvoelbox, waarbij de dierenarts veilig achter een deurtje kan staan terwijl wordt gescand. Als er geen opvoelbox is, wordt per situatie bekeken hoe zo veilig mogelijk kan worden gewerkt. Sommige merries zijn heel braaf en andere merries worden met een praam of licht roesje wat rustiger gemaakt.

Bron foto: stoeterij van der Vlist

Inseminatie

Het zo goed mogelijk voorspellen van het moment van de eisprong is van groot belang om de kans op dracht te maximaliseren. In Nederland worden de meeste merries gedekt door middel van kunstmatige inseminatie. Het sperma wat hierbij gebruikt wordt, wordt op verschillende manieren aangeleverd en elke variant heeft zijn eigen specifieke houdbaarheid wanneer het eenmaal is geïnsemineerd:  vers sperma (48 uur), gekoeld sperma (12 uur) en bevroren sperma (6 uur).  Om die reden wordt inseminatie met diepvriessperma door ons niet uitgevoerd. Daarvoor is het beter als de merrie op een hengstenstation of kliniek staat, zodat ze 3 maal per dag gecontroleerd kan worden op ovulatie. De eerste inseminatie vindt meestal plaats vlak voor de eisprong. Vervolgens wordt de merrie 48 uur later opnieuw gescand om te bepalen of de eisprong werkelijk heeft plaatsgevonden. Van sommige hengsten kan gekoeld vers sperma worden besteld en thuis, of bij ons op de praktijk, worden afgeleverd. Over het algemeen geldt: voor 9u 's ochtends betekent dat het sperma dezelfde dag nog, eind van de middag wordt geleverd. Uw dierenarts kan vervolgens uw merrie insemineren. Sommige hengstenhouders insemineren uw merrie zelf bij het afleveren van het sperma. Overleg dit met de leverancier van het sperma.

Drachtig?

Wanneer het inseminatie- en ovulatie proces naar wens is verlopen, is het na 14-16 dagen tijd om de merrie opnieuw te scannen. Hierbij bepalen we of de merrie drachtig is, wordt gecontroleerd of er geen sprake is van een tweeling en of het gele lichaam goed ontwikkelt. Ongeveer 15% van de zwangerschappen eindigt helaas toch nog in de eerste 40 dagen van de dracht. Daarom is het belangrijk om op 4-6 weken dracht nogmaals een echo te maken. Drachtigheidscontrole met een echo heeft, in vergelijking met schouwen, als voordeel dat kan worden vastgesteld of het een tweelingdracht betreft. Op de foto hieronder is een dracht van 33 dagen te zien.

Tweelingdracht bij paarden

Tweelingdracht leidt vrijwel altijd, in een later stadium van de dracht, tot sterfte van 1 of zelfs 2 veulens omdat de capaciteit van de placenta te kort schiet. Daarnaast is een dracht en geboorte van een tweeling veel risicovoller voor het moederdier. In de meeste gevallen wordt er bij een tweelingdracht dan ook voor gekozen om de tweelingdracht te reduceren tot één vruchtblaas. Het is cruciaal dat vóór de 16e dag van de drachtigheid wordt vastgesteld of het om een tweelingdracht gaat. Rond de 15e dag van de dracht is de tweelingreductie relatief eenvoudig: één van de twee vruchtjes kan naar de punt van de baarmoederhoorn worden begeleid alwaar het vruchtblaasje wordt weggeknepen. Vanaf 16 dagen nestelen de vruchtjes zich in de baarmoederwand in. Een tweelingreductie wordt daarna veel lastiger en de kans dat dit tot een abortus leidt, van beide vruchtjes, is veel groter. Tweelingreductie is vanaf 18 dagen dracht enkel nog mogelijk in een kliniek. Op de foto rechts is een echobeeld van een tweelingdracht te zien, de twee vruchtblaasjes liggen tegen elkaar aan.

Vruchtbaarheidsproblemen

Indien u met uw merrie wilt gaan fokken, is het raadzaam de voortplantingsorganen te laten onderzoeken. Naast een beoordeling van de uitwendige vorm van de geslachtsorganen worden door middel van echografisch onderzoek de baarmoeder en de eierstokken beoordeeld op afwijkingen. Soms wordt direct al een oorzaak voor de vruchtbaarheidsproblemen gevonden. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat de vulvalippen van de merrie niet mooi op elkaar aansluiten, waardoor lucht kan worden aangezogen. Dit is vrij eenvoudig te verhelpen door de vulva chirurgisch gedeeltelijk dicht te zetten (Caslick).

Indien er geen zichtbare afwijkingen worden gevonden bij het klinisch onderzoek, kan aanvullend onderzoek worden gedaan. Er wordt dan om te beginnen een slijmmonster genomen wat in het laboratorium wordt onderzocht op de aanwezigheid van bepaalde bacteriën en/of virussen. Afhankelijk van de uitkomst wordt een gerichte therapie ingesteld of nader onderzoek gedaan.

Tarieven

Voor merriebegeleiding werken we volgens aangepaste tarieven. Vanaf 2020 is de structuur aangepast en werken we nog maar met één pakket voor merriebegeleiding. De basiskosten voor deelname aan merriebegeleiding zijn per merrie €129,25 incl. BTW. Bij deelname zijn de visites en echo's voordeliger dan normaal. Ook krijgt u de eerste drachtcontrole cadeau. Dat betekent dat u vanaf 5 visites en controles goedkoper uit bent dan zonder merrie begeleidingspakket. Gemiddeld genomen is een gezonde merrie na maximaal twee cycli drachtig. Is de merrie na twee hengstigheden nog niet drachtig, dan is het advies te kijken of er een oorzaak is voor de verminderde vruchtbaarheid. Deze extra onderzoekskosten zijn niet in het merriebegeleidingspakket inbegrepen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de praktijk. We geven hieronder een overzicht van de meest voorkomende kosten. Alle genoemde tarieven zijn inclusief BTW en gelden voor 2023.

