Management

  • Uiergezondheid verbeteren
  • Melkonderzoek
  • Droogzetten
  • Weidegang
  • Abonnement Mestonderzoek Schaap
  • Hoe werkt een vaccinatie?
  • Klantportaal
  • MAX10-project
  • Pir-DAP
  • Soepel van stal naar weide
  • Veilig droogzetten

Uiergezondheid verbeteren

Het is onmogelijk om mastitis helemaal uit te bannen, maar het is wel mogelijk om het aantal gevallen terug te dringen. Allereerst is het belangrijk te weten dat mastitis ook voor komt bij koeien die nog niet ziek zijn, of een vlokje in de melk hebben. We noemen dat subklinische mastitis; dieren met een celgetal boven de 150.000 (vaarzen) of 250.000 (koeien). Als de koe ziek wordt (hard uier, koorts) of de melk verandert (vlokje, waterig, bloed, etc.) dan noemen we het klinische mastitis. Om mastitis onder controle te krijgen is het belangrijk aandacht te besteden aan zowel klinische mastitis, als subklinische mastitis.

Uiergezondheid kan worden verbeterd door op verschillende vlakken (kleine) aanpassingen te doen:

Controle
Infectiedruk in de koeien verlagen, correcte behandeling en snelle diagnostiek
Hygiëne omgeving verbeteren
Zowel in de stal, tijdens het melkproces als bij het inbrengen van uierinjectoren
Diagnostiek
Welke kiemen spelen er op je bedrijf? Welke dieren hebben een hoogcelgetal en zijn een bron van infectie voor gezonde koeien?
Veilig droogzetten
Hoe genees je infecties in de droogstand en voorkom je nieuwe infecties

Controle

Mastitis op je bedrijf herkennen, bijvoorbeeld door MPR uitslagen, is stap één. Welke dieren hebben een hoog celgetal? Hoeveel procent van de hoog celgetal dieren geneest in de droogstand? Ontstaan er ook nieuwe uierontstekingen in de droogstand of vlak na afkalven? Allemaal voorbeelden van vragen die belangrijk zijn voor het in kaart brengen van de omvang van het uiergezondheidsprobleem op uw bedrijf. Vervolgens is het belangrijk om te weten welke mastitis verwekkers op uw bedrijf een rol spelen. Bacteriologisch onderzoek op melk helpt om deze bacteriën in kaart te brengen. Vaak zegt het type bacterie waar de grootste stappen gemaakt kunnen worden in de preventie van mastitis. We maken hierbij grofweg onderscheid tussen omgevingsgebonden kiemen, en koegebonden kiemen.

Om mastitis te voorkomen is het belangrijk te weten of er op je bedrijf omgeving- of koegebonden kiemen spelen

Omgevingsgebonden bacteriën

De belangrijkste omgevingsgebonden bacteriën die mastitis veroorzaken zijn:

E.coli
Streptococcus uberis
Klebsiella

Omgevingsgebonden wil zeggen dat de bacteriën voornamelijk in de omgeving van de koe leven zoals in strooisel, boxen en de grond. Preventieve maatregelen voor omgevingsgebonden kiemen:

Schone koeien - hoe schoner de koe, hoe minder kans op infectie van het uier. Bekijk je eigen koppel eens met behulp van deze hygiëne scorekaart.
Goede ventilatie is belangrijk.
Schoon en droog strooisel in de boxen is een must - potstallen kunnen een grote besmettingsbron zijn.
Schone afkalfstal: regelmatig helemaal leeg maken en schoon spuiten, schoon strooisel na iedere kalfkoe. Geen zieke koeien huisvesten in de afkalfstal.
Voorkom dat koeien gaan liggen in vochtige, vieze plekken in de schaduw van bomen.
Bestrijd vliegen
Optimaliseer de weerstand van de koe - Stress, negatieve energie balans, slepende melkziekte zijn risicofactoren die hierbij een rol spelen.
Rantsoenen moeten zodanig samengesteld worden dat de mest niet te dun wordt. Dunne mest spettert alle kanten op, waardoor de koe vuiler wordt en de bacteriën zich meer verspreiden.

Koegebonden bacteriën

De belangrijkste koegebonden bacteriën die mastitis veroorzaken zijn:

Staphylococcus aureus
Streptococcus agalactiae
Streptococcus dysgalactiae

Koegebonden wil zeggen dat de bacteriën voornamelijk op de koe leven. Deze bacteriën worden voornamelijk tijdens het melken overgedragen van geïnfecteerde naar niet-geïnfecteerde koeien via melkstellen/tepelvoeringen, de handen van de melker en via middelen waarmee de spenen worden voorbehandeld (zoals doeken). Ook aanvoer van koeien van andere bedrijven, of bijvoorbeeld uit de opfok kunnen dit soort bacteriën binnenslepen op het bedrijf.

Preventieve maatregelen voor koegebonden kiemen:

Koop geen dieren aan
Voorkom overdracht tijdens het melken; draag bijvoorbeeld handschoenen, spoel de melkstellen door met heet water (>85C) na het melken van hoog celgetal dieren, markeer hoogcelgetaldieren, reinig de spenen voor het melken met een schone (papieren) doek, mobiele snelmelkers goed schoon maken voor je ze opnieuw gebruikt, een aparte groep hoogcelgetaldieren maken en als laatste melken.
Zorg voor een goede melktechniek en een goed werkende melkmachine; probeer schone en droge uiers te melken en voorkom luchtzuigen tijdens het melken. Laat regelmatig de melkmachine controleren om speenbeschadigingen te voorkomen.
Voorkom overbezetting
Optimaliseer de weerstand van de koe.
Investeer in een goede tepeldip voor na het melken.

Hygiëne

Zowel voor bacteriën uit de omgeving, als voor koegebonden kiemen geldt: schoon werken en een schone stal voorkomen infecties!

