In dit abonnement kunt u 6x een mestonderzoek laten doen, uiteraard krijgt u hierbij ook een advies. Het eerste mestonderzoek kunt u 3 weken nadat de lammeren naar buiten zijn gegaan, laten uitvoeren. Het is de bedoeling dat u mest verzameld van 5-7 lammeren. Het beste is om mest te onderzoeken van lammeren, omdat deze geen besmetting van het afgelopen jaar kunnen hebben opgelopen. Hierdoor kunnen we de actuele wormbesmetting bepalen. De mest wordt onderzocht op maag-darmparasieten (zoals de rode lebmaagworm, ronde worm en coccidiose). Als u ook de wormbesmetting van de volwassen schapen wilt weten, kunt u natuurlijk ook mest van de volwassen schapen inleveren. Zorg ervoor dat de mest van de volwassen schapen gescheiden blijft van de mest van de lammeren.
Afhankelijk van de uitslag krijgt u een advies op maat. In dit advies wordt aangegeven of u moet behandelden, of dat omweiden nodig is. Daarnaast krijgt u te horen wanneer u het beste weer mest kunt inleveren. Deze manier van werken zorgt ervoor dat de ontwikkeling van resistentie wordt tegengegaan en dat er niet onnodig wordt behandeld. Kortom dit abonnement geeft u inzicht over hoe de wormbesmetting in uw koppel verloopt en worden eventuele wormproblemen snel gedetecteerd.
Dit abonnement ter waarde van €163,87 bieden wij u aan voor slechts €119.19. Wilt u hieraan meedoen? Laat dan bij het contactformulier uw gegevens achter.
Ja, ik wil deelnemen aan het abonnement voor mestonderzoeken.
Een deel van ons werk als dierenarts betreft het voorkomen van ziektes en tegenwoordig ook het proberen ziektes uit ons land te verdrijven. Dit kan op verschillende manieren zoals met; hygiëne maatregelen, voorkomen van insleep of dieren beschermen tegen een ziekte d.m.v. een vaccinatie. Over dat laatste hier wat meer informatie, want wat doet een vaccin nu precies?
Een vaccin bevat stukjes van de ziektekiem waar we het dier tegen willen beschermen, dit kunnen levende stukjes zijn maar dan verzwakt, of dode stukjes. We willen bereiken dat het lichaam de ziektekiem gaat bestrijden maar zo min mogelijk dat de kiem ook echt ziekte veroorzaakt. Het lichaam herkent het vaccin niet als een bekende maar als indringer (lichaamsvreemd) en dat zorgt dat een immuunreactie ontstaat. Met deze reactie gaat het lichaam afweercellen maken die de indringer kunnen vangen en verwijderen, dit gaat vaak gepaard met een lichte temperatuurstijging of een dagje minder fit zijn. Zeer vergelijkbaar met de vaccinaties die kinderen krijgen of de griepprik die oudere mensen krijgen, bij hen zie je ook vaak lichte verschijnselen van de ziekte waar je tegen vaccineert. Hoewel een te heftige reactie niet wenselijk is, is het onmogelijk helemaal zonder verschijnselen de juiste afweerreactie te krijgen.
De kans op ernstige bijwerkingen is ook de reden dat zieke of verzwakte dieren niet geënt worden. Bij deze dieren is de reactie vaak heftiger en zij zullen er ook langer last van hebben. Andere redenen voor een te heftige reactie op een vaccin kunnen alle redenen voor een verminderde weerstand zijn zoals: hittestress, onbalans in de voeding, missen van bepaalde sporenelementen / mineralen of het hoogdrachtig zijn van een dier.
Meld klachten na een vaccinatie altijd bij de dierenarts zodat deze klachten gemeld kunnen worden bij de medicijnleverancier en bij de bijwerkingen databank.
Bij sommige vaccins is het nodig een herhaling te geven, ook wel een booster genoemd. Dit is om er voor te zorgen dat het lichaam ook een herinnering maakt van de desbetreffende ziektekiem, zodat bij een volgende keer dat deze ziektekiem binnendringt het lichaam een snelle afweer reactie kan geven. Daarom geeft de dierenarts altijd aan op welke termijn de volgende enting plaats moet vinden.
Medicijnen werken het beste als ze correct worden ingespoten; in de spier, onderhuids of in de bloedader. Een schone spuit en schone en scherpe naald zijn hierbij belangrijk voor het welzijn van het schaap.
In bijsluiters staan vaak de volgende afkortingen:
IM – intramusculair – in de spier toedienen. Zuig altijd vóór het inspuiten een keer terug; niet per ongeluk een bloedvat geraakt?
SC – subcutaan – onderhuids (tussen vel en vlees) toedienen. Je ziet een bobbel vormen van de vloeistof tussen vel en vlees. Wrijf deze voorzichtig iets uit om de vloeistof goed te verspreiden.
IV – intraveneus – in de bloedader toedienen
Trek de voorpoot iets naar voren om het stuk weinig behaarde huid achter de voorpoot goed te zien. Plaats de naald vrijwel evenwijdig aan de huid. Til het vel een stukje op en prik de naald onderhuids.
Let op: Prik de naald niet te recht naar binnen, anders prik je in de ribbenkast van het schaap.
Bekijk hier het filmpje!
Plaats de naald onder een rechte hoek ten opzichte van de bil. Injecteer halverwege de zitbeenknobbel (net naast de staart) en de hak.
Let op: Prik niet te hoog! De onderkant van het bekken (bot) kan worden geraakt. Prik niet te laag! Hier loopt een pees richting de hak.
Plaats de naald onder een rechte hoek ten opzichte van de hals. Injecteer in de ‘driehoek’ 3 vingers breed voor de schouder en 3 vingers breed onder de bovenkant van de hals.
Let op: Prik niet te laag! De halswervels (bot) van het schaap lopen in de onderste helft van de hals. Prik niet te hoog! De nekband (pees) die de kop omhoog houdt loopt bovenin de hals.
Menu
Cookies helpen ons jou de beste gebruikservaring te bieden. Lees meer.
Onze website maakt gebruik van cookies om jou van andere gebruikers op de website te onderscheiden. Hiermee kunnen we jou een goede gebruikservaring op de website bieden en deze blijven optimaliseren. Bekijk ons cookiebeleid.
We gebruiken drie verschillende cookietypes op onze website. Je voorkeur kan je hieronder aangeven.
Deze cookies zijn nodig om de website te laten werken. Zij worden altijd geplaatst.