Basistarief drachtigheidsbegeleiding per merrie €129,25/merrie
Door deelname krijgt u flinke korting op visites en fertiliteits- of dracht echo's. De eerste drachtcontrole op 16 dagen krijgt u van ons cadeau en is dus gratis. Bij deelname aan de merriebegeleiding zijn de kosten per merriebegeleiding gebonden visite €39,05 (tussen 9u en 17u) en per echo €26,95. Buiten openingstijden betaalt u voor een visite €54,95.
Visite tarief
Deelnemers merriebegeleiding: €39,05 (visite tussen 9-17u) of €54,95 (buiten openingstijden) zie ook 'basistarief'
Merriebegeleiding zonder basispakket: €49,95 (visite tussen 9-17u) of €98,45 (buiten openingstijden)
Echo tarief
Deze echo's zijn bedoeld om vast te stellen of een merrie geïnsemineerd kan worden, danwel of ze drachtig is. Vruchtbaarheid is niet enkel met een echo te bepalen. Indien een merrie niet gemakkelijk drachtig wordt kan in overleg nader onderzoek noodzakelijk zijn.
Deelnemers merriebegeleiding: €26,95 zie ook 'basistarief'
Merriebegeleiding zonder basispakket: €42,40 zie ook 'basistarief'
Kunstmatige inseminatie paard
€65,56 per keer insemineren
Het visitetarief is afhankelijk van het moment van de dag en deelname aan het basispakket, zie boven.
Overige handelingen vruchtbaarheidsbehandelingen
Soms lukt het niet direct om een merrie drachtig te krijgen. Er is dan nader onderzoek nodig naar de gezondheid van de baarmoeder. Hiervoor zijn veel verschillende mogelijkheden en hier zijn dan ook uiteenlopende kosten aan verbonden. Deze zullen worden besproken indien de situatie zich bij uw merrie voordoet.

Vaccinaties paard regelgeving en FEI

Om uw paard te beschermen tegen enkele veelvoorkomende paardenziektes, is het raadzaam uw dier te laten vaccineren. Meestal wordt gevaccineerd tegen Influenza en Tetanus. Maar entingen tegen bijvoorbeeld Rhinopneumonie, schimmels, droes en West-Nijl virus zijn ook mogelijk. Voor deelname aan KNHS en FEI wedstrijden bent u verplicht uw paard correct gevaccineerd te hebben tegen influenza. Check voor de actuele eisen het wedstrijdreglement van de betreffende organisatie.

Veulen vaccineren

De eerste vaccinatie van een veulen vindt vanaf 6 maanden leeftijd plaats. Veulens worden de eerste maanden van hun leven beschermd door de antilichamen die via de moedermelk worden opgenomen, mits de merrie tijdens de dracht gevaccineerd is. Hierdoor is eerder vaccineren vaak niet mogelijk. De eerste vaccinatie kan vaak gecombineerd worden met de aanvraag van het paardenpaspoort (verplicht voor paarden ouder dan zes maanden). Hierin worden naast de vaccinatiegeschiedenis, meerdere relevante veterinaire handelingen geregistreerd. 

Influenza

Een correcte vaccinatie tegen influenza beschermt de paarden tegen de gevolgen van een influenza besmetting. Griep kan bij paarden een ernstige en langdurige longontsteking tot gevolg hebben.

Compleet ingevuld paardenpaspoort

Dat betekent dat de datum, plaats en land van vaccinatie zijn ingevuld en er een sticker met batchnummer met de gebruikte paardeninfluenza entstof op de betreffende regel is geplakt. De sticker is erg belangrijk, een geschreven batchnummer is niet voldoende en leidt tot diskwalificatie! Voor entingen die voor 1 april 2007 zijn gegeven geldt dit niet.
Alle vaccinaties moeten daarnaast zijn voorzien van de naamstempel en handtekening van de betreffende dierenarts. Daarnaast moeten de vaccinatie datums kloppen. De regels daarvoor in de KNHS basiswedstrijdsport zijn:

Basisenting moet compleet zijn - Bestaande uit drie entingen. De eerste twee worden minimaal 21 en maximaal 92 dagen na elkaar toegediend. De derde booster volgt 5 tot 6 maanden na de tweede enting. 
Jaarlijks herhalingsvaccinatie - Deze moet binnen het jaar zijn gegeven, dus als een paard op 1 september 2022 is geënt, moet de vervolgenting uiterlijk 1 september 2023 worden gegeven. Ons advies is halfjaarlijks de influenza vaccinatie herhalen. Hiermee is de weerstand van het paard optimaal voorbereid bij een eventuele infectie en is de kans op het ziek worden en besmetten van andere paarden nog weer veel kleiner dan bij jaarlijks vaccineren.
De week voor de wedstrijd niet vaccineren - De laatste vaccinatie mag niet korter dan 7 dagen voorafgaand aan de eerste dag van de wedstrijd zijn toegediend.
Alleen een dierenarts mag aanpassen - Zijn er aanpassingen in een datum gemaakt, dan dient die aanpassing door de dierenarts te zijn voorzien van stempel en paraaf.

Voor de bijsluiters van de door ons gebruikte influenza vaccins klik je hier: Proteq Flu of Prequenza

Tetanus

Tetanus is een ernstige ziekte die wordt veroorzaakt door de tetanus bacterie die wonden infecteert. De verkramping die hierdoor ontstaat is zeer pijnlijk en uiteindelijk sterft het paard.