Ligplaatsen

Over het algemeen geldt: een droge ligplaats, zo goed mogelijk vrij van mest. Ligboxen minimaal tweemaal daags van mest ontdoen en voorzien van voldoende droog strooisel. Eventueel kan dit worden aangevuld met stoffen die de infectiedruk verlagen zoals kalk. De ligboxen moeten ook comfortabel zijn, waardoor dieren niet scheef gaan liggen en zo de box bevuilen. Ook wordt de kans op damslapers zo kleiner. Als de boxen lang genoeg zijn wordt de kans op speenbetrappingen of -beschadigingen kleiner. In het geval van strohokken of potstallen: regelmatig volledig uitmesten en minimaal dagelijks ruim, vers opstrooien. Zieke dieren dienen apart gehuisvest te worden van de gezonde dieren.

Een op het oog schoon ligbed, kan bomvol bacteriën zitten. Het is heel belangrijk dat strooisel zo droog mogelijk is. Bacteriën vermeerderen zich bij voorkeur in vochtige en warme (broei)omstandigheden. Organisch materiaal, zoals zaagsel, stro en vaste fractiemest wordt door bacteriën ook als voedingsbron gebruikt, zeker als daar ook nog wat uitgelekte melk bij komt. De snelste bacterievermeerdering - in volgorde van snelheid - treedt op in vaste fractiemest, stro, hardhoutschilfers, wit zaagsel, papierpulp. Zachte houtsoorten (bijvoorbeeld den en spar) bevatten meer harsachtige stoffen, die de bacteriële vermeerdering enigszins remmen en daardoor geschikter zijn dan hardhout of eik. Voor meer informatie over strooisel kunt u hier klikken.

Stal

De stal moet ruim en fris zijn, met een goede ventilatie. Voorkom overbezetting in de stal.

Melken

Het melkstel moet altijd schoon zijn, ook de mini-melkers die los in de stal worden gebruikt! Melk hoogcelgetal dieren altijd als laatste en spoel de melkklauw na met heet water ( > 85 graden). Laat minimaal één keer per jaar een natte meting uitvoeren om te controleren of de melkmachine nog goed staat afgesteld. Dit voorkomt schade aan de spenen. Werk met schone materialen zoals papieren doeken in plaats van natte lapjes. Gebruik liefst één schone doek per koe om het uier droog schoon te maken, alvorens de melkmachine wordt aangesloten. Werk met handschoenen aan. Bezuinig niet op de tepeldip die u na het melken goed rondom alle vier de spenen aanbrengt. Laat koeien tot een half uur na het melken vast staan aan het voerhek. De slotgaten krijgen dan de kans om weer goed te sluiten.

Behandelen

Indien uw koe een hoog celgetal heeft of klinische mastitis, is het van groot belang een bacteriologisch onderzoek te laten uitvoeren, met een antibiogram. Zo weet u precies welke bacteriën op uw bedrijf mastitis veroorzaken én welk antibioticum kan helpen de infectie te bestrijden. Dat kan eenvoudig via de prakijk. U leest er hier alles over.

Voor vrijwel alle mastitis verwekkers geldt: hoe eerder de behandeling met antibiotica wordt ingezet, hoe groter de kans op genezing. Dit geldt óók voor dieren met een verhoogd celgetal. Die worden vaak pas in de droogstand behandeld, maar gedurende de lactatie behandelen heeft voordelen.

Droogstand

In de droogstand kunnen (beginnende) uierontstekingen goed genezen. Het is dan ook van belang om te weten hoe hoog het celgetal van een koe is, alvorens haar droog te zetten. U mag met antibiotica behandelen indien het celgetal hoger is dan 50.000 (koeien) of 150.000 (vaarzen).

In de droogstand kunnen helaas ook uierontstekingen ontstaan. Het kan zijn dat de koe nog chronisch geïnfecteerd is en de oude infectie weer oplaait, of de koe is in de droogstand besmet geraakt. U kunt dit voorkomen door een teal-sealer te gebruiken zoals Orbeseal.

U leest hier meer over veilig droogzetten.

Melkonderzoek

Dierenkliniek Benschop Oudewater beschikt over een eigen laboratorium waar verschillende onderzoeken op de melk kunnen worden uitgevoerd.Denk hierbij aan celgetal bepalingen, bacteriologisch onderzoek (B.O.) op melk en antibiotica tests.

Celgetal is een maat voor het aantal cellen per milliliter melk, deze cellen zijn vooral afweercellen en voor een klein deel afgestorven cellen van het uierweefsel. Melk uit een gezond kwartier bevat gemiddeld 50.000 cellen. Als een bacterie het kwartier binnendringt, komen grote aantallen ontstekingscellen vanuit het bloed naar het kwartier om de infectie te bestrijden. Dat is te zien als een stijging van het celgetal. Hieruit blijkt dat de hoogte van het celgetal afhankelijk is van het aantal bacteriën dat de koe tegenkomt.

Celgetalbepaling

Celgetal bepalingen zijn vooral interessant voor veehouders die niet deelnemen aan de melkcontrole maar wel (een aantal) koeien willen droogzetten met een antibiotica injector. Wettelijk is dit enkel toegestaan indien het celgetal aantoonbaar hoger is dan 50.000 (koe) of 150.000 (vaars). Celgetal bepalingen kunnen alleen uitgevoerd worden op verse melk. Het is mogelijk om het celgetal op kwartierniveau te bepalen.

Bacteriologisch onderzoek (B.O.)

Bij bacteriologisch onderzoek (B.O.) wordt er gekeken of en welke bacterie er in de melk zit, en of deze goed gevoelig is voor de door ons gebruikte antibiotica (het antibiogram). B.O. kan eventueel uitgevoerd worden op melk die ingevroren is geweest, maar bij voorkeur op verse melk.

Het is mogelijk dat er in verschillende kwartieren verschillende kiemen zitten. Als u van meerdere kwartieren de melk wilt laten onderzoeken is het daarom beter om van elk kwartier apart een monster te nemen.

Antibiotica onderzoek 

Soms weet u niet zeker of de wachttijd van een toegediend antibioticum al verstreken is. Denk hierbij aan een koe die eerder gekalfd heeft dan verwacht, of een extra behandeling met een nageboorte capsule. We kunnen met een test de zogeheten bèta-lactam antibiotica aantonen in de melk (Depocilline, Avuloxil, Lactaclox, Orbenin (Extra) dry cow). Dit betekent dat sommige behandelingen niet met onze antibiotica test gevonden kunnen worden (Albiotic, Ubrolexin). De test voor tetracyclines (nageboorte capsules, Oxymax) is momenteel nog niet beschikbaar.