Tetanus wordt meestal geënt in combinatie met influenza. Echter, indien de basisenting eenmaal is voltooid, hoeft tetanus slechts om de twee jaar herhaald te worden. De basisenting voor tetanus bestaat uit twee entingen met een interval van vier tot zes weken, gevolgd door een derde enting 17 maanden later.

Dieren die een (diepe) wond hebben opgelopen kunnen met tetanus-antiserum worden behandeld. Wanneer het betreffende dier regelmatig is gevaccineerd voor tetanus kan toediening van het antiserum achterwege blijven.

Voor de bijsluiter van de door ons gebruikte Equilis tetanus vaccin klik je hier.

Rhinopneumonie

Rhinopneumonie virus, oftewel Equine herpes virus (EHV1 en EHV4), verspreidt zich door direct neuscontact met andere paarden of materiaal met veel virus zoals geaborteerde veulens, vruchtwater en vruchtvliezen. De infectie kan zich op verschillende manieren manifesteren. De twee meest voorkomende zijn de verkoudheidsvorm (luchtweginfecties) en abortusvorm. Een derde, en gelukkige zeldzame, uitingsvorm is de verlammingsvorm. Symptomen die gezien kunnen worden zijn: neusuitvloeiing, sloomheid, koorts, enig hoesten, abortus, veulensterfte rond de geboorte, incoördinatie, slapte en verlamming. Meer informatie over rhinopneumonie vind je hier.

Veel paarden in Nederland (90%) zijn drager van het virus, maar zijn hier niet ziek van. De ziekte kan de kop op steken als het paard wordt blootgesteld aan stress door bijvoorbeeld transport of veranderingen in de koppel.

Door het vaccineren van uw paard kan de mate van luchtwegaandoeningen en vruchtbaarheidsproblemen worden verminderd. De verlammingsvorm is echter niet te voorkomen, maar de kans op besmetting kan met vaccinatie wel worden verkleind. Indien u uw fokmerrie en haar veulen wilt beschermen tegen de abortusvorm van rhinopneumonie wordt het volgende entschema aangeraden:

3x vaccineren op maand 5, 7 en 9 van de dracht

Voor de overige paarden geldt:

2x vaccineren als basisvaccinatie met een interval van 4-6 weken, vervolgens elk half jaar.

Voor de bijsluiter van de door ons gebruikte Equip EHV1, 4 vaccin klik je hier.

West Nile Virus

Besmettingen doen zich al enkele jaren in Europa voor en in 2020 bereikte het virus ook Nederland. Het virus is gevaarlijk voor veel dieren waaronder vogels, mensen en paarden.  Vogels zijn het reservoir, de mug is de vector die het virus overbrengt op andere diersoorten. Wanneer de besmette mug vervolgens een mens of paard prikt wordt het virus overgedragen en kan ziekte ontstaan.

Belangrijk om te weten: het West Nile Virus is maar zeer kort en in zeer kleine hoeveelheden in bloed van mensen en paarden aanwezig. Dat betekent dat mensen en paarden wel ziek kunnen worden, maar niet opnieuw muggen of elkaar kunnen besmetten. Dit maakt vaccinatie voor één paard al zeer effectief, er is geen groepsimmuniteit nodig. Meer weten over West Nile? lees het hier.

Vaccinatie

Vaccinatie is voor paarden goed mogelijk, in tegenstelling tot mensen waarvoor nog geen vaccin beschikbaar is. Een correcte bescherming treedt op drie weken na afronden van de basisvaccinatie: twee vaccinaties met drie tot vijf weken tussentijd. Daarna jaarlijks de vaccinatie herhalen. De vaccinatie kan samen met andere vaccins gegeven worden bijvoorbeeld voor rhinopneumonie en of influenza. De kosten voor één vaccinatie WNV zijn €57,50 incl. BTW per vaccinatie.

Voor de bijsluiter van de door ons gebruikte Equip WNV vaccin klik je hier.

Schimmels

Veel paarden in Nederland hebben last van een schimmelinfectie. Meestal doen de schimmelplekken zich voor bij paarden met een verminderde weerstand. Maar het kan ook plotseling voorkomen als er recentelijk nieuwe paarden aan een koppel zijn toegevoegd. De schimmelplekken zijn te herkennen als kale, grillige, grijze plekken met eventueel kort afgebroken haren. De plekken veroorzaken zelden jeukklachten.

 De enting kan worden gegeven om de kwaal te voorkomen, maar kan ook helpen bij het genezingsproces. In het laatse geval wordt de enting gecombineerd met een wassing met een schimmeldodend middel. De enting dient na twee weken te worden herhaald.

Voedingssupplementen paard

Hoe kies je een passend supplement?

De keuze is reuze als het aankomt op voedingssupplementen voor je paard. Elke fabrikant beweert dat het 'past bij de behoefte van je paard', 'goed opneembaar is' of 'natuurlijk is'. Laten we voorop stellen dat geen enkel paard hetzelfde is, dus ook de behoeftes per paard verschillen. Dit komt door de manier waarop het paard gehouden, gevoerd en gereden wordt, maar is ook afhankelijk van bijvoorbeeld het ras.

Voor 95% van alle paarden in Nederland, ongeacht ras of trainingsintensiteit, geldt dat ze voldoende hebben aan goed ruwvoer en een aanvullend preparaat wat voorziet in vitaminen, mineralen en spoorelementen. Hierbij zijn een aantal zaken belangrijk:

goed ruwvoer
dit kan zijn vers gras, hooi, voordroogkuil of kuil. Belangrijk is dat het fris ruikt, vrij is van broei en schimmel en qua gehaltes aansluit bij de behoeften van het paard. Dat betekent voor het overgrote deel van de paarden: niet te suikerrijk maar met voldoende eiwit. De enige manier om uitsluitsel te krijgen over de gehaltes van het ruwvoer, is door een ruwvoer analyse uit te voeren. Dit kan eenvoudig en goedkoop via de Pavo ruwvoer Quickscan en geeft een indicatie van het de energiewaarde, het eiwitgehalte en het suikergehalte. Beter is echter een uitgebreide Equifeed analyse, dit geeft precies de gehaltes weer, maar ook belangrijke mineralen en spoorelementen.
opneembaarheid supplement
naast de concentratie van de vitaminen, mineralen en spoorelementen in een voedingssupplement, is de opneembaarheid minstens zo belangrijk. Zo is natuurlijk vitamine E veel effectiever dan een mengsel van synthetische soorten (zie ook hieronder) en zijn organisch gebonden mineralen veel beter opneembaar dan niet organisch gebonden mineralen. Bij eiwitten is het bijvoorbeeld belangrijk dat essentiële aminozuren (zoals methionine en lysine), die het paard niet zelf kan aanmaken, worden gesupplementeerd. Daar heeft het paard meer aan dan willekeurig (ruw) eiwit.
behoefte paard
als het paard om wat voor reden dan ook een andere behoefte krijgt, denk aan dracht, ziekte of ouderdom, dan kan een extra aanpassing van het dieet nodig zijn. Bij drachtige dieren betekent dit meer eiwit en energie, bij ziekte kan dit extra vitaminen, mineralen en vetzuren betekenen en bij ouderdom moet de verteerbaarheid makkelijker worden gemaakt.

Voedingsconsulent en voedingsadvies

Dierenarts Vivianne van Leeuwen is voedingsconsulent paard. Voedingsconsulenten voor paarden geven gericht en praktisch rantsoenadvies gebaseerd op wetenschappelijke kennis en jarenlange praktijkervaring. Samen met u als eigenaar wordt gekeken wat de behoefte is van het paard, welke voeders momenteel worden gegeven of in de smaak vallen, en hoe het rantsoen kan worden geoptimaliseerd. Voor meer informatie over het werk van een voedingsconsulent kijkt u op https://voedingsconsulentpaard.nl/.

Vitamine E supplementeren bij paarden

Vitamine E is een vetoplosbare vitamine die in het lichaam een functie heeft als anti-oxidant. Vitamine E speelt een belangrijke rol bij het wegvangen van vrije radicalen, welke schadelijk zijn voor het paard. Vers gras zit bomvol vitamine E, suppletie is dan niet nodig. In gedroogd ruwvoer neemt de concentratie vitamine E echter rap af, na drie maanden zit er géén vitamine E meer in. In de winter is vitamine E bijvoeren dan ook een must. Natuurlijk vitamine E wordt het beste opgenomen door je paard. Maar: de meeste vitamine E supplementen bevatten een synthetische variant, waar je méér van moet geven om aan de behoefte te voldoen.

Natuurlijk vitamine E heet ook wel d-alpha-tocopherol of RRR-alpha-tocoferol. Dit is één van de acht varianten (isomeren) waarin vitamine E voorkomt. Dit is voor het paard het beste opneembaar in het verteringsstelsel. Voor natuurlijk vitamine E geldt dan ook dat 1 mg hetzelfde is als 1 I.E. (internationale eenheid, ook wel IU international units). Het lastige van natuurlijk vitamine E is dat het makkelijk afbreekt en daarom moeilijk in de beloofde concentraties te verwerken is in bijvoorbeeld krachtvoer. De vorm waarin het vit. E wordt gegeven is bepalend voor het aantal I.E. per mg vit. E

Als vitamine E synthetisch wordt nagemaakt krijg je all-rac-alpha-tocoferol ook wel dl-alpha-tocoferol genoemd. Hierin zitten vaak de acht isomeren van vitamine E, waardoor dit door het paard veel minder goed opneembaar, oftewel biologisch beschikbaar is. Dat kan betekenen dat tot wel acht keer zoveel vitamine E gevoerd moet worden, om aan de behoefte van het paard te voldoen. Het kan dus zijn dat er bijvoorbeeld 800 mg vitamine E in een kilo krachtvoer zit, waarvan maar 100 I.E. overblijven die daadwerkelijk door het paard worden opgenomen. 

Behoefte

De gemiddelde dagelijkse behoefte van een paard is 1 I.E. vitamine E per kilo lichaamsgewicht. Oftewel een paard van 600 kg heeft 600 I.E. vitamine E/dag nodig. Er is extra vitamine E nodig bij:

Olie gift: 125 I.E. extra per 100ml olie
Sport: 600 I.E. extra vanaf Z-niveau
Melkgevende merrie: 100 I.E. per 100 kg lichaamsgewicht merrie extra
Opgroeiende veulens tot drie jaar: dubbele behoefte op basis van lichaamsgewicht, dus bij 450 kg, 900 I.E. per dag

Overdosering gebeurt pas bij tien keer de behoefte van het paard. Je geeft dus niet gauw teveel vitamine E.

Hoe kies je?

Hier wordt het echt ingewikkeld, omdat veel fabrikanten niet op de verpakking zetten welk vitamine E is toegevoegd aan een voer. Als vitamine E supplementen die vrij verkrijgbaar zijn is Equi-vitamine E één van de weinige producten met puur d-alpha-tocopherol. Zelf maken we graag gebruik van vitamine E capsules die per capsule 600 I.E. natuurlijk vitamine E bevatten. Door de capsulering zijn ze relatief lang houdbaar. Een pot met 210 capsules kost E61.36 incl BTW. Bestellen kan eenvoudig via ons contactformulier.