Wanneer krijg ik uitslag?

Celgetal en antibiotica bepalingen zijn dezelfde dag klaar, mits de melk in de ochtend is gebracht.

Voor een B.O. moet de melk minimaal 24 uur in de broedstoof staan voordat er een eerste voorlopige uitslag is. Als er uit dit eerste onderzoek niets groeit, moet er een tweede onderzoek ingezet worden. Ook dit moet minimaal 24 uur groeien. Zodra er een bacterie groeit wordt er gekeken welke bacterie dit is en in sommige gevallen zal er een antibiogram ingezet worden. Dit is om te bepalen voor welke antibiotica de bacterie wel of niet gevoelig is. Ook dit duurt 24 uur.

In het meest gunstige geval heeft u na 24 uur uitslag, maar als er een tweede onderzoek en een antibiogram nodig is duurt het minimaal drie dagen voor u een uitslag heeft. Melkmonsters kunnen tijdens de reguliere openingstijden van de praktijk gebracht worden.

Wanneer is B.O. zinvol?

Het kan dus een aantal dagen duren voor u een uitslag heeft, dit betekent niet dat u hoeft te wachten om uw koe te behandelen als ze vlokken in de melk heeft. U kunt de standaard therapie zoals vermeld op uw bedrijfsgezondheidsplan gewoon starten. Wat kan u dan wel met de uitslag?

Identificeer bedrijfskiemen
Meerdere B.O. uitslagen zorgen voor een bedrijfsprofiel. U weet welke kiem een rol speelt op uw bedrijf (omgevings- versus koegebonden kiemen) zodat de preventie daar op aangepast kan worden. Bijvoorbeeld bij Staphylococcus aureus is het zinvol om de tepelbekers uit te spoelen nadat u een besmette koe gemolken heeft, dit zal niet/minder helpen bij een omgevingskiem. In dat geval kan het nuttig zijn om een andere dip te gaan gebruiken.
Vervolgbehandeling gericht
Als de koe onvoldoende reageert op de eerst ingestelde behandeling heeft u alvast een uitslag voor een vervolgbehandeling.
Resistentie opsporen
Als er een resistente kiem op uw bedrijf aanwezig is, bent u er op tijd bij. Meerdere uitslagen kunnen de basis vormen om op bedrijfsniveau andere mastitisinjectoren of droogzetters te gaan gebruiken.

Hoe groot is de kans dat een ziekteverwekker gekweekt wordt bij een B.O?

Bij klinische mastitis (vlokjes in de melk) wordt in slechts 50% van de gevallen een bacterie gekweekt (bijvoorbeeld omdat de bacterie zoals E.coli bij een mastitis al dood kan zijn als de melk onderzocht wordt. De vlokjes zijn dan het gevolg van de schade die nog in het uier aanwezig is). Bij subklinische mastitis (hoog celgetal) is de kans dat er een bacterie gekweekt wordt zo'n 33%. Dit is ook het geval bij het laboratorium van de GD of in grote laboratoria in het buitenland. De voornaamste oorzaak ligt in het feit dat bacteriën in wisselende hoeveelheden in de melk terecht komen en bij lage aantallen kan de kweek heel makkelijk negatief verlopen. Er zijn ook bacteriën (zoals mycoplasma) die met de gewone kweekmethodes niet kunnen worden aangetoond. Soms zijn gisten, schimmels, of algen de oorzaak van een uierontsteking. Deze worden bij onze kweekmethodes ook aangetoond en kan dan ook als uitslag worden gegeven. Behandeling van een gist, schimmel of alg in het uier is niet mogelijk. 

Welke koeien zijn goede kandidaten voor B.O.?

Mastitis
Koeien met klinische mastitis (vlokken in de melk). Neem het melkmonster af VOOR u de behandeling begint, in melk van koeien die de afgelopen 14 dagen behandeld zijn met antibiotica kunnen we niets aantonen. Melk monsters van deze koeien kunt u in de vriezer bewaren en inleveren als de therapie niet het gewenste effect heeft.
Hoog celgetal
Koeien met subklinische mastitis (geen vlokken, wel hoog celgetal) en dan vooral de koeien die vaker hoog celgetal hebben. Bij deze koeien kan u wachten met behandelen tot de uitslag bekend is. Afhankelijk van de uitslag en de koe kunnen er verschillende mogelijkheden zijn (behandelen/vervroegd droogzetten/afvoeren) die de dierenarts met u door zal nemen. Als u deelneemt aan pir-DAP kan dit heel gemakkelijk.

Een melkmonster voor B.O. MOET steriel worden afgenomen!! (Dit is niet noodzakelijk als het melkmonster uitsluitend is genomen voor een celgetal bepaling).

Als ik melk wil laten controleren op antibiotica, welke antibiotica kan dan worden getest?

Voor de melktests op antibiotica wordt gezocht naar zogeheten 'bèta-lactam antibiotica'. Hieronder vallen onder meer Ubrolexin (bevat o.a. penicilline) alle drie de soorten Orbenin (cloxacilline), Rilexine en Mastiplan (cephalosporinen) en Mamyzin (penicilline).

Waarom gaat mastitis soms niet over van een behandeling met mastitis injectoren?

Een veel gehoorde klacht is dat mastitis injectoren niet werken, of pas na een dubbele behandeling. Dit heeft veel verschillende oorzaken:

De injector werkt prima, maar niet voor de bacterie die je probeert te doden.
Je hebt de juiste injector voor de mastitis bacterie, maar die bacterie is resistent en gaat dus niet dood van het antibioticum in de injector.
Er is vuil in het kwartier terecht gekomen bij het behandelen.
Er is meer nodig, bijvoorbeeld ook in de nek antibiotica geven en pijnstilling.
De antibiotica heeft de bacterie wel gedood, maar het herstel van het uier duurt nog veel langer vanwege flinke schade. Vergelijk het met een dijkdoorbraak; het gat in de dijk is redelijk snel dicht maar het opruimen van alle troep en de opbouw van al datgene wat vernietigd is kost heel veel tijd.
De bacterie heeft zich verscholen in een biofilm; een dikke laag slijmerig weefsel waar de bacterie onbereikbaar is voor antibiotica, ongeacht of dit in de nek of in het uier is gegeven. Hoe langer de subklinische mastitis bestaat. De beste behandelresultaten worden dan ook bereikt in de droogstand omdat ze dan echt lang onder de antibiotica staan.