Koop kwaliteit

De betere supplementen bevatten goed opneembare voedingsstoffen en geen overmaat aan zaken die paarden niet extra nodig hebben (denk aan ijzer, suikers etc.). Sommige supplementen zijn verwerkt in een geconcentreerd product wat naast het ruwvoer aan aanvulling wordt gegeven. Andere voedingssupplementen vervangen een deel van het ruwvoer en bevatten ook extra vezels en gisten of prebiotica (denk aan koliek gevoelige paarden, oudere paarden etc.). Een goed product lijkt vaak duurder dan gemiddeld, maar let op: ze zijn effectiever en geconcentreerder dan gemiddelde supplementen.

Zelf werken we graag met de onderstaande supplementen en voeders. Uw dierenarts helpt graag met het optimaliseren van het rantsoen van uw paard. Je kunt hiervoor gerust contact opnemen.

Audevard

Audevard producten zijn allemaal geproduceerd op basis van wetenschappelijk onderzoek. De productlijnen zijn zeer uitgebreid en daardoor is er voor ieder paard een passend product te vinden. Binnen onze praktijk schrijven we de volgende producten vaak voor: Bionutron Activ, Bionutron Senior, Ekyflex arthro, Ekyflex tendon, Bo Yea Sacc, Immuno RS, Ekyguard en nog veel meer. Voor meer informatie of het bestellen van Audevard producten kunt u contact opnemen met een van onze paardendierenartsen.

Bonpard

Bonpard, voorheen Sanéqui, zijn voeders ontwikkeld door dierenarts en paardenvoedingspecialist Anneke Hallebeek. Bonpard wil paardenhouders in staat stellen om paarden met een specifieke voerbehoefte zo goed mogelijk te voeden, zodat deze gezond worden en blijven. De Bonpard dieetvoeders, speciaalvoeders en supplementen zijn doelgericht en zonder compromissen samengesteld voor paarden met een specifieke voedingsbehoefte. De dieetvoeders zijn alleen via de dierenarts verkrijgbaar. Veel voorgeschreven voeders zijn de Non-obesitas en Colon. Als volledig vitamine- en mineralen supplement is Bonpard Forage een mooi product. Door het gebruik van Intellibond is de smakelijkheid beter dan van veel andere geconcentreerde mineralenbrokjes. De techniek van Intellibond zorgt er voor dat de van nature vieze smaak van koper en zink pas in de maag vrijkomt in plaats van in de mond.

Equilin

De producten van Equilin zijn ontwikkeld door drs. Annette van Weezel Errens. Ze maakt gebruik van innovatie in de voedingstechnologie om op een natuurlijke wijze gezondere en minder gestresste paarden, met een verhoogd welzijn te krijgen. Equilin producten zijn ideaal voor paarden die (tijdelijk) wat extra's nodig hebben omdat ze bijvoorbeeld net ziek zijn geweest, tijdelijk slecht in hun vacht zitten of om het ruwvoer aan te vullen. De producten zijn via uw dierenarts verkrijgbaar. U kunt op onderstaande foto's klikken voor het bestellen van een specifiek product.

Zin en onzin over vaccineren bij paarden

Geschreven door: Erkend paardenarts Vivianne van Leeuwen, in samenwerking met de gezondheidsdienst voor dieren.

Als u eigenaar wordt van een paard komt u vanzelf een keer voor de vraag te staan: vaccineren of niet? Er zijn veel ziektes bij paarden waartegen gevaccineerd kan worden. In Nederland wordt veruit het vaakst tegen influenza en tetanus gevaccineerd. In dit artikel wil ik me dan ook graag beperken tot (on)mogelijkheden van vaccinatie tegen deze twee ziektes.

Waarom vaccineren tegen tetanus en influenza?

Zowel influenza als tetanus zijn vreselijke paardenziektes die niet zelden tot de dood leiden. Tetanus bacteriën komen nog wijdverbreid in Nederland voor. Ook het influenza virus wordt in Nederland nog jaarlijks aangetoond in zieke paarden. Uit een groot landelijk onderzoeken in 2007-2008 werd bij 40% van de paarden met luchtwegproblemen, influenza aangetoond als de ziekteverwekker [9]. In de winter van 2019/2020 vond er nog een grote uitbraak op ongeveer 20 bedrijven plaats in Nederland.

Gelukkig horen we maar soms dat er paarden lijden aan influenza of tetanus. Dit komt omdat een groot deel van de paardenpopulatie is gevaccineerd tegen deze ziektes. Voor influenza geldt dat als meer dan 80% van de paarden is gevaccineerd, de kans heel klein is dat het influenza virus zich nog kan verspreiden [2]. Dit noemen we ook wel ‘groepsimmuniteit’. Een ziekteverwekker heeft onbeschermde, niet gevaccineerde paarden nodig om zich in te vermenigvuldigen en uiteindelijk te verspreiden. Als de vermenigvuldiging stokt, omdat een paard een goede weerstand heeft tegen het virus, kan het zich ook niet verspreiden. Tetanus wordt niet van paard tot paard overgedragen, dus hier heb je weinig aan groepsimmuniteit. Wel is het voordeel van de tetanusvaccinatie, dat deze ten minste twee jaar een goede bescherming geeft.

Wat er gebeurt als paarden niet worden gevaccineerd tegen influenza, hebben ze in Australië helaas in 2007 meegemaakt. Paarden influenza kwam hier tot 2007 niet voor, maar werd ondanks strikte quarantaine eisen van Australië, toch per ongeluk het land binnen gebracht. Hierdoor kregen in zeer korte tijd 47.000 paarden griep [6], met alle gevolgen van dien. Dat is ongeveer 20% van de totale paardenpopulatie in Australië [7]. In Nederland is het mogen produceren van diergeneesmiddelen, waaronder vaccinaties, aan zeer strikte regels gebonden.Via www.diergeneesmiddeleninformatiebank.nl is voor elk medicijn precies te vinden wat er in zit, ook de hulpstoffen en zijn de bijsluiters te vinden. Hierin staat beschreven welke bijwerkingen u kunt verwachten na vaccinatie en hoe vaak dit voorkomt. Verderop in dit artikel vindt u uitgebreide uitleg over hulpstoffen, bijwerkingen en regels.