Aanleveren van melkmonsters

Natuurlijk kunt u tijdens een bedrijfsbezoek melkmonsters meegeven aan de dierenarts. Als u zelf een melkmonster naar de praktijk brengt, wilt u dan de volgende informatie erbij vermelden?

Breng de melk tijdens onze openingstijden
Vermeld op het buisje de datum, het koenummer en kwartier.
Uw naam & adres
Welk onderzoek u wilt laten doen: celgetal bepaling of bacteriologisch onderzoek.
De dierenarts waarmee u de uitslag wil bespreken, als u geen dierenarts aangeeft zorgen we ervoor dat de uitslag bij de dierenarts terecht komt waar u de één-op-één relatie mee heeft. De dierenarts zal telefonisch of per mail de uitslag met u doornemen.

Hoe neem ik correct een melkmonster?

Een groot frustratiepunt is de uitslag “mengcultuur”. Dit betekent dat er meerdere bacteriesoorten uit het monster zijn  gekweekt waardoor niet te zien is welke kiem de problemen veroorzaakt. Vaak komen deze extra bacteriën van de uierhuid of vanuit de omgeving in het testbuisje. U kunt dit risico tot een minimum beperken door de volgende werkwijze aan te houden bij het afnemen van een melkmonster.

Draag handschoenen
Verwijder vuil van het uier/de speen met een schone droge doek. Als het uier erg vies is, is nat voorbehandelen soms nodig (hierna de speen goed drogen!)
Melk de eerste stralen weg
Maak de speenpunt schoon met een ontsmettingsdoekje
Melk nog een straal weg
Maak dan pas het melkbuisje open
Melk twee of drie stralen melk in het buisje en sluit het buisje gelijk weer af
Noteer op het buisje de datum, het koenummer en het kwartier

Bekijk hier het instructie filmpje of zie de uitgebreide foto instructie waarvan hieronder een deel is weergegeven.


Droogzetten

Veilig droogzetten

Hoewel 90% van de koeien en ruim 20% van de vaarzen nog drooggezet zou mogen worden met antibiotica, gebeurt dit landelijk maar bij 50% van de koeien.  In onze praktijk ligt dat nog veel lager: een krappe 30% van de koeien wordt met antibiotica drooggezet. Lijkt een fantastische prestatie, toch?

Toch is het uitkijken. We denken dat we mogelijk te voorzichtig zijn met antibiotica gebruik in ons droogzetbeleid. Dit verhoogt de kans op uiergezondheidsproblemen juist en werkt dus averechts.

Moeten we dan juist meer antibiotica gaan gebruiken?

Als het aan ons ligt niet! We zijn er trots op dat onze praktijk sterk bijdraagt aan het landelijk reduceren van antibiotica gebruik. Gelukkig zijn er ook nog genoeg andere manieren om de uiergezondheid te verbeteren en de sleutel daarbij is voorkómen dat het uier geïnfecteerd raakt. Lees hier meer.

Droogzetten - wat zijn de regels ook alweer?

Sinds 1 januari 2014 is de nieuwe richtlijn droogzetten van kracht. Hoewel de weerstand in eerste instantie groot was – er werd gevreesd voor veel meer klinische mastitis, oftewel vlokjes in de melk – zijn de resultaten goed te noemen. Het aantal mastitis gevallen in Nederland is, gemiddeld genomen, niet gestegen. Wel heeft er een forse reductie plaatsgevonden van het aantal koeien dat met een antibioticum wordt drooggezet.

Wat betekent de richtlijn droogzetten nu eigenlijk concreet voor u als veehouder? Kort gezegd komt het er op neer dat u een koe nooit met antibiotica mag droogzetten, behalve als:

U het individuele koecelgetal bepaald heeft binnen zes weken voor droogzetten en hieruit blijkt dat het hoog genoeg is om droogzetten met antibiotica te rechtvaardigen (vaarzen >150.000 cellen/ml en koeien >50.000 cellen/ml). U mag dan een eerste keus antibioticum gebruiken, zoals vermeld op uw behandelplan.
Dieren met verhoogd celgetal waar u een bacteriologisch onderzoek op de melk hebt laten uitvoeren, mét antibiotica resistentie bepaling. Indien hieruit blijkt dat er resistentie aanwezig is voor eerste keus antibiotica mag tijdelijk (drie maanden) worden drooggezet met tweede keus middelen.
Om klinische mastitis in of na de droogstand te voorkomen wordt sterk aangeraden om koeien droog te zetten met Orbeseal. Dit middel sluit het slotgat gedurende de droogstand af en voorkomt het binnendringen van bacteriën van buitenaf. Let op: strenge hygiëne maatregelen noodzakelijk tijdens het inbrengen! Vergeet niet het 'uitslaan van lucht' uit de injector, anders drukt het restje lucht uit de injector de teatseal te diep. Bij het inbrengen van de injector de basis van de speen dichtknijpen zodat de orbeseal niet in het uier komt. De teat seal niet omhoog masseren.

Celgetal bepalingen zijn mogelijk op de praktijk. 's ochtends  verse melk brengen = 's avonds uitslag. Voor meer informatie kunt u contact opnemen. Bron foto: boerderij.nl

Een handige beslisboom staat hieronder weergegeven.

Weidegang

Hieronder volgt een overzicht van voordelen en nadelen van weidegang. Bij de keuze voor het wel of niet toepassen van weidegang kun je de voordelen van weidegang afwegen tegen de nadelen van weidegang. Naast deze voor- en nadelen hangt de afweging samen met vele factoren; bedrijfsomvang, persoonlijke voorkeur, intensiteit, verkaveling, stalinrichting, melkrobot enzovoort. Maar wat vooral belangrijk is, is wat je  persoonlijk leuk vindt. Per veehouder is het verschillend bij welke werkzaamheden het arbeidsplezier het grootst is. Iedere veehouder zal zijn eigen voor- en nadelen van weidegang ervaren.