Influenza en tetanus, wat is het eigenlijk?

Influenza, de enige echte paardengriep, is een virusziekte van de luchtwegen. Als een paard besmet wordt duurt het drie tot vijf dagen, de incubatietijd, voor er ziekteverschijnselen optreden. Hoe erg die verschijnselen zijn hangt af van het type influenza virus, de gezondheid van uw paard en de vaccinatiestatus. Het influenza virus beschadigt de luchtwegen, waardoor de normale afvoer van slijm uit de longen wordt bemoeilijkt. Dit slijm hoopt op in de diepere luchtwegen en bacteriën nestelen zich hier graag in. Zo kan gemakkelijk in tweede instantie een bacteriële longontsteking ontstaan.

Als gevolg van de influenza infectie ontstaat hoge koorts tot wel 40,5 ̊C (normale temperatuur hoort beneden de 38 ̊C te blijven), een droge hoest en veel snot. Bovendien verliezen zieke paarden hun eetlust en worden ze erg sloom. Paarden met een verminderde weerstand, zoals jonge of oude dieren, maar ook drachtige merries of paarden die niet helemaal fit zijn, zijn gevoeliger voor ernstige complicaties en kunnen doodgaan aan een influenza infectie. Virale ziektes zijn niet te behandelen. Bij zieke paarden is alleen symptoombestrijding mogelijk, zoals koortsremmers. Pas als er ook sprake is van een secundaire bacteriële infectie kan antibiotica worden ingezet. Paarden met griep blijven vaak ruim een week flink ziek. Daarna duurt het herstel lang, er wordt wel gezegd; voor iedere dag met koorts is een week herstel nodig [2].

Tetanus

Tetanus wordt veroorzaakt door toxines, oftewel gifstoffen, geproduceerd door de bacterie Clostridium tetani. De bacterie leeft in de grond, maar kan bijvoorbeeld ook voorkomen in de mest van je paard. Bij wonden kan de bacterie makkelijk in onderliggende weefsels dringen. Vooral diepe (steek)wonden zijn favoriet bij de tetanus bacterie. In de diepte heerst een zuurstofarm klimaat, en dat is precies waar de tetanus bacterie van houdt. Toch treft tetanus ook paarden zonder dat er sprake is van een wond.

Paarden zijn veel gevoeliger voor een tetanusinfectie dan bijvoorbeeld de mens. Als een paard geïnfecteerd is met de tetanus bacterie, duurt het één tot drie weken voor de eerste verschijnselen zich voordoen. De tetanus bacterie produceert neurotoxines die de zenuwen van je paard aantasten. Hierdoor wordt de besturing van spieren moeilijker en ontstaat extreme stijfheid.

Typisch voor een tetanusinfectie zijn een kaakklem, het derde ooglid wat over de oogbol trekt en gestrekte ledematen. Uiteindelijk sterft het paard, meestal een verstikkingsdood door spasmes van de ademhalingsspieren. Enkel in een zeer vroeg stadium van de ziekte kan geprobeerd worden het paard te redden met tetanusantiserum. Als dit geen effect heeft zijn er geen andere behandelingen mogelijk en is euthanasie nog de enige optie om het paard een verdere lijdensweg te besparen.

Vaccineren alleen zinvol volgens voorschrift

Vaccinatie heeft alleen zin als het volgens voorschriften van de fabrikant gebeurt. Dit komt omdat de samenstelling van vaccins, per fabrikant verschilt. Zo kunnen er verschillende stammen influenza virus in worden gestopt, maar ook de activerende stoffen, zogenaamde adjuvantia, wisselen per vaccin. Zowel voor influenza als tetanus is het nodig om bij een ongevaccineerd paard te beginnen met een basisvaccinatie. Meestal is dit pas vanaf een leeftijd van zes maanden of ouder. De antistoffen die een veulen via de moedermelk heeft binnengekregen, zijn dan niet meer voldoende aanwezig om het effect van het vaccin te verstoren. Een basisvaccinatie is nodig, om het aanmaken van antistoffen te stimuleren tot boven een bepaalde grens. Zo kan de werkingsduur van een vaccin worden gegarandeerd.

Het aanmaken van antistoffen, ook wel antilichamen genoemd, gaat trapsgewijs. Na een eerste vaccinatie wordt het afweersysteem van het paard wakker geschud, maar maakt het nog maar weinig antistoffen aan. Na een tweede enting, kort op de eerste, wordt de productie van antistoffen al snel een stuk hoger. Pas na een derde basisvaccinatie wordt een voldoende hoog antilichaam gehalte bereikt om het paard een jaar of twee jaar te beschermen. Over het algemeen gelden voor een goede bescherming tegen influenza en tetanus de volgende vaccinatieschema’s:

Influenza: de basisvaccinatie bestaat uit drie vaccinaties, de eerste twee met vier tot zes weken tussentijd en de derde volgt vijf maanden na de tweede basisvaccinatie. Daarna dient de vaccinatie minimaal jaarlijks herhaald te worden.

Tetanus: de basisvaccinatie bestaat uit drie, de eerste twee vaccinaties met vier tot zes weken tussentijd en de derde niet later dan 17 maanden na de tweede basisvaccinatie. Daarna dient de vaccinatie minimaal elke twee jaar herhaald te worden.

Let op: influenza en tetanus zijn twee losse vaccinaties. Ze kunnen afzonderlijk van elkaar, of in een combinatieproduct worden toegediend. Gewoonlijk wordt de combinatievaccinatie gebruikt. Daarentegen kan iedere paardenarts aan de losse vaccinaties komen. Mocht je paard bijwerkingen hebben van de vaccinaties, dan kan het zinvol zijn influenza en tetanus los van elkaar te laten vaccineren.

Voor meer informatie over de verschillende vaccinaties bij paarden klik hier.

Als 80% van de paarden zijn gevaccineerd tegen influenza ontstaat groepsimmuniteit - zo kan een virus zich niet meer effectief over een populatie verspreiden

Waarom zijn hulpstoffen nodig?

Vaccinaties worden na heel lang en uitvoerig onderzoek ontworpen om zo effectief mogelijk te zijn, zonder schadelijke gevolgen voor het paard. Vaccinaties bevatten uiteraard een variant van de ziekteverwekker waartegen wordt gevaccineerd. Dit kan nooit de virulente ziekteverwekker zijn, zoals deze rondwaart in de populatie. Dan zou een vaccinatie meer een besmetting zijn. Nee, dit betreft dan een virus of bacterie die is verzwakt, geïnactiveerd of gedood. Zo lang de ziekteverwekker voor het lichaam herkenbaar genoeg blijft om passende antilichamen te maken is het goed. Dit herkennen van de ziekteverwekker heeft soms hulp nodig in de vorm van prikkelende stoffen: adjuvantia. Dit zijn hulpstoffen die in hele kleine hoeveelheden aan een vaccin worden toegevoegdom het beter werkzaam te maken.

Adjuvantia hebben veel verschillende werkingsmechanismen, denk bijvoorbeeld aan het transporteren van het virus naar specifieke cellen, het versterken van de afweer reactie, sommigen verlagen de hoeveelheid virus die nodigis in een vaccin of ze verlengen de periode dat een vaccin effect heeft [3].

Deze adjuvantia kunnen lichaamseigen stofjes zijn, stoffen die in de natuur voorkomen of synthetisch gemaakt. Welke stoffen in geneesmiddelen mogen voorkomen bepaalt in Europa de EMEA (the European Medicins Agency). Vervolgens ziet in Nederland het Bureau Diergeneesmiddelen (CBG-MEB) erop toe dat enkel medicijnen op de Nederlandse markt komen, die voldoen aan de wet en regelgeving zoals opgenomen in het besluit diergeneesmiddelen [4] en regeling diergeneesmiddelen [5]. Alle stoffen in een vaccinatie zijn uitvoerig getest op werking en bijwerkingen, en alleen worden toegelaten als het gebruik veilig is, hierop wordt streng gecontroleerd. In elk geval kun je er van uitgaan dat alle stoffen in een vaccinatie uitvoerig zijn getest op werking en bijwerkingen en alleen worden toegelaten als het gebruik veilig is. Wilt u weten welke stof precies in het bij uw paard gebruikte vaccin zit? Kijk dan op www.diergeneesmiddeleninformatiebank.nl

Bijwerkingen

Ieder vaccin heeft bijwerkingen, al kunnen de bijwerkingen enorm verschillen in ernst en mate van voorkomen. De bijsluiters van vaccinaties vertellen u precies welke bijwerkingen normaliter te verwachten zijn na vaccinatie. Ook uw dierenarts waarschuwt in de meeste gevallen voor bijwerkingen.

Als uw paard tegen influenza is gevaccineerd, zal het advies zijn uw paard de eerste dagen niet in het zweet te rijden. Uw paard kan lichte verhoging hebben en wat slomer zijn dan normaal. Allemaal volkomen logisch, uw paard is immers bezig met een afweer reactie maken tegen een gedood influenza virus. Dit kost energie en kan gepaard gaan met milde griepklachten. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen ontwikkelen paarden een heftige reactie waar ze erg ziek van kunnen worden. Meestal ontstaat dit door een combinatie van factoren: het paard kan al sluimerend iets onder de leden hebben gehad, de injectie kan voor een infectie zorgen of het paard is bijvoorbeeld allergisch voor een onderdeel uit het vaccin.

Is de reactie op een enting buiten proportioneel? Dan is het advies dit te melden bij het Bureau Diergeneesmiddelen of de fabrikant van het vaccin. Die zijn verplicht de melding te registreren. Is uw paard al ziek of verzwakt, dan is het dringend advies om uw paard niet te vaccineren. Het immuunsysteem is dan al overbelast en de bijwerkingen van een vaccinatie kunnen dan ernstiger zijn. Los van de normale bijwerkingen die een vaccin teweeg kunnen brengen, zijn er soms bijwerkingen die komen door het toedienen zelf.

  • Zo moet het vaccin diep in een spier worden ingebracht. Gebeurt dit niet diep genoeg, of zelfs onderhuids, dan kan dit voor een veel heftiger entreactie zorgen. De werkzame stoffen komen dan in aanraking met weefsels waar ze niet voor bedoeld zijn. Dit kan gebeuren als een paard tijdens de vaccinatie ‘van de naald springt’, of de vaccinatie niet met een schone naald wordt toegediend.
  • Na het opzuigen van het vaccin uit de flacon, dient het met een schone en nieuwe naald te worden toegediend.
  • Als laatste bestaat nog een kleine kans op infectie door bacteriën die al op de huid aanwezig waren. Deze kunnen met de naald mee naar binnen worden genomen. Heel soms resulteert dit in abcesvorming op de injectieplaats. Om dit te voorkomen is de enige juiste methode de injectieplaats scheren en vervolgens grondig desinfecteren met alcohol. Even deppen met een gaasje met wat alcohol doet niets. Omdat de kans op deze vorm van bijwerkingen uiterst klein is, wordt dit enkel bij paarden toegepast waarvan bekend is dat ze heftig op een vaccinatie kunnen reageren.