Bron: archief verantwoorde veehouderij, pdf weidegang versus opstallen

Voordelen weidegang

Beter welzijn voor het dier. De koe is in staat haar natuurlijke gedrag beter te vertonen.

Betere diergezondheid

Minder klauwaandoeningen
Minder kans op mastitis door lagere besmettingsdruk
Minder speentrappen
Duidelijkere tochtsignalen

Weidegang is (algemeen) economisch voordeliger

Arbeidsopbrengst is hoger bij weidegang, ook bij nieuw mestbeleid
Gezondheidskosten zijn lager bij weidegang
Energiekosten zijn  lager bij weidegang

Bij onbeperkt weiden is er het minste arbeid nodig

Weiden vraagt de minste arbeid
Weiden heeft een beter verdeelde arbeidspiek

Weidegang heeft enkele voordelen op het milieu

Ammoniakuitstoot is lager bij beweiding
Methaanemissie is lager
Minder fossiele brandstoffen nodig voor bewerkingen. Een weidende koe oogst, transporteert en bemest zelf

Weidegang geeft een goede vetzuursamenstelling aan de melk

Weidegang is goed voor het imago van de landbouw

Nadelen weidegang

Risico op besmetting met specifieke pathogenen (wormen, leverbot, besmettelijke ziekten door contact met andere dieren) 

Risico op zomerwrang (komt alleen buiten voor)

Blootstelling aan oncontroleerbare weersomstandigheden

Koeien krijgen snel last van hittestress in de zomer
Weilanden bieden zelden beschutting tegen felle zon, wind of regen

Schommeling in het rantsoen en daardoor in de melkproductie 

Het rantsoen is minder goed te sturen
Beweiding vraagt meer energie van de koe

Meer schommelingen in ureum getal en daardoor kans op hoger ureum, daaropvolgend gezondheidsproblemen.

Beweiden is moeilijk te managen

Arbeidsorganisatie en planning bij beweiden is moeilijker
Grote koppels moeilijk te weiden

Een goede (huis)verkaveling is noodzaak voor een goede toepassing van weidegang

Goed graslandmanagement noodzakelijk

Grasopbrengst en benutting is minder
Mest is minder efficiënt te gebruiken

Het verlies aan nutriënten is groter

Emissie van lachgas is groter.
Fosfaat- en stikstofverliezen zijn groter

Abonnement Mestonderzoek Schaap

Voorkomen is beter dan genezen!

Voorkom groeiachterstand en plotselinge sterfte vanwege een wormbesmetting door tijdig mestonderzoek te doen! Wij bieden hiervoor een speciaal abonnement voor mestonderzoek bij schapen aan.

Wat houdt het in

In dit abonnement kunt u acht keer een mestonderzoek laten doen, uiteraard krijgt u hierbij ook een advies. Het eerste mestonderzoek kunt u drie weken nadat de lammeren naar buiten zijn gegaan, laten uitvoeren. Het is de bedoeling dat u mest verzameld van vijf tot zeven lammeren. Het beste is om mest te onderzoeken van lammeren, omdat deze geen besmetting van het afgelopen jaar kunnen hebben opgelopen. Hierdoor kunnen we de actuele wormbesmetting bepalen. De mest wordt onderzocht op maag-darmparasieten (zoals de rode lebmaagworm, ronde worm en coccidiose). Als u ook de wormbesmetting van de volwassen schapen wilt weten, kunt u natuurlijk ook mest van de volwassen schapen inleveren. Zorg ervoor dat de mest van de volwassen schapen gescheiden blijft van de mest van de lammeren.

Op de foto ziet u twee zwarte rondjes, dit zijn luchtbellen. Ook zijn er twee eitjes zichtbaar de kleine (strongylus) en de grote (nematodirus).

Advies op maat

Afhankelijk van de uitslag krijgt u een advies op maat. In dit advies wordt aangegeven of u moet behandelden, of dat omweiden nodig is. Daarnaast krijgt u te horen wanneer u het beste weer mest kunt inleveren. Deze manier van werken zorgt ervoor dat de ontwikkeling van resistentie wordt tegengegaan en dat er niet onnodig wordt behandeld.

Kortom dit abonnement geeft u inzicht over hoe de wormbesmetting in uw koppel verloopt en worden eventuele wormproblemen snel gedetecteerd.

Dit abonnement ter waarde van €146,80 bieden wij u aan voor slechts €95,-. Wilt u hieraan meedoen? Laat dan bij het contactformulier uw gegevens achter.

Ja, ik wil deelnemen aan het abonnement voor mestonderzoeken. Neem contact met ons op.

Hoe werkt een vaccinatie?

Hoe werkt een vaccinatie?

Een deel van ons werk als dierenarts betreft het voorkomen van ziektes en tegenwoordig ook het proberen ziektes uit ons land te verdrijven. Dit kan op verschillende manieren zoals met; hygiëne maatregelen, voorkomen van insleep of dieren beschermen tegen een ziekte d.m.v. een vaccinatie. Over dat laatste hier wat meer informatie, want wat doet een vaccin nu precies?

Wat doet een vaccinatie in het lichaam?

Een vaccin bevat stukjes van de ziektekiem waar we het dier tegen willen beschermen, dit kunnen levende stukjes zijn maar dan verzwakt, of dode stukjes. We willen bereiken dat het lichaam de ziektekiem gaat bestrijden maar zo min mogelijk dat de kiem ook echt ziekte veroorzaakt. Het lichaam herkent het vaccin niet als een bekende maar als indringer (lichaamsvreemd) en dat zorgt dat een immuunreactie ontstaat. Met deze reactie gaat het lichaam afweercellen maken die de indringer kunnen vangen en verwijderen, dit gaat vaak gepaard met een lichte temperatuurstijging of een dagje minder fit zijn. Zeer vergelijkbaar met de vaccinaties die kinderen krijgen of de griepprik die oudere mensen krijgen, bij hen zie je ook vaak lichte verschijnselen van de ziekte waar je tegen vaccineert. Hoewel een te heftige reactie niet wenselijk is, is het onmogelijk helemaal zonder verschijnselen de juiste afweerreactie te krijgen.

Bijwerkingen

De kans op ernstige bijwerkingen is ook de reden dat zieke of verzwakte dieren niet geënt worden. Bij deze dieren is de reactie vaak heftiger en zij zullen er ook langer last van hebben. Andere redenen voor een te heftige reactie op een vaccin kunnen alle redenen voor een verminderde weerstand zijn zoals: hittestress, onbalans in de voeding, missen van bepaalde sporenelementen / mineralen of het hoogdrachtig zijn van een dier.

Meld klachten na een vaccinatie altijd bij de dierenarts zodat deze klachten gemeld kunnen worden bij de medicijnleverancier en bij de bijwerkingen databank.

Herhaling

Bij sommige vaccins is het nodig een herhaling te geven, ook wel een booster genoemd. Dit is om er voor te zorgen dat het lichaam ook een herinnering maakt van de desbetreffende ziektekiem, zodat bij een volgende keer dat deze ziektekiem binnendringt het lichaam een snelle afweer reactie kan geven. Daarom geeft de dierenarts altijd aan op welke termijn de volgende enting plaats moet vinden.

Klantportaal

Alles bij elkaar op een plek

En met alles bedoelen we ook alles! Visitebrieven, logboeken, facturen, behandelplannen, gezondheidsplannen, koekompassen en de één-op-één overeenkomst. Alles staat netjes geordend en is per maand te bekijken. Tijdens de controle kan uw controleur alle documenten inzien (online), dit scheelt u een hoop gezoek!

Kortom, het klantportaal scheelt u een hoop energie en tijd die u weer kunt steken in uw bedrijf in plaats van in de papieren.

Aanmelden is eenvoudig

Heeft u nog vragen over het klantportaal? Neem dan gerust contact met ons op, wij helpen u graag. Aanmelden kan eenvoudig door een mail te sturen naar info@dkbo.nl. Uw aanvraag wordt binnen een week verwerkt. De kosten voor het portaal zijn €25,- per jaar.

Link naar uw klantportaal

Via deze link komt u terecht op de inlogpagina waarmee u kunt inloggen op uw eigen account. 

MAX10-project

Nieuwe infecties in de droogstand omlaag door MAX10-project

Iedereen kent het wel: een koe doorloopt zonder problemen de droogstand en komt er met een kwaad kwartier uit. Dat kan een keer gebeuren, maar hoe vaker hoe vervelender. Een haalbaar doel is minder dan tien procent nieuwe infecties in de droogstand, maar dat redt maar een klein deel van de veehouders in onze praktijk. Daarnaast streven we naar meer dan 80% genezing tijdens de droogstand van koeien met hoog celgetal. Dat doel wordt vaker gehaald.

Waarom streven naar minder dan tien procent nieuwe infecties?

Een koe die met laag celgetal de droogstand in gaat en er ook weer laag uit komt produceert meer melk. Ook worden bij deze koe minder kosten gemaakt met het oog op medicijnen en melkderving en zorgt de probleemloze koe voor meer werkplezier. Economisch gezien kost een koe met mastitis zo’n €240,- per jaar. Dit komt voornamelijk door de melkderving.

Waarom meer dan 80% genezing van hoogcelgetal koeien in de droogstand? 

De droogstand is hét ultieme moment om hoog celgetal koeien aan te pakken en de uier te laten herstellen. Deze genezing zorgt er dan ook voor dat de koe in lactatie geen bron van besmetting is voor andere koeien.

Statistieken

In de 2018 tabel zijn de veehouders te zien waarvan wij de gegevens  van de mpr in pirDap kunnen bekijken.

1 Hier wil je zitten. Goede genezing en weinig nieuwe infecties.
2 Goede genezing, maar meer dan tien procent nieuwe infecties.
3 Weinig nieuwe infecties, maar onvoldoende genezing.
4 Onvoldoende genezing en veel nieuwe infecties.

Bij bedrijven in vak twee en vier is verbetering haalbaar.

Benieuwd op hoeveel procent nieuwe infecties en genezing uw bedrijf zit? Vraag het vrijblijvend aan Rimke, Thijs of Sophie.

Doe mee!

In februari start onze praktijk met het MAX10-traject: samen met deelnemende bedrijven gaan we het droogstandmanagement optimaliseren om onder tien procent nieuwe infecties te komen. Deelnemers ontvangen van ons de benodigde materialen en krijgen een praktische (gezamenlijke) droogstandworkshop aangeboden. We starten met een individueel intakegesprek. Ongeveer tien weken na de start meten we de eerste resultaten. Zo nodig krijgt de deelnemer handvatten om bij te sturen. Elke drie maanden tot één jaar na aanvang evalueren we op uw bedrijf of het doel (minder dan tien procent nieuwe infecties) is bereikt en de totale uiergezondheid op het bedrijf is verbeterd.

Het volledige pakket (intakegesprek, vier tussentijdse gesprekken, eindevaluatie en de workshop, allen incl. visite) voor maar €599,- dus €149,- per kwartaal. Met maar drie mastitis koeien per jaar minder heeft u het geld er dus zo uit.

Wilt u graag inschrijven of meer informatie? Rimke, Thijs en Sophie vertellen u graag meer. U kunt hen bereiken via 0182-309218

Pir-DAP

Haal meer rendement uit uw bedrijf

PirDAP staat voor 'partners in rendementsverbetering DierenArtsPraktijk'. PirDAP heeft als doel het verbeteren van de bedrijfsadvisering door uw rundveedierenarts op basis van MPR gegevens. Zo kunnen we elkaar helpen  een beter rendement uit het bedrijf te halen. PirDAP geeft uw eigen dierenarts inzage in melk-, vruchtbaarheids- en diergezondheids-gegevens. We hebben pas  toegang tot de gegevens als u hiervoor toestemming heeft gegeven. Hiervoor kunt u een machtigingsformulier invullen. Al onze dierenartsen hebben deze bij zich in de auto. Vraagt u hier gerust om bij het eerstvolgende bedrijfsbezoek.