Bijsluiters, met daarin bekende bijwerkingen, zijn allemaal online te vinden via www.diergeneesmiddeleninformatiebank.nl.

Wedstrijden rijden

Als u nationaal wedstrijden rijdt met uw paard ontkomt u niet aan het vaccineren tegen influenza, oftewel paardengriep. Daarbij krijgt uw paard eerst een basisvaccinatie: twee vaccinaties die minimaal 21 en maximaal 92 dagen na elkaar moeten zijn toegediend [1]. Daarna moet de vaccinatie jaarlijks wordt herhaald. De KNHS stelt dit verplicht, en terecht. Dit voorkomt dat paarden elkaar op wedstrijd kunnen besmetten met influenza.

Let op: de KNHS hanteert een beperktere basisvaccinatie schema (namelijk twee in plaats van drie basisvaccinaties) dan de bijsluiters van gangbare influenza vaccinaties voorschrijven. Rijdt je internationale of FEI wedstrijden, dan ben je verplicht om naast de basisvaccinatie, elk half jaar tegen influenza te vaccineren. Je leest hier meer over de vaccinatie schema's en wedstrijd verplichtingen.

Een basisvaccinatie voor influenza bestaat uit drie vaccinaties, niet maar twee zoals de KNHS verplicht stelt.

Veelgestelde vragen

Wat zit er eigenlijk allemaal voor 'rotzooi' in een vaccinatie?

Per vaccin is bekend welke hulpstoffen er in zitten, deze heten ook wel adjuvantia. Zoals hierboven uitgelegd is via www.diergeneesmiddeleninformatiebank.nl  exact te vinden welke hulpstoffen er in een vaccin zitten. Deze hulpstoffen zijn nodig, omdat een vaccin anders niet voldoende effectief is. Sommige van deze stoffen hebben als eigenschap het virus uit het vaccin te transporteren naar cellen waar het lichaam de juiste afweerreactie in gang kan zetten. 

Dit is te lezen onder het kopje “Waarom zijn de hulpstoffen nodig?”. Dat het paarden lichaam een reactie geeft op het vaccin met de bijbehorende hulpstoffen, dat is precies de bedoeling van een vaccinatie. Zonder reactie, geen antistoffen, dus geen bescherming. Ieder paard reageert anders op een vaccinatie. Dat paarden erg ziek worden van een vaccinatie komt in uitzonderlijke gevallen voor.

Hulpstoffen zijn nodig voor een effectief vaccin. Deze zijn altijd goed onderzocht en veilig.

Kan een gezond paard de infectie niet zelf oplossen?

Als een paard een tetanusinfectie oploopt, is er geen enkel paard wat dit nog ‘zelf kan oplossen’, ze gaan hartstikke dood. Door te vaccineren geef je het paard juist een mogelijkheid om het zelf op te lossen. Het paard heeft antistoffen om de tetanus te bestrijden namelijk helemaal zelf gemaakt, ná vaccinatie. Voor influenza geldt hetzelfde; een gezond paard gaat aan een influenza infectie wellicht niet dood, maar door te vaccineren voorkom je ernstige verschijnselen. Wat griep en tetanus met je paard doen lees je onder het kopje “Influenza en tetanus, wat is het eigenlijk?”

Dat het paardenlichaam een reactie geeft op het vaccin, dat is precies de bedoeling van een vaccinatie. Zonder reactie geen antistoffen, dus geen bescherming

Waarom mag een paard niet gewoon griep krijgen?

Griep bij ongevaccineerde paarden geeft ernstig zieke paarden, waarbij de ziekte zich razendsnel verspreid. De ziekte is niet onschuldig en kan leiden tot de dood. Wat griep met je paard doet, lees je onder het kopje “Influenza en tetanus, wat is het eigenlijk?”. Als griep uitbreekt in een groep ongevaccineerde paarden krijg je problemen zoals ze in 2007 in Australië hebben meegemaakt. Lees dat verhaal onder het kopje: “Waarom vaccineren tegen tetanus en influenza?”

Zijn er redenen om een paard niet te vaccineren?

Jonge paarden tot en met zes maanden leeftijd worden vaak nog niet gevaccineerd. Dit is vaak niet zinvol omdat de veulens nog antistoffen bij zich dragen die ze via de moeder(melk) hebben gekregen. Vaccinaties zijn daarmee vaak nog niet zinvol.

Als een paard ziek is, wordt vaccinatie afgeraden. Daarbuiten is vaccineren vrijwel altijd verstandig. Een virus of bacterie komt ook niet even vragen of het wel uitkomt als hij toeslaat. Daarom is het beter een gezond paard de kans te geven zich voor te bereiden op een ziektekiem die grote gevolgen heeft als het paard niet gevaccineerd is.

Is er bij paarden een verband tussen toenemende gevallen van insuline resistentie en vaccinatie?

Er is geen aangetoond verband tussen vaccineren van paarden en het ontstaan van insuline resistenite. Het aantal paarden met insuline resistentie neemt in Nederland momenteel toe om drie redenen:
1. Insuline resistentie wordt beter herkend, en bevestigd met bloedonderzoek, door dierenartsen;
2. Onze paarden hoeven veel minder hard te werken dan vroeger, maar krijgen teveel te eten. In Nederland lijdt ongeveer 55% van de paarden aan obesitas [8]. Paarden met obesitas lopen een groter risico op het ontwikkelen van insuline resistentie;
3. Onze paarden worden ouder en op hogere leeftijd neemt de kans op insuline resistentie.

Verwarring in de media

informatie verspreid. Dat geeft onnodig reden tot speculatie en zaait verwarring. Bij twijfel altijd je dierenarts raadplegen. Enkele betrouwbare informatiebronnen zijn www.paardenarts.nl en www.knmvd.nl

Terug naar paard