Sneller en makkelijker: download het machtigingsformulier hier. Vul uw gegevens in (vergeet uw handtekening niet) en stuur hem op naar de praktijk: benedeneind z.z. 399, 3405 CN, Benschop.

Aan het gebruik van PirDAP zijn kosten verbonden, welke de praktijk op zich neemt. Het gebruik van PirDAP is voor u dan ook kosteloos.

Wilt u meer informatie? Dan staan we u graag telefonisch  te woord, of u kunt kijken op www.pir-dap.nl/

Soepel van stal naar weide

Geleidelijke overgang naar beweiding

Vers gras bevat in het voorjaar weinig structuur en wordt zeer snel afgebroken in de pens. Door uw koeien in de eerste week overdag een aantal uren in te scharen en het ruwvoerrantsoen in de stal gelijk te houden voorkomt u veel problemen. De pens kan wennen aan het gras en u voorkomt gezondheidsproblemen (zoals lebmaagdraaiingen en pensverzuring).

Voldoende structuur

Voor voldoende ‘veiligheid’ in het rantsoen is bijvoeding van structuurhoudende producten zoals grove, droge voordroogkuil, of snijmaïs noodzakelijk.

Bespaar op eiwit

Vers gras bevat aanzienlijk meer eiwit dan graskuil. Weidende koeien hebben dan ook minder eiwit-aanvulling nodig aan het voerhek. Globaal kunt u stellen dat u bij overdag weiden zo’n 150 tot 200 gram soja bespaart per kg droge stof gras die uw koeien opnemen.

Niet te grote percelen

Voorkom beweidingsverliezen door maximaal twee dagen op hetzelfde perceel te weiden. Te lang weiden in hetzelfde perceel gaat ten koste van de droge stofopname en daarmee de melkgift.

Denk om de voercomputer

Bij weidegang is de toegang tot de krachtvoercomputer beperkt. Zet de krachtvoercomputer op de zomerstand zodat uw koeien voldoende krachtvoer opnemen zonder dat er pensverzuring optreedt.

Kijk naar de koe

Uw koeien laten zelf zien of de overgang soepel verloopt. Overmatig herkauwen met schuim op de bek, kan een signaal zijn van pensverzuring. Te dunne mest duidt op teveel jong gras wat te snel door het maagdarmkanaal gaat. Een hoog ureumgetal wijst op een overmaat aan eiwit of een tekort aan energie. Een laag vetpercentage wijst veelal op structuurtekort.

Veilig droogzetten

De droogstand is een rustperiode voor het uier. Gedurende de droogstand kunnen hoogcelgetal koeien, of koeien met klinische mastitis genezen. Soms lopen gezonde koeien echter een uierinfectie op in de droogstand. Hoe u bestaande infecties kunt genezen en nieuwe infecties voorkomt leest u hieronder. De veelgestelde vragen rondom het gebruik van teat-sealers hebben we onderaan de pagina beantwoord!

Wanneer antibiotica?

Over de richtlijn droogzetten leest u meer op deze pagina.

Waarom droogzetten?

Droogzetten betekent eigenlijk niets anders dan een tijdelijke lactatie stop. In de periode waarin de koe geen melk geeft, kan het uier herstellen en zich voorbereiden op een nieuwe lactatie. Het is belangrijk om eventuele bestaande infecties van het uier te behandelen met antibiotica. Daarnaast voorkom je nieuwe infecties door de spenen af te sluiten met een teat-sealer. Het gebruik van een teat-seal is altijd aan te raden, ook als je de koe met een antibioticum behandeld in de droogstand.

Ken je celgetallen

Je kunt alleen selectief en goed droogzetten als je precies weet wat er per koe speelt:

Celgetal bepaling
Heeft je koe (sub)klinische mastitis? Lees hier hoe je celgetal bepalingen uitvoert.
Bacterie bepaling
Als je koe mastitis heeft, is het belangrijk om te weten welke kiemen er spelen. Zo kan de juiste droogzetter met antibiotica worden ingezet.

Voorkom infectie van het uier

Van nature ontstaat in het tepelkanaal van een koe een keratine-plug als ze stopt met melkgeven. Een keratine-plug is een propje van dode huidcellen die het tepelkanaal afsluit. Het duurt alleen best lang voor zo'n keratine-plug voldoende groot is om het tepelkanaal ook echt af te sluiten. Tot die tijd is er een open verbinding tussen de binnenkant van het uier en de bacteriën in de omgeving van de koe. Bij koeien die minder dan twaalf liter melk geven als ze worden drooggezet duurt het minimaal 16 dagen voor de plug effectief is. Op figuur 1 hieronder, staat dat schematisch weergegeven.

Bacteriën dringen in de vroege droogstand relatief gemakkelijk het tepelkanaal binnen. Om infectie met mastitisverwekkers in de vroege droogstand te voorkomen wordt het dan ook aangeraden om alle koeien droog te zetten met een teat-sealer, zoals Noroseal of Orbeseal.

Lage productie belangrijk

Daarnaast is het heel belangrijk om de melkproductie laag (minder dan twaalf kilo melk per dag) te hebben voor je een koe droogzet. Hoe hoger de melkproductie bij het droogzetten, hoe langer het duurt voor het tepelkanaal van nature afgesloten is. In onderstaande figuur 2 ziet u dit schematisch.

Dit is een figuur uit een onderzoek waarbij diergroepen zijn vergeleken met een productie lager of hoger dan 21kg melk bij droogzetten.  Zes weken na het droogzetten was bij een melkproductie van <21 kg melk op het moment van droogzetten 23% van de kwartieren nog steeds open, bij melkproducties boven de 21 kg melk zelfs 50%.

Melkproductie drukken

Er zijn verschillende methodes om hoogproductieve koeien (meer dan twaalf kg melk) minder melk te laten geven, alvorens ze droog te zetten. Het terugdringen van de melkproductie is geslaagd als de koe er geen ongemak van heeft ondervonden en de melkproductie structureel onder de twaalf kilo is gezakt. De beste methode heeft verschillende pijlers:

Groepsgewijs droogzetten
Door de koe in een groepje apart te huisvesten ervaart ze minder stress. Op die manier kan wel een ander rantsoen worden aangeboden, maar heeft de koe nog sociaal contact. Groepsgewijs droogzetten werkt beter dan de koe naast de koppel alleen huisvesten.
Minder energierijke voeding
Door de krachtvoergift te stoppen en een minder energierijk rantsoen aan te bieden daalt de melkproductie. Pas op met direct het droge koeien rantsoen te voeren aan hoogproductieve dieren. De eerste dagen zullen ze nog veel melk produceren, op een rantsoen wat weinig calcium bevat. Dit kan tot melkziekte leiden.
Vermalen
Door de koeien tweemaal daags, steeds een beetje minder uit te melken, remt de productie.

Let op: de koe moet te allen tijde de beschikking hebben over vers drinkwater!

Teat sealers - gebruik ze bij élke koe die je droogzet

Teat- sealers, zoals Noroseal en Orbeseal, zijn een belangrijke sleutel in de strijd tegen mastitis. Ze sluiten direct het tepelkanaal af waardoor het uier niet bereikt kan worden door bacteriën van buitenaf. Je kunt de teat seal zowel bij gezonde kwartieren als bij met antibiotica behandelde kwartieren gebruiken om nieuwe infecties te voorkomen. Bij goed gebruik kan het percentage koeien wat een nieuwe mastitis infectie oploopt in de droogstand worden verlaagd van 10,5% naar 3,5%. Dit is schematisch weergegeven in figuur 3.

Om de behandeling succesvol te laten verlopen zijn er een paar aandachtspunten waar rekening mee gehouden moet worden:

Hygiënisch werken
Het kwartier moet leeggemolken zijn en de speen grondig gedesinfecteerd met het bijgeleverde ontsmettingsdoekje. Doe je dit niet, dan breng je soms per ongeluk bacteriën in het kwartier en krijg je juist uierontsteking
Antibiotica
Indien nodig eerst een injector antibiotica in het kwartier aanbrengen, zie de instructievideo hieronder
Ontluchten
De teat-seal injector moet eerst ontlucht worden, alvorens je hem in de speen brengt. Doe je dit niet, dan kan de lucht de teat-seal te diep in het kwartier drukken, zie de instructievideo's hieronder
Knijp de basis van de speen dicht
De teat seal moet het tepelkanaal afsluiten en níet in het kwartier zelf terecht komen, zie de instructievideo hieronder
Vol is vol
Sommige tepelkanalen zijn sneller gevuld dan anderen. Als de spuit niet helemaal leeg gaat, gooi het restant dan weg. Niet het restje in de volgende speen drukken!

Instructievideo

Droogzetten met antibiotica én teat-seal

Instructievideo

Aanbrengen teat-seal

Veel gestelde vragen - droogzetten

Kan ik mijn koe ook droogzetten zonder injectoren te gebruiken?

Als u stopt met uw koe te melken, maar geen droogzetter of teat-seal gebruikt, dan is de kans op het ontstaan van mastitis drie keer zo groot. U laat daarbij ook een kans lopen om een koe met hoog celgetal te behandelen in de droogstand. Hoe eerder hoogcelgetal koeien goed behandeld worden, hoe groter de kans op restloze genezing van het uier. Voor meer informatie over celgetal kijkt u hier.

Waarom moet ik een celgetal bepaling doen voor ik droogzet?

Celgetalbepalingen zijn essentieel om uierontsteking vroeg te ontdekken. Een koe met een hoog celgetal: voor een koe hoger dan 250.000, voor een vaars hoger dan 150.000, heeft óók al uierontsteking, maar nog zonder vlokjes in de melk. Een uitgelezen kans dus om erger te voorkomen door in de droogstand gericht te behandelen met een droogetter met antibiotica. Hiervoor is het belangrijk om te weten welke mastitis bacterie een rol speelt. Dit kan onderzocht worden met melkonderzoek. Klik hier voor meer informatie.

Hoe ontlucht ik Orbeseal?

De Orbeseal injector moet eerst ontlucht worden, alvorens je hem in de speen brengt. Doe je dit niet, dan kan de lucht de teat-seal te diep in het kwartier drukken. Hoe het ontluchten werkt, ziet u in deze video: Orbeseal injector ontluchten

Hoeveel melk mag mijn koe nog geven als ik haar droogzet?

U heeft de minste kans op problemen met mastitis in de droogstand, als de melkproductie bij droogzetten structureel lager is dan twaalf kilo per dag.

Waarom moet ik de speen-basis dichtknijpen bij het aanbrengen van Orbeseal?

De teat seal moet het tepelkanaal afsluiten en níet in het kwartier zelf terecht komen. Door de speenbasis dicht te drukken voorkom je dat de teat seal te ver omhoog gedrukt wordt. Hoe je dit precies doet kunt u in deze instructievideo zien.

Hoe komt het dat ik bij een nieuwe lactatie nog wekenlang stukjes Orbeseal uit kan melken?

Dan is de teat-seal in het kwartier terecht gekomen. Dat kan niet gebeuren als de teat-seal correct alleen in het tepelkanaal is aangebracht. Zorg ervoor dat u bij het aanbrengen de speenbasis dichtknijpt. Na het aanbrengen de injector niet omhoog masseren! Op bovenstaande instructievideo's ziet u hoe u correct een teat-seal aanbrengt.

Ik heb een koe drooggezet met Orbeseal, maar ze lekt nog melk uit, kan dit kwaad?

Een teat-seal vult het tepelkanaal op, met de speen in ontspannen toestand. Hierdoor wordt het kwartier afgesloten voor bacteriën van buitenaf. Als de druk in het uier toeneemt, omdat de koe bijvoorbeeld nog meer dan twaalf kilo melk per dag produceerde, dan kan er melk uitlekken. Dit komt omdat de druk in het uier, de melk langs de teat-seal drukt. De teat seal zit nog wel op zijn plaats en beschermd nog even goed tegen bacteriën van buitenaf. U hoeft de teat-seal dan ook niet opnieuw aan te brengen.

Terug naar landbouwhuisdieren